Beperk risico’s loonsanctie UWV
Als werkgever heeft u de verplichting om zieke werknemers te reïntegreren gedurende 104 weken en tevens om het loon door te betalen. De ziekteverzuimbegeleiding is een intensieve en doorgaans kostbare weg. Het wordt financieel gezien vervelender als het UWV uiteindelijk tegen het einde van die 104 weken oordeelt dat reïntegratiekansen zijn gemist terwijl u als werkgever in de veronderstelling verkeerde alles aan reïntegratie te hebben gedaan wat van een werkgever verlangd kan worden. Dan wordt u ineens met een loonsanctie geconfronteerd gedurende maximaal 52 weken in welke periode u als werkgever geacht wordt de door het UWV vastgestelde tekortkomingen te herstellen. Als werkgever bent u dan nog een jaar loon verschuldigd (minstens 70% van het laatstverdiende salaris). Teneinde de risico’s op een loonsanctie zoveel mogelijk te beperken, volgt in het navolgende een aantal tips.
Hoe toetst het UWV het reïntegratieverslag?
Het UWV toetst bij ontvangst eerst of het reïntegratieverslag compleet is, dat wil zeggen of het alle verplichte stukken bevat vanaf de periode vanaf het ziek worden tot het indienen van de WIA-aanvraag (zoals Probleemanalyse, Plan van Aanpak, Eerstejaarsevaluatie, Actueel Oordeel bedrijfsarts, Eindejaarsevaluatie). Is het reïntegratieverslag niet volledig of niet tijdig ingestuurd, dan wordt een administratieve loonsanctie opgelegd. Doorgaans zijn deze tekortkomingen betrekkelijk eenvoudig te repareren.
Anders is dat bij een inhoudelijke loonsanctie. Het UWV toetst, als het reïntegratieverslag compleet is bevonden, vervolgens of de reïntegratie-inspanningen van werkgever en werknemer zoals die blijken uit het reïntegratieverslag in alle redelijkheid konden worden genomen (zgn. RIV-toets) volgens een drietal stappen.
Het UWV bekijkt allereerst of een bevredigend reïntegratieresultaat (1) is bereikt. Zo nee, dan beoordeelt het UWV of u als werkgever desondanks voldoende reïntegratie-inspanningen verricht (2). Zo nee, dan kijkt het UWV of u als werkgever een deugdelijke grond daarvoor heeft (3). Driemaal ‘nee’ betekent in beginsel een loonsanctie.
Stap 1 bevredigend re-integratie resultaat.
Hiervan is primair pas sprake als de werkhervatting in 1) passend werk plaatsvindt dat 2) structureel is en 3) zoveel mogelijk aansluit bij de functionele mogelijkheden van de werknemer.
Stap 2 voldoende reïntegratie-inspanningen
Redelijkheid is het uitgangspunt. Het UWV bekijkt dus of het eigen werk, eventueel door het treffen van voorzieningen geschikt (te maken) valt, of ander passend werk (te maken) valt binnen het bedrijf (= spoor 1) en/of spoor 2 (tijdig en adequaat) is ingezet. Factoren die van belang zijn voor de vraag wat redelijk is, zijn bijvoorbeeld het aantal en de diversiteit van functies, de grootte en organisatie van het bedrijf, de financiële belasting, de aard en ernst van de beperkingen, het opleidingsniveau werknemer, de oorzaak van de beperkingen, de duur en de omvang van het dienstverband. Het is uitermate belangrijk dat na de constatering dat het 1ste spoor geen structurele mogelijkheden biedt, u als werkgever de Probleemanalyse bijstelt en binnen 6 weken na die conclusie 2de spoor inzet.
Stap 3 deugdelijke grond
De volgende stap is de vraag of werkgever een deugdelijke grond heeft voor de inspanningen die hij wél heeft verricht (maar die niet voldoende zijn bevonden door het UWV). Het is van belang dat u als werkgever voortdurend het proces bewaakt en ook kritisch bent naar dat wat met name ingeschakelde deskundigen terugkoppelen en desnoods ingrijpt of overschakelt op een andere deskundige.
Gezien de wijze van toetsing door het UWV, volgen in het navolgende wat handzame tips en handvatten.
- Wees alert op een (onterecht) afgegeven reïntegratieblokkerend advies van de bedrijfsarts waarbij termen als ‘geen (duurzaam) benutbare mogelijkheden’ of ‘marginale mogelijkheden’ worden gebruikt.
- Laat werken op arbeidstherapeutische basis (AT-basis) voor hooguit 6 weken voortbestaan.
- Bij twijfel over uw eigen inspanningen, vraag een deskundigenoordeel aan bij het UWV om te beoordelen of u als werkgever voldoende reïntegratie-inspanningen hebt verricht.
- Inzet 2e spoor al onderzoeken binnen 6 weken nadat 1ste spoor niet mogelijk (b)lijkt omdat bijvoorbeeld passende arbeid niet structureel is en/of van een lager functieniveau.
- Naast de Eerstejaarsevaluatie geadviseerde evaluatiemomenten in week 13, 26 en 39.
Mocht u als werkgever onverhoopt geconfronteerd worden met een loonsanctie, dan heeft u als werkgever nog wel juridische mogelijkheden. Maar al met al geldt: “voorkomen is beter dan genezen”.
Dunya van der Mark