Ook schadevergoeding bij gegrond bezwaarschrift opname DNA
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer:
Rekestnummer:
Beschikking van de enkelvoudige raadkamer in strafzaken, op het op 26 augustus 2014 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift op grond van het bepaalde in artikel 591a van het Wetboek van Strafvordering (Sv), van
XXX,
geboren op te (),
domicilie kiezende ten kantore van diens raadsman,
mr. P.R. de Korte, advocaat te Amsterdam,
(hierna te noemen: verzoeker).
Het verzoekschrift is in openbare raadkamer behandeld op 27 januari 2015. Gehoord zijn de officier van justitie en de raadsman. Verzoeker is, alhoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
Het verzoek strekt er toe dat de rechtbank een vergoeding toekent voor de kosten van de raadsman ten bedrage van € xxx,- en de kosten van de raadsman voor het indienen en mondeling behandelen van het verzoekschrift.
De rechtbank heeft kennis genomen van de inhoud van het dossier in de strafzaak tegen verzoeker als verdachte (met opgemeld parketnummer) en van voornoemd verzoekschrift.
De rechtbank gaat bij de beoordeling van het onderhavige verzoek uit van de navolgende feiten en omstandigheden:
1. door verzoeker is op 26 mei 2014 een bezwaarschrift ex art. 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden ingediend;
2. dit bezwaar is op 4 augustus 2014 gegrond verklaard en de beschikking is onherroepelijk geworden.
Overwegingen
Verzoeker vraagt een vergoeding van kosten rechtsbijstand gemaakt naar aanleiding van een bezwaarprocedure ex art. 7 DNA-onderzoek bij veroordeelden. De raadsman heeft het verzoekschrift toegelicht en de rechtbank verzocht, gelet op de beschikking van de rechtbank Noord-Nederland d.d. 21 maart 2013 (ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ5018), artikel 591a Sv naar analogie toe te passen nu de rechtbank voormeld bezwaarschrift bij beschikking van 4 augustus 2014 gegrond heeft verklaard.
De rechtbank volgt de overwegingen van de rechtbank Noord-Nederland (beschikking d.d. 21 maart 2013 ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ5018):
`Op grond van artikel 591a Sv kan aan een gewezen verdachte aan wie geen straf of maatregel is opgelegd en waarbij geen toepassing is gegeven aan artikel 9a Wetboek van Strafrecht, een kostenvergoeding worden toegekend.
In deze zaak betreffen het kosten van rechtsbijstand en daarmee samenhangende kosten, gemaakt in verband met het voeren van een bezwaarprocedure op grond van artikel 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden, en welk bezwaarschrift gegrond is verklaard.
Vast staat dat er geen wettelijke regeling bestaat waar onderhavig verzoek op kan worden gebaseerd. De vraag rijst dan of een redelijke wetstoepassing kan inhouden dat artikel 591a Sv naar analogie van toepassing kan zijn op onderhavig verzoek.
In artikel 591a lid 4 Sv wordt bepaald dat artikel 591 tweede tot en met vijfde lid Sv van overeenkomstige toepassing is. Het vijfde lid van artikel 591 Sv bepaalt dat de procedure ook van toepassing is op de behandeling van klaagschriften als bedoeld in de artikelen 552a tot en met 552b Sv ( kort gezegd: beklag tegen inbeslagname, verbeurdverklaring en onttrekking aan het verkeer).
Naar het oordeel van de rechtbank is de vergoedingsregeling van artikel 591 Sv een zelfstandige regeling. Het hoeft niet noodzakelijkerwijs te gaan om een gewezen verdachte die als belanghebbende de klaagschriften ex artikel 552a en 552b Sv heeft ingediend. Een vergoeding kan derhalve worden toegekend ongeacht de afloop van de strafzaak.
Voor het in artikel 591 lid 2 Sv (en artikel 591a Sv) genoemde “beëindigen van de zaak” dient naar het oordeel van de rechtbank mede gelezen te worden “de onherroepelijke beschikking” op de in artikel 552a en 552b Sv bedoelde klaagschriften.
Gelet op het vorenstaande houdt een redelijke wetstoepassing in dat artikel 591 Sv naar analogie ook van toepassing is op succesvol ingediende klaagschriften op grond van artikel 7 Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden en welk klaagschriften onherroepelijk zijn geworden.
Nu het verzoek tijdig is ingediend acht de rechtbank het verzoek tot vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand toewijsbaar tot na te melden bedrag.’
Kosten indienen en mondeling toelichten verzoek
De rechtbank is van oordeel dat aan kosten van de raadsman voor het indienen en mondeling toelichten van het verzoekschrift een vergoeding op zijn plaats is zoals die gewoonlijk wordt toegewezen, te weten €xxx,- (inclusief btw).
In totaal is derhalve naar het oordeel van de rechtbank, alle omstandigheden in aanmerking nemend, een vergoeding toewijsbaar tot een bedrag van € xxx,-.
Beslissing
De rechtbank:
– kent toe aan verzoeker uit ’s Rijks kas een vergoeding ten bedrage van € xxx,- (zegge: xxxx euro);
Beveelt de griffier van deze rechtbank voormeld bedrag aan verzoeker uit te betalen op rekeningnummer INGxxxxx, t.n.v. XXX, o.v.v. XXX/OM Sv.
Deze beslissing is gewezen door mr. P. Bender, rechter, als lid van de enkelvoudige raadkamer, in tegenwoordigheid van mr. C.M. van de Kamp, griffier en uitgesproken in openbare raadkamer van deze rechtbank van 10 februari 2015