UWV: groep kinderdagverblijven is een bedrijfsvestiging
Kan gespiegeld worden binnen een groep van kinderdagverblijven en/of buitenschoolse opvang locaties (werksoort)? Ofwel is het mogelijk een kinderdagverblijf of een groep kinderdagverblijven aan te wijzen als bedrijfsvestiging? En geldt hetzelfde voor een buitenschoolse opvang? Allemaal relevante vragen in de kinderopvangsector die zich begin 2013 nog altijd geconfronteerd ziet met de noodzaak tot reorganiseren.
Vorig jaar mei stond op onze site een artikel over de mogelijkheid een vooradvies te vragen aan het UWV WERKbedrijf (hierna: UWV). Via dit traject zou een kinderopvangorganisatie voordat ontslag werd gevraagd, duidelijkheid kunnen krijgen of een individueel kinderdagverblijf of buitenschoolse opvanglocatie aan te merken viel als bedrijfsvestiging. Binnen die bedrijfsvestiging zou vervolgens via het afspiegelingsbeginsel bepaald worden wie voorgedragen zouden worden voor ontslag. Doordat het vooraf duidelijk was hoe het UWV over deze materie dacht, slaagde de kinderopvangorganisatie erin de reorganisatie af te ronden via vaststellingsovereenkomsten en dus zonder een ontslagprocedure.
Sindsdien is gebleken dat niet ieder regiokantoor van het UWV hieraan mee wilde werken. Regiokantoren hielden de boot af en verwezen kinderopvangorganisaties eenvoudigweg naar de standaard ontslagprocedure. Vooraf werd door het UWV geen duidelijkheid (meer) gegeven, wat het sluiten van vaststellingsovereenkomsten zo goed als onmogelijk maakte. De UWV-procedure moest weer worden doorlopen, wat de doorlooptijd van een reorganisatie aanzienlijk verlengt. Onwenselijk in een tijd waarin veel organisaties het spreekwoordelijke water aan de lippen staat en juist snel kunnen schakelen een noodzaak is.
Door het UWV regiokantoor te Haarlem zijn recent een groot aantal beslissingen afgegeven over de bedrijfsvestiging. Ook in Haarlem weigerde het regiokantoor vooraf duidelijkheid te verschaffen. In de ontslagprocedure volgde het UWV de kinderopvangorganisatie alsnog in haar argumentatie dat een groep kinderdagverblijven gezamenlijk beschouwd kunnen worden als een bedrijfsvestiging. Dit maakte het mogelijk om af te spiegelen in de functie pedagogisch medewerker binnen de bedrijfsvestiging kinderdagverblijf. De pedagogisch medewerkers in de bedrijfsvestiging buitenschoolse opvang konden op die manier buiten de reorganisatie gehouden worden. Deze wijze van afspiegelen voorkwam onnodige verbreking van de vertrouwensband tussen kind, leidster en ouder binnen de buitenschoolse opvang. Het is deze vertrouwensband die cruciaal is voor de kwaliteit van de kinderopvang en de tevredenheid van de klanten.
Uit de beslissingen volgt dat het UWV allereerst beoordeelde of een kinderdagverblijf te beschouwen viel als een bedrijfsvestiging. Volgens het UWV was dit het geval. Doorslaggevende betekenis werd door het UWV toegekend aan het verschil in wettelijke (kwaliteits-) eisen, de verplichte separate inschrijving in het Landelijk Kinderopvang Register, de doelgroep en de werkwijze. Vervolgens keek het UWV of uitwisseling bestond van personeel, het zogenoemde correctiemechanisme. Tussen de kinderdagverblijven werd regelmatig personeel uitgewisseld. Het UWV concludeerde op basis hiervan uiteindelijk dat alle kinderdagverblijven (de werksoort) samen als bedrijfsvestiging beschouwd konden worden. De door de kinderopvangorganisatie voorgestane ontslagvolgorde werd gevolgd. De buitenschoolse opvang werd buiten beschouwing gelaten en gevrijwaard van gedwongen ontslagen.
De beslissingen van het UWV te Haarlem zijn belangrijk voor de kinderopvang. In een tijd waarin organisaties zich noodgedwongen zien te reorganiseren, is het kunnen reorganiseren met zo min mogelijk onnodige wijzigingen in de personele bezetting op de locatie van immers groot belang. Niet alleen omdat daardoor de vertrouwensband tussen kind-leidster-ouder in stand blijft, maar ook omdat hierdoor voorkomen kan worden dat werknemers die blijven ook nog eens verplicht worden van locatie/werkplek en vaak zelfs doelgroep (kinderdagopvang/buitenschoolse opvang) te veranderen. Dit komt de kwaliteit van de dienstverlening noch rust in de organisatie ten goede. Met de beslissingen van het UWV staat vast dat een “kinderdagverblijf” en een “groep kinderdagverblijven” beide een bedrijfsvestiging kunnen vormen. Ditzelfde geldt ook voor de buitenschoolse opvang.
Mr. Charlotte Koopman