SFT ↔ Boogaard Taxi Service B.V.
RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE Sector kanton
Locatie Leiden
1159730YCV EXPI: 12-2443 Datum: 30 mei 2012
Vonnis in de zaak van:
de stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi, wonende/gevestigd te Culemborg,
eisende partij,
rolgemachtigde: mr. M.W.M. Heijlaerts,
tegen
de besloten vennootschap Boogaard Taxi Service B.V., wonende/gevestigd te Leiderdorp,
gedaagde partij,
vertegenwoordigd door: , directeur.
Procedure
Bij dagvaarding d.d. 2 april 2012 heeft eisende partij tegen gedaagde partij een vordering ingesteld zoals omschreven in de dagvaarding.
Op de rolzitting van 18 april 2012 is aan gedaagde partij op haar verzoek een termijn verleend tot de rolzitting van 16 mei 2012 voor het (mondeling of schriftelijk) nemen van een conclusie van antwoord. Dit is gedaagde partij nadien bij brief van de griffier meegedeeld. Gedaagde partij is op de daarvoor aangewezen zitting echter niet verschenen en heeft evenmin op andere wijze gereageerd. Op grond daarvan is de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.
Beoordeling
Voor de omschrijving van de vordering van eisende partij en de daartoe aangevoerde gronden wordt verwezen naar de dagvaarding waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Nu gedaagde partij, hoewel zij daartoe naar behoren in de gelegenheid gesteld is, tegen de vordering van eisende partij geen verweer heeft gevoerd, moet warden uitgegaan van de juistheid van de feiten die eisende partij aan de vordering ten grondslag heeft gelegd. Deze feiten vormen naar het oordeel van de kantonrechter een toereikende grondslag voor de vordering, zodat deze kan worden toegewezen, met dien verstande, dat de medegevorderde dwangsom zal warden gematigd op na te melden wijze. Als de in het ongelijk gestelde partij dient gedaagde partij te warden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eisende partij.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde partij tot naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO SFT en meer precies tot overlegging van de stukken zoals genoemd onder punt 7 van de inleidende dagvaarding en gespecificeerd in de brief van SFT d.d. 14 november 2011, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van C 250,– voor iedere dag dat gedaagde partij met enig onderdeel in gebreke blijft, zulks tot een maximum van e 15.000,—, tot aan de dag der algehele voldoening;
Rolnr.: 1159730 1 CV EXPL 12-2443 2
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen e 8.353,24, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der
dagvaarding tot aan de, dag der algehele voldoening;
–_____
veroordeelt gedaagde partij in de proceskosten, tot op deze uitspraak aan de zijde van eisende partij begroot op €770,27;-waaronder begrepen €250i— voor gemachtigdensalaris, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde BTW;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. F.P.L.M. Vennix en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 mei 2012.