SFT ↔ xxx h.o.d.n. Taxi Comfort
RECHTBANK OOST-BRABANT Kanton Eindhoven
Zaaknummer 858307
Rolnummer 12-983
Uitspraak 25 april 2013
in de zaak van:
Stichting Sociaal Fonds Taxi, gevestigd te Culemborg,
eiseres,
gemachtigde: M.W.M. Heijlaerts,
tegen
, h.o.d.n. Taxi Comfort
wonende te
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen zullen hierna worden genoemd “Sociaal Fonds Taxi” en ” Taxi Comfort”.
1. Het verloop van het geding
1.1 Dit blijkt uit het volgende:
1.a. de dagvaarding;
2.b. het verslag van het mondeling antwoord, tevens houdende een tegenvordering;
3.c. aanvullende conclusie van antwoord in conventie;
4.d. de aantekeningen van de zitting, gehouden op 22 maart 2013, ten behoeve waarvan Sociaal Fonds Taxi schriftelijke aantekeningen (met bijlagen) in het geding heeft gebracht.
Na de zitting van 22 maart 2013 heeft de kantonrechter via de griffie nog een conclusie van antwoord in reconventie ontvangen. Deze conclusie is niet genomen ter zitting van 22 maart 2013 en behoort niet tot de processtukken.
1.2 Vervolgens is vonnis bepaald.
2. Het geschil
in conventie en in reconventie
2.1. Sociaal Fonds Taxi vordert betaling van € 875,- als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met rente en kosten als vermeld in de dagvaarding.
Stichting Sociaal Fonds Taxi legt daaraan, zakelijk weergegeven, het volgende ten grondslag. In de bedrijfstak taxivervoer gelden de CAO Taxivervoer en de CAO Sociaal Fonds Taxi. Het Sociaal Fonds Taxi voert onder meer controles op de naleving van deze CAO’s uit. In artikel 3 lid 2 CAO is bepaald dat de werkgever verplicht is, op de wijze vermeld in een door Sociaal Fonds Taxi op te stellen reglement, aan te tonen dat hij de bepalingen van voornoemde CAO’s getrouwelijk naleeft. Ingevolge artikel 5, Bijlage I van dit reglement rust de bewijslast van het naleven van de CAO’s op de werkgever, hetgeen moet blijken uit een door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke administratie.
Indien de werkgever na ingebrekestelling door of namens het Sociaal Fonds Taxi gedurende ten minste 14 dagen nalatig blijft — kort gezegd — door het Sociaal Fonds Taxi opgevraagde gegevens te verstrekken dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is de werkgever door dat enkele feit verplicht aan Sociaal Fonds Taxi een forfaitaire schadevergoeding te betalen. (artikel 9 lid 2, Bijlage I, Reglement Sociaal Fonds Taxi). Artikel 9 lid 3 van dit reglement bepaalt dat — samengevat — de werkgever schadeplichtig wordt jegens Sociaal Fonds Taxi indien de werkgever na ingebrekestelling tenminste 14 dagen volhardt bij het niet naleven van de CAO op de in de ingebrekestelling vermelde punten. De forfaitaire
schadevergoeding wordt berekend via een vaste formule als vermeld in artikel 9B lid 1,
Bij lage I van het Reglement, maar bedraagt in ieder geval (minstens) 125,- maal het aantal weken van verzuim.
Op 7 november 2011 heeft Sociaal Fonds Taxi bij Taxi Comfort een onderzoek uitgevoerd naar de naleving van de CAO, waarbij verschillende overtredingen zijn geconstateerd, als te lage lonen bij diverse werknemers en onjuiste pensioeninhouding. Per brief van 12 december 2011 is gerapporteerd met het verzoek de overtredingen te corrigeren, en ten bewijze daarvan zijn stukken opgevraagd. Op 16 januari 2012 heeft Sociaal Fonds Taxi stukken ontvangen, maar deze waren niet compleet. Op 20 januari en 24 februari 2012 zijn nogmaals brieven verstuurd door Sociaal Fonds Taxi met een verzoek om medewerking. In maart zijn stukken ontvangen van de boekhouder van Taxi Comfort, waarna op 23 maart Sociaal Fonds Taxi per brief heeft aangegeven dat nog enkele stukken ontbraken.
Op 14 april 2012 heeft Sociaal Fonds Taxi Taxi Comfort gesommeerd met gelijktijdige ingebrekestelling de laatstgenoemde ontbrekende stukken alsnog binnen 14 dagen te overleggen, op straffe van verbeurte van een forfaitaire schadevergoeding. Op 21 juni heeft Sociaal Fonds Taxi de benodigde controledocumenten ontvangen, waarmee het CAO onderzoek is afgerond. Het verbeurde bedrag aan forfaitaire schadevergoeding over de periode 1 mei tot 21 juni 2012, de datum waarop de stukken alsnog zijn ontvangen, bedraagt
875,- (7 weken x E 125,-). Dijn- is niet ingegaan op een door Sociaal Fonds Taxi gedaan schikkingsvoorstel.
2.2. voert verweer en voert daartoe aan dat hij met de mensen van Sociaal Fonds Taxi beschikking stond. Met betrekking tot nog ontbrekende stukken heeft hij gezegd dat Sociaal Fonds Taxi dat maar met zijn boekhouder moest regelen en met de salarisadministrateur contact moest onderhouden, omdat die meer van de materie op de hoogte was. Uiteindelijk heeft Sociaal Fonds Taxi alle stukken gekregen. Taxi Comfort bestrijdt dat er sprake was van overtredingen, die waren op één puntje na weerlegd door de boekhouder.
3. De beoordeling
in conventie
3.1. Tussen partijen staat het volgende vast: Naar aanleiding van een op 7 november 2011 uitgevoerde controle bij Mn- heeft Sociaal Fonds Taxi in december 2011, januari, februari en maart 2012, brieven verstuurd naar Taxi Comfort met verzoeken om aanvullende informatie. In reactie hierop heeft Taxi Comfort die informatie gedeeltelijk verstrekt. Na sommatie met ingebrekestelling op 14 april 2012 heeft Sociaal Fonds Taxi uiteindelijk op 21 juni de benodigde controledocumenten ontvangen. Vast staat dat Taxi Comfort in beginsel de gevorderde schadevergoeding ad € 125,- per week verschuldigd is over de periode 1 mei tot 21 juni 2012 (7 weken).
3.2. voert tegen de vordering aan dat de door Sociaal Fonds Taxi geconstateerde overtredingen op één punt na door de boekhouder zijn weerlegd. Daarnaast zou Sociaal Fonds Taxi zich met zijn boekhouder, respectievelijk salarisadministrateur in verbinding hebben moeten stellen voor de nog ontbrekende informatie. Bij comparitie van antwoord heeft Holtrop (namens Sociaal Fonds Taxi) gezegd zich niet te herinneren dat hem gezegd is dat hij rechtstreeks naar de boekhouder diende te gaan. Hiertegen heeft Dein geen verder verweer gevoerd.
De kantonrechter oordeelt hierover als volgt: Los van het bestaan van een dergelijke afspraak rust ingevolge de bepalingen van de CAO op de werkgever de verplichting de benodigde informatie te verstrekken. Het had daarom op de weg van Taxi Comfort gelegen om zo nodig door middel van zijn boekhouder de opgevraagde informatie aan Sociaal Fonds Taxi te doen toekomen.
Het verweer van Taxi Comfort dat de (vermeende) overtredingen zijn hersteld, gaat voorbij aan de grondslag van de vordering. Immers, deze is gebaseerd op het niet (tijdig) verstrekken van de gevraagde informatie aan Sociaal Fonds (artikel 9 lid 2, Bijlage 1 Reglement Sociaal Fonds Taxi). Tegen de (wijze van) berekening van de forfaitaire schadevergoeding heeft geen verweer gevoerd. Nu de verweren van Taxi Comfort worden verworpen, zal de vordering tot betaling van de forfaitaire schadevergoeding worden toegewezen. De wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding is eveneens toewijsbaar.
Daarnaast vordert Sociaal Fonds Taxi vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Uit de stukken blijkt dat enkel sprake is van een herhaalde aanmaning en een eenregelig schikkingsvoorstel. Deze werkzaamheden zijn niet van zodanige aard dat zij naast de proceskostenveroordeling een afzonderlijke vergoeding rechtvaardigen.
– zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Eis in reconventie.
3.3. heeft bij wijze van tegenvordering gevraagd Sociaal Fonds Taxi te veroordelen in de kosten die hij aan zijn boekhouder heeft moeten betalen voor het onderzoek dat de boekhouder heeft verricht ten behoeve van de controle door Sociaal Fonds Taxi. Daarnaast vraagt Taxi Comfort een vergoeding voor de tijd (een uur) die gemoeid was met het aanwezig zijn ter zitting voor mondeling antwoord op 1 november 2012. Daarvoor vraagt een bedrag van € 36,60, zijnde zijn wachttijdtarief. Sociaal Fonds Taxi stelt dat de kosten van de boekhouder niet op Sociaal Fonds Taxi kunnen warden afgewenteld nu Taxi Comfort verplicht is tot medewerking aan – kort gezegd – de controles door Sociaal Fonds Taxi (punt 11 van de aantekeningen ten behoeve van de zitting ingebracht door Sociaal Fonds Taxi).
3.4. De vordering in reconventie zal warden afgewezen nu de kosten voor de boekhouder voortvloeien uit de verplichtingen van de werkgever in het kader van het bepaalde in
Zaaknummer: 858307 blad 4
voornoemde CAO’s om bepaalde bedrijfs- en financiële informatie te verschaffen aan Sociaal Fonds Taxi.
3.5. Taxi Comfort zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Deze worden vastgesteld op nihil.
4. De beslissing De kantonrechter: in conventie
veroordeelt Taxi Comfort om aan Sociaal Fonds Taxi te betalen de som van € 875,- te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 16 oktober 2012 tot aan de dag van voldoening;
veroordeelt Taxi Comfort in de kosten van de procedure, aan de zijde van Sociaal Fonds Taxi tot heden vastgesteld op € 79,27 aan explootkosten, E 437,- aan griffierecht en € 200,- als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
verklaart dit vonnis voor wat betreft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd; in reconventie
wijst de vorderingen van Taxi Comfort af;
veroordeelt Taxi Comfort in de kosten van de procedure tot op heden vastgesteld op nihil;
wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.P.M. Rousseau, en in het openbaar uitgesproken op 25 april 2013.
VOOR GROSSE
de griffier van de rechtbank Oost-Brabant
Kanton Eindhoven