SFT ↔ Taxi Lexmond

gedaagden met enig onderdeel van het gevorderde in gebreke blijft, totdat volledig aan de vordering is voldaan en gedaagden te veroordelen om aan eiseres te betalen € 15.800,34 als forfaitaire schadevergoeding met rente en kosten zoals in de dagvaarding omschreven. Tegen gedaagden is verstek verleend.

1. 2.    De beoordeling van de vordering

De vordering komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en wordt dan ook toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.

De gevorderde dwangsom zal warden gemaximeerd zoals hieronder vermeld.

3. De beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt gedaagden tot naleving van de Taxi CAO en de CAO SFT en meer precies tot het overleggen van:

• ·            Een overzicht van alle werknemers die op 31 december 2011 een saldo uren in tijd

hadden en een salarisspecificaties met daarop de uitbetaling en betalingsbewijzen;

• ·            Een berekening per werknemer van de nabetaling van de extra gewerkte uren en een

salarisspecificatie met daarop de nabetaling en een betalingsbewijs;

• ·            Het verschil van E 147,50 aan de  uit te betalen en een betalingsbewijs

van deze transactie;

• ·            Een berekening per werknemer van de gewerkte uren op algemeen erkende

feestdagen en een salarisspecificatie met daarop de nabetaling daarvan en een

betalingsbewijs;

• ·            Een overzicht per werknemer vanaf 1 juni 2010 van alle gemaakte overuren en de

correctie die wordt toegepast vanwege de 20% overurentoeslag;

• ·            Een overzicht van de uitgevoerde correcties voor wat betreft het pensioenfonds,

specificaties van correctienota’s die zij naar aanleiding van hun correcties van het pensioenfonds ontvangen,

zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van E 100,00 voor iedere dag dat gedaagden met enig onderdeel van het gevorderde in gebreke blijft, tot een maximum van

E 15.000,00.

veroordeelt gedaagden hoofdelijk, des dat de een betalend de ander zal zijn bevrijd, om aan eiseres tegen kwijting te betalen € 15.800,34 als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

veroordeelt gedaagden, eveneens hoofdelijk, in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op E 969,84 aan verschotten en 300,00 aan salaris voor de gemachtigde;

verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het méér of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

40

;