SFT ↔ Taxi-2-call
vonnis
RECHTBANK BREDA
Sector kanton
Locatie Tilburg
Zaak/rolnr.: 585815 VV EXPL 10-19 vonnis in kort geding d.d. 1 maart 2010 inzake
de stichting
Stichting Sociaal Fonds Taxi,
statutair gevestigd te Culemborg,
eiseres,
gemachtigde: mr. drs. M,H.D. Vergouwen; ter zitting mr.. M.W.M. Heijlaerts, beiden advocaat te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap Taxi-2-Call B.V.
statutair gevestigd en kantoorhoudende te , gedaagde,
vertegenwoordigd door haar .
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het exploot van dagvaarding van 8 februari 2010 met producties 1t/m 10;
b. de aantekeningen van de griffier met betrekking tot het verhandelde ter terechtzitting van 15 februari 2010.
2. Het geschil en de beoordeling daarvan
2.1 De vordering van eiseres is neergelegd in de dagvaarding waarvan een afschrift -inclusief productie 4, doch exclusief de overige producties- aan dit vonnis is gehecht.
2.2 Namens gedaagde is haar directeur ter zitting verschenen. Deze heeft erkend dat niet volledig werd voldaan aan de in de dagvaarding breder omschreven verplichtingen. Ter voldoening aan de primaire vordering sub 1 in het petitum van de dagvaarding heeft hij aan de gemachtigde van eiseres bescheiden overgelegd met daarin, naar hij heeft gesteld, de door eiseres in deze procedure verlangde gegevens. Tegen de vordering tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en die tot veroordeling in proceskosten heeft hij geen verweer gevoerd.
haar nalaten kosten zijn veroorzaakt. zullen de vorderingen worden toegewezen, met dien verstande dat de gevorderde dwangsommen eerst na het verstrijken van vier dagen na de betekening van dit vonnis zullen worden verbeurd en de som daarvan tot na te melden bedrag zal worden gemaximeerd. Nadat de kantonrechter dit aan partijen heeft voorgehouden hebben zij beiden verklaard daarmee in te stemmen. Derhalve wordt beslist als hierna vermeld.
2.4 Gelet op de uitkomst van deze procedure zal gedaagde worden verwezen in de kosten daarvan.
3. De beslissing bij wege van voorlopige voorziening De kantonrechter:
– veroordeelt gedaagde tot naleving van de Taxi CAO en meer precies op de punten zoals gespecificeerd onder punt 6 van de aan dit vonnis gehechte dagvaarding en in de brief d.d. 4 november 2008 van eiseres aan gedaagde, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 250,– voor iedere dag dat gedaagde vanaf de vijfde dag nadat dit vonnis aan haar is betekend daarmee in gebreke blijft en zulks met een maximum van € 5.000,—;
– veroordeelt gedaagde voorts om ter zake van buitengerechtelijke incassokosten aan eiseres te betalen het bedrag van € 535,- inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 8 februari 2010 tot aan de dag van de algehele voldoening;
– verwijst gedaagde in de kosten van dit geding en veroordeelt haar lot betaling van deze kosten aan de zijde van eiseres gevallen tot deze uitspraak begroot op in totaal € 571,89, waarvan € 200,- als salaris voor de gemachtigde van eiseres;
– verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; – wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.L. Kerkhofs en in het openbaar uitgesproken op 1 maart 2010.