SNCU ↔ YILMAZ UITZENDBUREAU B.V.
RECHTBANK OOST-BRABANT
Kanton Eindhoven
Zaaknummer : 2564065
Rolnummer : CV EXPL 13-15615
Uitspraak : 26 juni 2014
in de zaak van:
de stichting
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten,
Gevestigd te Barendrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Yilmaz Uitzendbureau B.V.,
gevestigd te Helmond,
gedaagde,
gemachtigde: mr. E. Akdeniz.
Partijen zullen hierna SNCU en Yilmaz Uitzendbureau genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
– de dagvaarding van 13 november 2013, met producties,
– de conclusie van antwoord, met productie, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 14 februari 2014,
– de comparitie van partijen, gehouden op 14 april 2014, waarvan de griffier aantekening heeft gehouden. Bij deze gelegenheid heeft de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau bij schrijven van 8 april 2014 tevoren toegezonden producties in het geding gebracht,
– het verzoekschrift van de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau tot wraking van de behandelend kantonrechter;
– de kantonrechter heeft daarop schriftelijk en gemotiveerd bericht dat zij niet in de wraking berust;
– de wrakingskamer van deze rechtbank heeft het verzoek niet-ontvankelijk verklaard.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende
weersproken en/of op grond van de onbestreden inhoud van overgelegde producties het volgende vast:
a) Yilmaz Uitzendbureau is werkzaam in de uitzendbranche. Zij valt onder de werking van de – algemeen verbindend verklaarde – CAO voor Uitzendkrachten (CAO Uitzendkrachten) en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche (CAO SFU).
b) SNCU is in februari 2004 opgericht door werknemersorganisaties en de werkgeverorganisatie in de uitzendbranche. Een van haar belangrijkste taken is het toezien op een correcte naleving van voormelde CAO’s. De CAO SFU kent conform artikel 2 dezelfde uitgebreide werkingssfeer als de CAO Uitzendkrachten. SNCU heeft de bevoegdheid om namens de bij de CAO’s betrokken partijen in en buiten rechte op te treden ter verkrijging van maatregelen tegen werkgevers die de bepalingen van deze CAO’s niet getrouwelijk naleven.
c) SNCU heeft een deel van haar bevoegdheden overgedragen aan de Commissie Naleving CAO voor Uitzendkrachten (hierna te noemen: CNCU). CNCU kent het houden van toezicht op de naleving van de CAO’s als haar specifieke doel.
d) Ten aanzien van CNCU zijn in de CAO SFU een tweetal reglementen opgenomen. In artikel 4 lid 3 van Reglement II is bepaald dat de werkgever verplicht is zijn volledige en voortvarende medewerking te verlenen aan onderzoek door CNCU. Ingevolge lid 2 van voornoemd artikel dient het aantonen van het getrouwelijk naleven van de CAO’s onder meer te blijken uit de door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke loon- en arbeidstijdenadministratie.
In artikel 5 van Reglement II is de werkwijze van CNCU weergegeven.
Conform artikel 6 van Reglement II is een werkgever, die na ingebrekestelling door of namens SNCU gedurende tenminste veertien dagen in gebreke blijft de vanwege SNCU verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO’s naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, door dat enkele feit verplicht aan SNCU een forfaitaire schadevergoeding te betalen. Eenzelfde forfaitaire schadevergoeding is ook verschuldigd indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens SNCU gedurende veertien dagen volhardt in het niet naleven van de CAO’s.
e) SNCU is op 7 december 2010 een onderzoek gestart naar de naleving van de CAO’s door Yilmaz Uitzendbureau, waarbij het onderzoek ziet op de periode 1 januari 2009 tot en met 27 maart 2009 en 27 juni 2009 tot en met 31 december 2010.
De door Yilmaz Uitzendbureau in dat kader aan SNCU toegezonden stukken zijn beoordeeld door SNCU en CNCU. Bij brief van 18 mei 2011 is namens SNCU aan Yilmaz Uitzendbureau medegedeeld dat er een gegrond vermoeden bestaat van niet naleving van de CAO Uitzendkrachten.
f) Naar aanleiding hiervan is op 8 juli 2011 een controle ter plaatse uitgevoerd door het onafhankelijke, externe onderzoeksbureau VRO. De voorlopige uitkomsten van deze audit zijn in concept aan Yilmaz Uitzendbureau gezonden, om haar in de gelegenheid te stellen hierop te reageren. Een reactie zijdens Yilmaz Uitzendbureau is uitgebleven. De conceptrapportage is dan ook ongewijzigd omgezet in de definitieve rapportage, welke eveneens aan Yilmaz Uitzendbureau is toegezonden. In de rapportage komt VRO tot de conclusie dat Yilmaz Uitzendbureau de CAO Uitzendkrachten niet (voldoende) heeft nageleefd.
g) Bij brief van 15 december 2011 is Yilmaz Uitzendbureau namens SNCU geïnformeerd over de bevindingen van VRO aan de hand van de definitieve rapportage en is haar te kennen gegeven op welke onderdelen zij de CAO Uitzendkrachten volgens het onderzoek niet volledig naleeft. Voorts is in deze brief vermeld dat over de controleperiode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2010 een materiële benadeling van de medewerkers van Yilmaz Uitzendbureau is vastgesteld van in totaal € 70.437,00.
Yilmaz Uitzendbureau is bij deze brief in gebreke gesteld en gesommeerd te verklaren 1) dat zij de CAO Uitzendkrachten voortaan volledig zal naleven, 2) dat zij overgaat tot nabetaling van het vastgestelde bedrag aan achterstallig salaris ad € 70.437,00 binnen twaalf weken na 15 december 2011 en 3) dat zij volledige medewerking zal verlenen aan een hercontrole.
Verder is in deze brief, voor zover thans van belang, nog het volgende opgenomen:
“Namens het bestuur van de SNCU deel ik u mede dat krachtens het gestelde in artikel 6 lid 1 Reglement werkwijze CNCU de forfaitaire schadevergoeding is vastgesteld op € 4.438. Bij vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding is rekening gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van uw onderneming.
Deze vastgestelde forfaitaire schadevergoeding verbeurt na het verstrijken van de gestelde termijn van 14 dagen na dagtekening dezes. Indien u na deze 14 dagen nalatig blijft aan de vanwege de door de SNCU gestelde schriftelijke voorwaarden te voldoen bent u door dit enkele feit verplicht aan de SNCU de verbeurde schadevergoeding te betalen.
Indien uit de hercontrole blijkt dat u niet volledig heeft voldaan aan punt 1 en/of punt 2 van de sommatie, bent u alsnog een schadevergoeding verschuldigd waarvan de hoogte nader zal worden bepaald, waarbij tevens rekening zal worden gehouden met de mate waarin at aan de punten 1 en 2 voldoet, respectievelijk heeft voldaan en/of zekerheid heeft gesteld voor de nakoming van uw achterstallige verplichtingen jegens de (ex)medewerkers”
h) In reactie daarop heeft Mizan B.V., Administratie & Belastingadvies, bij brief van 11 januari 2012 namens Yilmaz Uitzendbureau de gevraagde verklaringen afgelegd, met dien verstande dat met betrekking tot de compensatie van de materiële benadeling is
verklaard: “Als laatste willen we nog verklaren dat Yilmaz Uitzendbureau BV de intentie heeft om te komen tot een redelijke oplossing omtrent de verschuldigde achterstallige salaris van genoemd bedrag ad, € 70.437.”
i) De hercontrole door VRO heeft plaatsgevonden op 2 maart 2012. De voorlopige uitkomsten van deze audit zijn in concept aan Yilmaz Uitzendbureau gezonden, om haar in de gelegenheid te stellen hierop te reageren. Een (tijdige) reactie zijdens Yilmaz Uitzendbureau is uitgebleven. De conceptrapportage is dan ook ongewijzigd omgezet in de definitieve rapportage, welke eveneens aan Yilmaz Uitzendbureau is toegezonden.
j) Bij brief van 28 mei 2013 is Yilmaz Uitzendbureau namens CNCU onder meer medegedeeld:
“Op 19 april 2012 heeft VRO at de definitieve rapportage toegezonden. Uit deze rapportage blijkt dat u de vastgestelde afwijkingen niet voldoende heeft hersteld. De benadeelde werknemers zijn niet gecompenseerd. Er heeft geen nabetaling plaatsgevonden.
U wordt nog eenmaal in de gelegenheid gesteld om binnen vier weken na dagtekening dezes, tot nabetaling over te gaan van het bedrag ad e 70.437. (..) Indien ti na deze vier weken nalatig blijft (…), zullen wij u in rechte betrekken. Tevens bent 11 verplicht de dan verschuldigde forfaitaire schadevergoeding ad €14.438 alsnog aan de SNCU te betalen.”
k) Bij brief van 11 juni 2013 heeft de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau hierop onder meer te kennen gegeven:
“Van meet af aan heeft cliënte, tezamen met haar administrateur, gehoor gegeven aan de instructies van SNCU en VRO en deze opgevolgd. Telkens heeft cliënte gereageerd op de verzoeken van SNCU, heeft zij de algemeen verbindende verklaring volledig nageleefd en heeft zij volledige medewerking verleend aan VRO terzake onderzoeken en hercontroles. (…)
Aan de hand van de verzoeken van SNCU heeft cliënte de salarissen en overige emolumenten van de betreffende werknemers herberekend. Uit de berekening volgt dat cliënte verschillende werknemers meer, in plaats van minder, heeft beloond. Met de overige werknemers heeft cliënte inmiddels contact opgenomen en is de situatie aan hen uitgelegd. De werknemers verbazen zich over het standpunt van SNCU en hebben te kennen gegeven dat zij pal achter cliënte staan. Eveneens hebben de werknemers te kennen gegeven dat zij geen vordering op cliënte hebben. Indien nodig zijn zij bereid om een verklaring aan SNCU te doen toekomen, waarin zij uitdrukkelijk afstand doen van enig recht op vergoeding van cliënte. (…) Nu de werknemers geen vordering ad € 70.437,– op cliënte hebben ontbreekt de grondslag van de vordering zijdens SNCU.
Daarbij en bovenal geldt dat de vermeende vordering van SNCU niet onderbouwd is. (…). Nu cliënte de verklaringen van de werknemers binnen korte tijd zal aanleveren, is er tevens geen plaats voor de forfaitaire schadevergoeding ad € 14.348,–. Op grond van bovenstaande betwist cliënte de vermeende vordering ad € 70.437,– ± €14.438,– en is zij niet gehouden om deze aan SNCU te voldoen.”
l. Bij e-mailbericht van 21 juni 2013 heeft de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau
SNCU medegedeeld dat Yilmaz Uitzendbureau, hoewel van mening dat zij de werknemers conform cao heeft uitbetaald, wenst te verifiëren of sprake is van benadeling van de werknemers, weshalve zij bezig is met een herberekening. Verzocht wordt om uitstel tot 30 augustus 2013, opdat Yilmaz Uitzendbureau de onderliggende stukken kan overleggen en de eventuele nabetaling kan verrichten.
Voor zover thans van belang is in voormeld e-mailbericht nog opgenomen: “Uitgangspunt voor de nabetaling is het minimumsalaris conform de CAO. Cliënte stelt dat de reserveringen vakantiedagen, kort verzuim, feestdagen en vakantiegeld niet apart zijn opgenomen omdat deze zijn verdisconteerd in de betalingen aan de werknemers.”
m. Bij brief van 5 juli 2013 heeft SNCU gereageerd op voormeld e-mailbericht. SNCU heeft aan de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau laten weten vast te houden aan de indicatieve materiële schadelast zoals berekend door VRO, maar Yilmaz Uitzendbureau, gezien het indicatieve karakter hiervan, tot 12 juli 2013 de mogelijkheid te bieden een tegenberekening te maken, waarbij is opgemerkt dat een all-in loon niet is toegestaan. Verder zijn door SNCU in haar reactie rechtsmaatregelen aangekondigd en is nogmaals de forfaitaire schadevergoeding aangezegd.
n. Na nader uitstel tot 19 augustus 2013 heeft de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau op 16 augustus 2013 een groot aantal bescheiden als tegenberekening toegezonden aan de gemachtigde van SNCU, welke bescheiden vervolgens zijn overgedragen aan VRO met het verzoek deze te beoordelen en te bezien of deze leiden tot aanpassing van de vastgestelde materiële benadeling ten bedrage van € 70.437,00.
o. VRO heeft deze stukken beoordeeld en haar bevindingen in een memo van 18 september 2013 neergelegd. In de memo komt VRO tot de conclusie dat de nagestuurde stukken geen invloed hebben op de hoogte van de materiële benadeling.
p. Bij brief van 25 september 2013 heeft de gemachtigde van SNCU de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau geïnformeerd over de bevindingen van VRO. Verder heeft hij in deze brief verzocht om binnen vijf dagen een bevestiging toe te zenden dat Yilmaz Uitzendbureau alsnog overgaat tot compensatie van het volledig vastgestelde bedrag ad € 70.437,00 en tot betaling van de forfaitaire schadevergoeding ad € 14.048,00.
q. In reactie hierop is door de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau slechts verzocht om uitstel van reactie tot 9 oktober 2013. Verdere reactie is uitgebleven.
3. De vordering en het verweer
3.1. SNCU vordert – zakelijk weergegeven – Yilmaz Uitzendbureau te veroordelen:
a) tot naleving van de CAO’s indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van het vonnis in gebreke is;
b) tot nabetaling aan de betrokken werknemers van het bedrag groot € 70.437,00, zoals genoemd in de brief van 28 mei 2013, ten blijke waarvan aan SNCU betaalbewijzen en specificaties worden overgelegd, zulks binnen vier weken na betekening van dit vonnis op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat zij daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 71.000,00;
c) om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen een bedrag van € 14.438,00, als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
d) in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.619,85 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag van algehele voldoening;
e) in de kosten van deze procedure.
3.2. Yilmaz Uitzendbureau voert verweer. Zij verzoekt SNCU in haar vorderingen niet-
ontvankelijk te verklaren, althans haar deze te ontzeggen en zij verzoekt, zo er al enige vergoeding door Yilmaz Uitzendbureau aan SNCU zou zijn verschuldigd, de gevorderde forfaitaire schadevergoeding te matigen op grond van artikel 6:94 BW, zulks met veroordeling van SNCU in de kosten van dit geding, te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis.
3.3. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. Het geschil en de beoordeling daarvan
4.1. De kantonrechter stelt voorop dat tussen partijen niet in geschil is dat Yilmaz
Uitzendbureau onder de werking valt van de algemeen verbindend verklaarde CAO’s. Evenmin is tussen partijen in geschil dat aan SNCU de bevoegdheid toekomt om naleving te vorderen van het bepaalde in de CAO’s.
4.2.1. SNCU vordert in de eerste plaats veroordeling tot naleving van de CAO’s en nabetaling van de materiële benadeling – het achterstallig loon – ten bedrage van € 70.437,00 aan de betrokken werknemers van Yilmaz Uitzendbureau, een en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom.
4.2.2. SNCU legt aan haar vordering ten grondslag dat Yilmaz Uitzendbureau de toepasselijke CAO’s niet heeft nageleefd, waarbij de materiële benadeling van haar werknemers gedurende de onderzoeksperiode is vastgesteld op € 70.437,00. Deze indicatieve materiële schadelastberekening is gebaseerd op het niet berekenen en uitbetalen van (de reserveringen voor) de vakantiebijslag, vakantiedagen, kort verzuim en buitengewoon verlof en feestdagen.
Vanwege het indicatieve karakter van de schadelastberekening is Yilmaz Uitzendbureau in de gelegenheid gesteld een tegenberekening te maken.
VRO heeft de daartoe door Yilmaz Uitzendbureau toegezonden stukken beoordeeld en haar bevindingen in een memo uiteengezet. De conclusie van deze memo is dat de bescheiden die Yilmaz Uitzendbureau heeft aangeleverd niet kunnen leiden tot een aanpassing van de vastgestelde materiële benadeling.
De beoordeling komt er in essentie op neer dat Yilmaz Uitzendbureau een netto salaris is overeengekomen inclusief vakantiegeld. De enige juiste manier waarop een materiële benadeling kan worden vastgesteld, is door dit nettobedrag inclusief vakantiegeld te bruteren om vervolgens over dit brutobedrag alle reserveringen te berekenen. Yilmaz Uitzendbureau heeft een niet overeengekomen minimum salaris als uitgangspunt gehanteerd
exclusief alle reserveringen, om vervolgens dit bedrag vermeerderd met alle reserveringen te vergelijken met het uitbetaalde bedrag. Yilmaz Uitzendbureau heeft hierdoor ten onrechte het overeengekomen netto salaris verlaagd tot het wettelijk minimum. Uitgangspunt voor een benadelingsberekening dient echter het overeengekomen loon te zijn, in casu het netto loon inclusief vakantietoeslag dat gebruteerd diende te worden.
Nu een inhoudelijke reactie zijdens Yilmaz Uitzendbureau op de brief van de gemachtigde van SNCU van 25 september 2013 is uitgebleven, moet geconcludeerd worden dat Yilmaz Uitzendbureau wenst te volharden in het niet naleven van de CAO’s.
4.2.3. Yilmaz Uitzendbureau betwist de CAO’s niet te hebben nageleefd en te volharden in het niet naleven van de CAO’s.
Van meet af aan heeft Yilmaz Uitzendbureau, tezamen met haar boekhouder, gehoor gegeven aan de instructies van SNCU en VRO en deze opgevolgd. Telkens heeft Yilmaz Uitzendbureau gereageerd op de verzoeken van SNCU, heeft zij de CAO’s volledig nageleefd en heeft zij volledige medewerking verleend aan VRO ter zake onderzoeken en hercontroles.
Yilmaz Uitzendbureau heeft gebruik gemaakt van de haar geboden gelegenheid een tegenberekening te maken. Yilmaz Uitzendbureau heeft hierbij het wettelijk bruto uurloon gehanteerd en vervolgens de overige looncomponenten en reserveringen alsnog berekend. Vervolgens heeft Yilmaz Uitzendbureau een vergelijking gemaakt met hetgeen zij heeft voldaan aan haar werknemers.
Yilmaz Uitzendbureau is met haar werknemers als beloning overeengekomen een wettelijk minimumloon in combinatie met een all-in loon, waarbij de vakantietoeslag, vergoeding voor feestdagen, vergoeding vakantietoeslag over vakantie- en feestdagen en een vergoeding voor kort verzuim zijn opgenomen. Yilmaz Uitzendbureau merkt hierbij uitdrukkelijk op dat de werknemers iedere maand het netto loon inclusief emolumenten wensten te ontvangen; de uitzendbranche is conjunctuurgevoelig en het feit dat veel uitzendorganisaties failleren, maakt dat werknemers zich argwanend opstellen.
Uit de tegenberekening volgt dat een aantal werknemers meer heeft ontvangen en dat een aantal werknemers minder heeft ontvangen dan hetgeen partijen zijn overeengekomen. Met deze laatste werknemers heeft Yilmaz Uitzendbureau contact opgenomen en hen de
situatie uitgelegd. Deze werknemers verbazen zich over het standpunt van SNCU en hebben te kennen gegeven pal achter Yilmaz Uitzendbureau te staan. Zij hebben te kennen gegeven geen vordering op Yilmaz Uitzendbureau te hebben en hebben een schriftelijke verklaring afgelegd, waarin zij bevestigen dat de werknemers en Yilmaz Uitzendbureau een wettelijk minimumloon in combinatie met een all-in loon zijn overeengekomen. Uit deze door Yilmaz Uitzendbureau in het geding gebrachte verklaringen volgt dat bij het aangaan van de arbeidsovereenkomsten door Yilmaz Uitzendbureau is verklaard, en dat de werknemers
gerechtvaardigd uit die verklaring hebben begrepen, dat de overige loontoeslagcomponenten in het loon waren begrepen.
Het beloningssysteem was derhalve bekend bij de werknemers en is door hen unaniem geaccordeerd. Al hetgeen volgens de cao aan basisloon en overige emolumenten dient te worden betaald, zit voor de werknemers voldoende kenbaar en begrijpelijk verdisconteerd in het loon, zodat in die zin sprake is van een all-in afspraak. Uit de verklaringen blijkt voorts dat Yilmaz Uitzendbureau het salaris en alle overige emolumenten, waaronder vakantiegeld, aan werknemers volledig heeft voldaan. Yilmaz Uitzendbureau heeft de CAO’s dan ook nageleefd.
Uit de tegenberekening volgt dat de nabetaling die Yilmaz Uitzendbureau nog dient te doen aan een aantal van haar werknemers – voor zover hier al sprake van zou zijn – € 12.662,97 bedraagt. Yilmaz Uitzendbureau verzoekt de kantonrechter haar een redelijke termijn (van zes maanden) te gunnen om met de betreffende (ex-)werknemers in contact te komen, hun bankgegevens te verkrijgen en het bedrag over te maken. Overigens blijkt uit voormelde verklaringen dat de werknemers, mocht nog sprake zijn van enige betalingsverplichting zijdens Yilmaz Uitzendbureau, afstand hebben gedaan van enig recht daarop. Nu de werknemers geen vordering, ad € 70.437,00 op Yilmaz Uitzendbureau hebben, ontbreekt de grondslag van de vordering zijdens SCNU.
4.2.4. De kantonrechter verwerpt het betoog van Yilmaz Uitzendbureau dat zij (in de door SNCU onderzochte periode) niet tekort is geschoten in de naleving van de verplichtingen uit de CAO’s.
4.2.5. Op basis van door Yilmaz Uitzendbureau zelf verstrekte gegevens, is door VRO onder meer geconstateerd – hetwelk Yilmaz Uitzendbureau ook niet met zoveel woorden weerspreekt – dat in de onderneming van Yilmaz Uitzendbureau sprake is van diverse overtredingen van de CAO, nu (de reserveringen voor) de vakantiebijslag, vakantiedagen, kort verzuim en buitengewoon verlof en feestdagen niet zijn berekend noch uitbetaald. De daarop gebaseerde materiële benadeling van de werknemers van Yilmaz Uitzendbureau gedurende de onderzoeksperiode is vastgesteld op € 70.437,00.
4.2.6. Yilmaz Uitzendbureau voert, onder verwijzing naar haar tegenberekening, aan dat zij aannemelijk heeft gemaakt dat zij aan een enkele (ex-)werknemers nog een nabetaling dient te voldoen van € 12.662,97 en niet van € 70.437,00. Hierin ligt impliciet besloten dat Yilmaz Uitzendbureau erkent dat zij tekort is geschoten in de correcte naleving van haar verplichtingen uit de CAO’s.
4.2.7. Dat Yilmaz Uitzendbureau een dertigtal verklaringen, getekend door de betreffende (ex-)werknemers, heeft overgelegd, waarin deze werknemers onder meer verklaren dat, mocht er nog sprake zijn van enige betalingsverplichting zijdens Yilmaz Uitzendbureau, zij uitdrukkelijk afstand doen van enig recht, doet aan het vorenstaande niet af.
Het gaat niet aan een beloning achteraf te corrigeren door middel van afstandsverklaringen, waarmee dan feitelijk afstand zou worden gedaan van een deel van het aan de werknemers toekomende.
4.2.8. Uit het voorgaande volgt dat Yilmaz Uitzendbureau de CAO’s niet correct heeft nageleefd en sprake is van een schending van de CAO’s.
4.2.9. Er bestaat dan ook voldoende grond om Yilmaz Uitzendbureau te veroordelen tot naleving van de CAO’s, voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, zulks met bepaling dat Yilmaz Uitzendbureau een dwangsom van € 5.000,00 zal verbeuren voor iedere dag dat zij daarmee vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis in gebreke zal zijn. De kantonrechter ziet geen aanleiding aan de dwangsom een maximum te verbinden, nu dit de prikkel om Yilmaz Uitzendbureau tot nakoming van deze veroordeling te bewegen mogelijk vermindert.
4.2.10. De vordering van SNCU tot nabetaling aan de betrokken werknemers van Yilmaz Uitzendbureau ten bedrage van € 70.437,00 ligt eveneens voor toewijzing gereed.
4.2.11. Weliswaar voert Yilmaz Uitzendbureau aan dat uit haar tegenberekening volgt dat nog slechts een bedrag groot € 12.662,97 dient te worden nabetaald, maar deze tegenberekening is naar het oordeel van de kantonrechter niet juist.
4.2.12. Uitgangspunt voor een tegenberekening dient het overeengekomen bruto loon te zijn.
Yilmaz Uitzendbureau heeft het wettelijk minimumloon als uitgangspunt genomen voor haar tegenberekening, zoals ook expliciet aangegeven in de brief van Mizan B.V. aan de gemachtigde van Yilmaz Uitzendbureau van 8 april 2014. Yilmaz Uitzendbureau heeft aangevoerd met haar werknemers een wettelijk minimumloon in combinatie met een all-in loon, waarbij de vakantietoeslag, vergoeding voor feestdagen, vergoeding, vakantietoeslag over vakantie- en feestdagen en een vergoeding voor kort verzuim zijn opgenomen, te zijn overeengekomen. Ten bewijze hiervan heeft zij een dertigtal verklaringen van haar werknemers overgelegd. Volgens Yilmaz Uitzendbureau is aan de werknemers bij het aangaan van de arbeidsovereenkomsten verklaard en hebben de werknemers uit die verklaring gerechtvaardigd begrepen dat de overige loontoeslagcomponenten in het loon waren begrepen. Het beloningssysteem was derhalve bekend bij de werknemers en is door hen unaniem geaccordeerd.
4.2.13. De kantonrechter constateert, met SNCU, dat uit de betreffende arbeidsovereenkomsten en loonstroken ten tijde van de dienstbetrekkingen blijkt dat Yilmaz Uitzendbureau met haar werknemers een hoger bruto loon dan het wettelijk minimum loon is overeengekomen.
Yilmaz Uitzendbureau weerspreekt niet dat de vermeende afspraken, zoals die blijken uit de overgelegde verklaringen, niet overeenstemmen met het volgens de arbeidsovereenkomsten en de loonstroken overeengekomen, hogere loon.
Naar het oordeel van de kantonrechter komt aan genoemde verklaringen, eerst opgemaakt gaandeweg de onderhavige procedure en eerst ondertekend in januari 2014, onvoldoende gewicht toe om te kunnen leiden tot de conclusie dat Yilmaz Uitzendbureau met haar werknemers niet de beloning zoals blijkt uit de arbeidsovereenkomsten en de loonstroken is overeengekomen maar het wettelijk minimumloon. Dat de werknemers, zoals Yilmaz Uitzendbureau heeft aangevoerd, iedere maand het netto loon inclusief emolumenten wensten te ontvangen, doet hieraan niet af.
4.2.14. Aan de stelling van Yilmaz Uitzendbureau, inhoudende dat aan de werknemers bij het aangaan van de arbeidsovereenkomsten is verklaard en dat zij uit die verklaring gerechtvaardigd hebben begrepen dat de overige loontoeslagcomponenten in het loon waren begrepen, gaat de kantonrechter, mede gelet op de andersluidende inhoud van de arbeidsovereenkomsten en de loonstroken, voorbij, nu deze stelling anders dan door middel van voormelde, te licht bevonden verklaringen geenszins nader is onderbouwd.
4.2.15. Naar het oordeel van de kantonrechter is een all-in afspraak niet komen vast te staan en is de tegenberekening dan ook gebaseerd op een beloning die niet was overeengekomen.
4.2.16. Dit nog daargelaten dat de CAO Uitzendkrachten een minimum-cao betreft en de beloning waarop de tegenberekening is gebaseerd onder het ingevolge artikel 22 van deze cao geldende garantieloon ligt. Zelfs indien veronderstellenderwijs wordt aangenomen dat tussen Yilmaz Uitzendbureau en haar werknemers een wettelijk minimumloon in combinatie met een all-in loon is afgesproken, zou deze afspraak nietig zijn. Ingevolge het bepaalde in artikel 12 Wet CAO is elk beding tussen een werkgever en een werknemer dat strijdig is met een cao door welke zij beiden zijn gebonden immers nietig. In plaats van een dergelijk nietig beding geldt de betreffende cao-bepaling, waarmee het in strijd is.
4.2.17. Nu door Yilmaz Uitzendbureau overigens geen feiten of omstandigheden zijn aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat dat de hoogte van de door SNCU gevorderde nabetaling aan de betrokken werknemers ad € 70.437,00 niet juist is, zal de vordering tot nabetaling aan de betrokken werknemers van Yilmaz Uitzendbureau ten bedrage van
€ 70.437,00 worden toegewezen. De in dat kader gevorderde veroordeling van Yilmaz Uitzendbureau om daarop betrekking hebbende betaalbewijzen en specificaties aan SNCU over te leggen, zal eveneens worden toegewezen.
De kantonrechter ziet aanleiding aan de gevorderde dwangsom een maximum van € 71.000,00, overeenkomstig de vordering van SNCU, te verbinden.
De kantonrechter ziet voorts aanleiding de termijn waarbinnen Yilmaz Uitzendbureau aan deze veroordeling dient te voldoen te stellen op zes maanden na betekening van dit vonnis, waarmee Yilmaz Uitzendbureau de gelegenheid wordt geboden contact op te nemen met de betreffende (ex-)werknemers, hun actuele bankgegevens te verkrijgen en het bedrag over te maken, zoals dat in dezen in redelijkheid van haar kan worden verlangd.
4.2.18. De stelling van Yilmaz Uitzendbureau dat het door VRO gedane onderzoek gebaseerd is op een steekproef en niet nader onderbouwd is, leidt niet tot een ander oordeel. Gelet op de inhoud van de dagvaarding, in onderling verband en samenhang bezien met de daarbij gevoegde producties die ter zitting nader zijn toegelicht, is de kantonrechter van oordeel dat SNCU haar vordering wel degelijk voldoende heeft onderbouwd en daarmee aan haar stelplicht heeft voldaan. Dat de hoogte van de benadeling is vastgesteld op basis van een steekproef doet naar het oordeel van de kantonrechter zonder nadere onderbouwing, die ontbreekt, niet af aan de juistheid van de vaststelling van de benadeling. Hierbij betrekt de kantonrechter dat Yilmaz Uitzendbureau op het moment dat zij hiertoe in de gelegenheid is gesteld door VRO, hoewel zulks wel op haar weg had gelegen, heeft nagelaten haar bezwaren tegen de rapportage naar voren te brengen.
Deze stelling kan dan ook niet gelden als een gemotiveerde weerspreking van de juistheid van het rapport van VRO.
4.2.19. Aan de stelling van Yilmaz Uitzendbureau dat SNCU niet objectief en onafhankelijk is en handelt in eigen belang, gaat de kantonrechter in dat kader voorbij als onvoldoende onderbouwd. De CAO-partijen hebben hun bevoegdheden om naleving van de CAO’s te vorderen gedelegeerd aan SNCU. De CAO’s leveren een deugdelijke grondslag op voor de uitoefening van de bevoegdheden van SNCU als in de onderhavige procedure aan de orde. Geenszins is gebleken dat sprake is van overtreding door SNCU van deze bevoegdheden.
4.3.1. Ook de vordering van SNCU tot betaling van forfaitaire schadevergoeding als bedoeld in artikel 6 van Reglement II ten bedrage van € 14.438,00, te vermeerderen met de wettelijke rente, komt voor toewijzing in aanmerking.
4.3.2. Yilmaz Uitzendbureau voert aan dat de forfaitaire schadevergoeding feitelijk een boetebeding betreft die ertoe strekt om mee te werken aan het verstrekken van de benodigde gegevens. Nu Yilmaz Uitzendbureau volledige medewerking heeft verleend, kan geen
sprake zijn van een boete. Daarbij geldt dat een boete dient om een niet-geldelijke verplichting af te dwingen, zodat deze reeds daarom niet kan worden toegewezen.
4.3.3. Dit verweer treft geen doel. De boete die is gesteld op de omstandigheid dat Yilmaz Uitzendbureau haar informatieverplichting niet correct is nagekomen en/of heeft volhard in het niet naleven van de CAO’s moet worden onderscheiden van de vordering tot betaling van achterstallig loon.
Anders dan Yilmaz Uitzendbureau aanvoert, heeft zij ondanks herhaalde herinneringsbrieven en een ingebrekestelling volhard in een niet-correcte naleving van de CAO.
4.3.4. Het verweer van Yilmaz Uitzendbureau dat zij niet bewust en weloverwogen de CAO’s heeft overtreden, leidt niet tot een ander oordeel. Wat hier ook van zij, vast is komen te staan dat Yilmaz Uitzendbureau de CAO’s niet correct heeft nageleefd. Niet noodzakelijk is dat daarbij sprake is geweest van opzet.
4.3.5. Wel kan de rechter het boetebeding op verzoek van Yilmaz Uitzendbureau matigen, indien dit buitensporig is en daarom naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Hierin dient echter een grote mate van terughoudendheid te worden betracht.
Voor matiging van het boetebeding ziet de kantonrechter in het onderhavige geval geen aanleiding. Geenszins is gebleken dat toewijzing van de forfaitaire schadevergoeding tot het door SNCU gevorderde bedrag van € 14.438,00 tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat zal leiden.
4.3.6. Ook het verweer van Yilmaz Uitzendbureau dat SNCU de schade had dienen te onderbouwen en dat van daadwerkelijk door SNCU geleden schade geen sprake is, kan haar niet baten.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft SNCU haar vordering ter zake, gezien haar dagvaarding, voldoende onderbouwd. Daar kom bij dat SNCU op grond van artikel 6 lid 4 Reglement II niet hoeft aan te tonen dat zij de schade in de omvang als door haar gevorderd ook daadwerkelijk heeft geleden.
4.3.7. De gevorderde wettelijke rente over dit bedrag zal conform de vordering worden toegewezen.
4.4.1. Ten aanzien van de door SNCU gevorderde buitengerechtelijke kosten overweegt de kantonrechter als volgt.
4.4.2. SNCU maakt op grond van artikel 6:96 lid 2 BW aanspraak op buitengerechtelijke kosten. Zij voert daartoe aan dat zij ook zelf herhaaldelijk heeft gecorrespondeerd met Yilmaz Uitzendbureau en herhaalde pogingen heeft gedaan haar vordering te incasseren. De buitengerechtelijke incassokosten worden op grond van artikel 6:96 lid 4 BW begroot op € 1.619,85 inclusief btw, conform de staffel BIK. SNCU kan als stichting de btw niet verrekenen, waardoor concrete schade wordt geleden. SNCU heeft de nota’s ter hoogte van dit bedrag reeds aan haar gemachtigde voldaan, zodat hiermee ook de wettelijke rente hierover verschuldigd is.
4.4.3. Voor vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten is slechts plaats indien de buitengerechtelijke werkzaamheden ter verkrijging van voldoening buiten rechte meer hebben omvat dan de verrichtingen ter instructie van de zaak of ter voorbereiding van de procedure en waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te houden. Dit volgt zonder toelichting, die SNCU niet heeft gegeven, niet uit haar stellingen. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten zal derhalve als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen.
4.5. Yilmaz Uitzendbureau zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
5. De beslissing
De kantonrechter:
a) veroordeelt Yilmaz Uitzendbureau tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard;
b) veroordeelt Yilmaz Uitzendbureau om aan SNCU een dwangsom te betalen van € 5.000,00 voor iedere dag dat zij vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan de hiervoor onder a) genoemde veroordeling te voldoen;
c) veroordeelt Yilmaz Uitzendbureau tot nabetaling aan de betrokken werknemers van het bedrag groot € 70.437,00, zoals genoemd in de brief van 28 mei 2013 (productie 11 zijdens SNCU) en tot het overleggen aan SNCU van betaalbewijzen en specificaties van die nabetalingen;
d) veroordeelt Yilmaz Uitzendbureau om aan SNCU een dwangsom te betalen van € 1.000,00 voor iedere dag dat zij na het verstrijken van een periode van zes maanden na betekening van dit vonnis in gebreke blijft aan de hiervoor onder c) genoemde veroordeling te voldoen, tot een maximum van € 71.000,00 is bereikt;
e) veroordeelt Yilmaz Uitzendbureau om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen de som van € 14.438,00 als schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
f) veroordeelt Yilmaz Uitzendbureau in de kosten van de procedure, aan de zijde van SNCU tot heden begroot op € 94,80 aan explootkosten, € 896,00 aan griffierecht en € 1.200,00 als bijdrage in het salaris van de gemachtigde (niet met btw belast);
g) verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
h) wijst af hetgeen meer of anders is gevorderd.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A.M. van Oorschot, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 26 juni 2014.