SNCU ↔ Al Shams
RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE Sector kanton
Locatie ‘s-Gravenhage
VE
Rolnr.: 1073408 RL EXPL 11-16079 24 april 2012
Vonnis in de zaak van:
De stichting Stichting naleving CAO voor uitzendkrachten, gevestigd te Barendrecht,
eiseres,
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Al Shams BV., gevestigd te ‘s-Gravenhage,
gedaagde,
procederende in persoon, voorheen gemachtigde mr. M.J. Hoekstra.
Partijen worden hierna aangeduid als “eiseres” en “gedaagde”. Procedure
I. De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
– de dagvaarding van 26 mei 2011;
– de conclusie van antwoord;
– het proces-verbaal van de op 6 februari 2012 gehouden comparitie van partijen, waarbij zijn verschenen namens eiseres de heer , bijgestaan door zijn gemachtigde. Gedaagde is alhoewel behoorlijk opgeroepen niet verschenen en heeft evenmin op andere wijze gereageerd.
Feiten
2.1 Gedaagde leidt een onderneming die werknemers ter beschikking stelt aan derden om onder leiding en toezicht van deze derden arbeid te verrichten. Eiseres is opgericht door verschillende werknemersorganisaties en de werkgeversorganisatie in de uitzendbranche ABU. Eiseres ziet onder andere toe op een correcte naleving van de CAO. Gedaagde is gehouden om op grond van de algemene bepalingen volledige medewerking te verlenen aan het onderzoek van eiseres.
Vordering
3.1 Eiseres vordert, bij inleidende dagvaarding, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO voor Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot betaling van de
Rolnr. 1073408/ 11-16079
2
kosten van e 800,- voor het afzeggen van een CAO controle afspraak zoals omschreven in punt 22 van de dagvaarding, betaling van e 100.000,- als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, E 1.785,- aan buitengerechtelijke incassokosten, alles met veroordeling van gedaagde in de kosten van deze procedure.
3.2 Eiseres legt aan deze vordering ten grondslag dat gedaagde na hierop meerdere keren te zijn geattendeerd, niet haar administratieve bescheiden heeft overgelegd waaruit zou blijken of gedaagde zich aan de CAO verplichtingen houdt. Derhalve heeft eiseres een gegrond vermoeden dat gedaagde zijn verplichtingen uit de CAO niet nakomt. Vervolgens is gedaagde door eiseres in gebreke gesteld en heeft een termijn van 14 dagen voor nakoming gekregen. Gedaagde is na het verstrijken van de 14 dagen termijn alsnog nalatig geweest met het overleggen van de juiste gegevens en is vervolgens in verzuim geraakt. Op grond van het Reglement 11 bij het Sociaal Fonds CAO is gedaagde gehouden om bij niet meewerking aan de CAO-verplichtingen een forfaitaire schadevergoeding te betalen van e 100.000,-. Vervolgens is een controle afspraak met gedaagde ingepland. Deze afspraak is door gedaagde binnen 7 dagen voor dat de afspraak zou plaatsvinden afgezegd. Op grond van het reglement is gedaagde £ 800,- aan kosten verschuldigd.
Verweer
4.1 Gedaagde heeft, in haar conclusie van antwoord, ten verwere aangevoerd dat onderdeel 16, de laatste zin van onderdeel 2, en onderdeel 24 van de dagvaarding feitelijk niet geheel juist zijn. Kort zakelijk weergegeven heeft gedaagde verder ten verwere aangevoerd dat zij aangeboden heeft de tekortkoming te herstellen, de gevorderde schadevergoeding een boete is, er geen sprake is van verzuim en de vordering tot nakoming van de CAO en de vordering tot betaling niet beide kunnen worden ingesteld. Primair verzoekt gedaagde de vorderingen van eiseres af te wijzen, met veroordeling van eiseres in de proceskosten alsmede de wettelijke rente over de proceskosten met ingang van de vijftiende dag na de dag van vonniswij zing.
Beoordeling
5.1 Het verweer van gedaagde is ter comparitie van partijen voorshands gemotiveerd door eiseres weerlegd. Uit de ingezonden en ter comparitie van partijen nader toegelichte stukken blijkt wel degelijk dat gedaagde in verzuim is geraakt. Nadat gedaagde door eiseres meerdere keren er op is geattendeerd dat zij de ontbrekende administratieve bescheiden diende op te sturen, heeft zij dit nagelaten. Na het uitblijven van een reactie zij dens gedaagde, heeft eiseres gedaagde terecht in gebreke gesteld en vervolgens is gedaagde in verzuim geraakt. De met gedaagde geplande afspraak op 4 april 2011 heeft gedaagde niet tijdig afgezegd. Conform de werkwijze van eiseres en het bijbehorende Reglement 11 bij het Sociaal Fonds CAO, dienen de kosten voor niet tijdig afzeggen van de op 4 april geplande afspraak ter hoogte van E 800,- voor rekening van gedaagde te komen.
5.2 De gevorderde forfaitaire schadevergoeding van e 100.000,- is naar het oordeel van de kantonrechter een aanvullende boete en dient als een prikkel tot nakoming voor gedaagde om haar verplichtingen uit de CAO na te komen. Deze schadevergoeding is
Rolnr. 1073408/ 11-16079
echter geen vervanging van de op gedaagde rustende verplichtingen voortvloeiend uit de CAO.
5.3 Het had op de weg van gedaagde gelegen om haar verweer nader te onderbouwen met enige bewijsstukken, doch dit heeft zij door niet op de comparitie te verschijnen, nagelaten. De kantonrechter gaat om die reden uit van de juistheid van de stellingen van eiseres, daar deze deugdelijk zijn onderbouwd en zijn voorzien van een juiste specificatie van de gevorderde schade. Het verweer zal als onvoldoende onderbouwd worden verworpen en het gevorderde schade vermeerderd met de wettelijke rente zal worden toegewezen, zoals hierna vermeld.
5.4 Nu gedaagde niet tijdig en conform Reglement H bij het Sociaal Fonds CAO aan haar verplichtingen heeft voldaan, zag eiseres zich genoodzaakt haar vordering uit handen te geven waarvoor zij buitengerechtelijke incassokosten heeft moeten maken, welke gedaagde dient te vergoeden. Eiseres heeft de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten deugdelijk onderbouwd.
5.5 Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter,
veroordeelt gedaagde tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van E 800,-;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van e 100.000,- als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 26 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te betalen een bedrag van E 1.785,- voor buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 26 mei 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure tot hiertoe aan de zijde van eiseres begroot op 1.574,81, waarvan E 1200,- aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. R.J. ter Kuile en itLesproken ter openbare terechtzitting van 24 april 2012.