SNCU ↔ Amert Vastgoed
vonnis
RECHTBANK ‘s-HERTOGENBOSCH
Sector Kanton, locatie ‘s-Hertogenbosch
Zitting d.d. 16 december 2010
729357 CV EXPL 10-11469
Kenmerk eisen
Typ. : Coll.:
In de zaak van :
de stichting Stichting Naleving COA voor Uitzendkrachten, gevestigd te Haarlemmermeer, eisende partij,
verschenen bij gemachtigde mr. M.H.D. Vergouwen, Sophialaan 33, 1075 BL Amsterdam,
tegen
1, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Arnert Vastgoed B.V., gevestigd te Rosmalen en kantoorhoudende te 2542 HK ‘s-Gravenhage, Muldersgaarde 30,
2. bestuurder van gedaagde sub 1, wonende te
gedaagde partij, niet verschenen,
heeft de kantonrechter het navolgende verstekvonnis gewezen.
Het procesverloop
Op de bij dagvaarding aangegeven gronden, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt, heeft de eisende partij gesteld en gevorderd, zoals hierna onder ‘de beslissing’ staat omschreven, behoudens indien van de vordering onder ‘de beoordeling’ op de daarin aangegeven gronden wordt afgeweken.
De gedaagde partij heeft op de daartoe bepaalde terechtzitting niet geantwoord noch om uitstel verzocht.
Het vonnis is bepaald op heden.
De beoordeling
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze voor toewijzing vatbaar is, behoudens het navolgende:
De medegevorderde btw over de legeskosten zal aan eisende partij worden ontzegd, nu deze btw door eisende partij niet verschuldigd is geworden.
Zaaknummer: 729357 CV EXPL 10-11469 blad 2
De beslissing
De kantonrechter
VEROORDEELT de gedaagde partij, hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van eisende partij van 8 juni 2010, zoals overlegd als productie 6, zulks binnen 2
maanden na betekening van dit vonnis, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat gedaagde partij hiermee in gebreke blijft.
VEROORDEELT de gedaagde partij, hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de eisende partij te betalen de somma van € 101.785,00, met de wettelijke rente over € 100.000,00 vanaf 30 november 2010 tot de dag der voldoening.
VEROORDEELT de gedaagde partij, hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten die aan de zijde van de eisende partij tot heden worden begroot op:
€ 90,78 wegens explootkosten,
€ 280,00 wegens vastrecht en
€250,00 wegens salaris gemachtigde.
VERKLAART dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad. WIJST AF het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Wiggers, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 december 2010, in tegenwoordigheid van de griffier.
w.g. de griffier
w.g. de kantonrechter