SNCU ↔ Arbeidsbemiddeling Interpool
vonnis
RECHTBANK ALKMAAR
Sector Kanton
Locatie Alkmaar
zaak/rolnr.: 336581 \ CV EXPL 10-3987 (rvk) Uitspraakdatum: 16 februari 2011
Vonnis in de zaak van:
de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, statutair gevestigd te Haarlemmermeer
eisende partij
verder ook te noemen: SNCU
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen, advocaat te Amsterdam
tegen
de besloten vennootschap Arbeidsbemiddeling Interpool B.V., statutair gevestigd en kantoorhoudende te ’t Zand
gedaagde partij
verder ook te noemen: Interpool
gemachtigde: mr. drs. R.P. Dijkman, advocaat te Capelle aan den IJssel.
Het procesverloop
SNCU heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 9 juni 2010. Interpool heeft bij antwoord verweer gevoerd.
Na beraad heeft de kantonrechter een comparitie gelast, die is gehouden op 2 november 2010, in aanwezigheid van partijen en hun gemachtigden.
Van deze comparitie heeft de griffier aantekeningen gehouden.
De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
De vaststaande feiten
- SNCU heeft onder meer als taak het toezicht houden op de correcte naleving van de CAO voor uitzendkrachten.
- De huidige CAO voor Uitzendkrachten is afgesloten voor de periode 29 maart 2009 tot 29 maart 2014 en is bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard op 19 juni 2009. Het besluit geldt tot en met 28 maart 2011. Volgens artikel 2 van de CAO valt Interpool onder de werkingssfeer van deze CAO.
- Naast de CAO voor Uitzendkrachten bestaat er ook een CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche. Artikel 4 van de statuten van de SNCU zoals opgenomen in de Sociaal .Fonds CAO vermeldt de middelen die de SNCU ter beschikking staan. Volgens artikel 13 zijn nadere reglementen gesteld met betrekking tot de voorwaarden en werkwijzen waarop
de werkzaamheden van de SNCU dienen te worden uitgevoerd, welke reglementen in dezelfde CAO zijn opgenomen. Volgens artikel 7 lid 4 van de statuten van de SNCU heeft zij een deel van haar bevoegdheden overgedragen aan de Commissie Naleving CAO voor Uitzendkrachten (CNCU).
- Artikel 4 lid 3 van het reglement bepaalt dat de werkgever verplicht is volledige medewerking te verlenen aan het onderzoek door de CNCU. Bij uitblijven van medewerking is de CNCU bevoegd de bedoelde gegevens naar beste weten vast te stellen. Artikel 4 lid 2 van reglement (11) bepaalt dat het aantonen dat de CAO voor Uitzendkrachten, alsmede de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche getrouwelijk worden nageleefd, moet geschieden aan de hand van een inzichtelijke en deugdelijke loon- en arbeidstijdenadministratie. Uit artikel 4 lid 1 van de CAO Sociaal Fonds blijkt dat de primaire bewijslast inzake de correcte naleving gelegen is bij de werkgever.
- Indien een werkgever na ingebrekestelling gedurende tenminste 14 dagen nalatig blijft de verzochte gegevens te verstrekken, dan wel onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, is hij door dat enkele feit conform artikel 6 van het reglement (II) verplicht aan de SNCU een forfaitaire schadevergoeding te betalen. Eenzelfde forfaitaire schadevergoeding is ook verschuldigd indien de werkgever na ingebrekestelling binnen 14 dagen volhardt in het niet naleven van de CAO(‘s). Met betrekking tot de bepaling van deze forfaitaire schadevergoeding heeft het bestuur van de SNCU een beleid vastgesteld: een staffel oplopend tot een maximum van € 100.000,- wordt toegepast bij materiële afwijkingen. Bij niet meewerkende ondernemingen wordt de forfaitaire schadevergoeding standaard bepaald op E 100.000,-, nu er geen onderzoeksmogelijkheid bestaat en daarmee ook geen mogelijkheid om de gegevens vast te stellen zoals benodigd voor de staffel.
Het geschil
- SNCU vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Interpool tot:
naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, en meer precies tot nabetaling van het door Providius aangegeven bedrag van € 1.485.281,- zoals gespecificeerd in haar rapportage
van 14 oktober 2008, op straffe van een dwangsom van € 1.000,- voor iedere dag dat Interpool, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, in gebreke blijft met de nabetaling van dit bedrag;
betaling van € 100.000,- als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
betaling van de buitengerechtelijke kosten van € 6.545,- inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. betaling van de kosten van deze procedure
- SNCU stelt hiertoe, zakelijk samengevat, het volgende. Het onderzoek naar de onderneming loopt sinds 13 februari 2008. Op deze datum heeft de
SNCU Interpool schriftelijk verzocht een selectie van de administratieve bescheiden aan te leveren, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van het reglement (II). Aangezien Interpool destijds niet is overgegaan tot verzending van de gevraagde bescheiden, binnen de daartoe gestelde termijn, heeft de SNCU op 5 maart 2008 een aanmaning toegestuurd, waarbij Interpool is verzocht de bescheiden alsnog binnen 5 werkdagen aan te leveren. Ook de brief van 5 maart 2008 heeft niet tot enige reactie van Interpool geleid. SNCU heeft Interpool daarom op 19 maart 2008 in gebreke gesteld.
- Na een verzoek om uitstel heeft SNCU uiteindelijk op 15 april 2008 diverse gegevens verstrekt. Op basis van deze gegevens had SNCU een gegrond vermoeden dat de CAO voor Uitzendkrachten de niet werd nageleefd. Om die reden heeft Providius op 30 september 2008 namens SNCU een controle op het kantoor van de accountant van Interpool, te weten Koopman 8z, Co te Breezand, uitgevoerd. Deze controle had betrekking op de periode van 17 september 2005 tot 31 maart 2008. Providius heeft gecontroleerd of Interpool gedurende deze periode heeft voldaan aan de CAO voor Uitzendkrachten.
- Uit de rapportage van Providius volgt dat Interpool de CAO niet volledig heeft nageleefd. Op grond van de CAO is Interpool een bedrag van E 1.485.281,-aan achterstallig salaris en andere emolumenten aan de (ex) medewerkers verschuldigd.
- Verder heeft SNCU de forfaitaire schadevergoeding vastgesteld op 100.000,- omdat Interpool in gebreke bleef aan haar verplichtingen te voldoen.
- In reactie op de sommatiebrief van 2 december 2009 heeft de raadsman van Interpool verzocht om uitstel tot 26 januari 2009. Nadien heeft SNCU geen reactie meer van Interpool ontvangen. Daarom heeft SNCU haar raadsman ingeschakeld en maakte zij tevens aanspraak op de buitengerechtelijke kosten 6.545,-.
- Interpool heeft verweer gevoerd, op welk verweer voor zover van belang — bij de beoordeling van het geschil wordt ingegaan.
De beoordeling
- Interpool betwist de hoogte van de vordering. Interpool erkent dat er fouten zijn gemaakt en dat zij in bepaalde gevallen de CAO niet heeft nageleefd. Dit leidt volgens Interpool echter niet tot het gevorderde bedrag aan achterstallig salaris en emolumenten. Interpool heeft namelijk wei loon in natura, bestaande uit huisvesting voeding en vervoer, verstrekt, hetgeen in mindering gebracht moet worden op de vordering. Dit verweer is naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende onderbouwd. Zo blijkt niet aan wie en wanneer, wat is verstrekt en op welk bedrag (per uur) dat gewaardeerd zou moeten worden.
- Het verweer van Interpool dat bij de berekening van de schade is uitgegaan van verkeerde gegevens omdat de verzamelloonstaat niet is geraadpleegd hetgeen onzorgvuldig is, slaagt niet omdat, los daarvan, door SNCU onbetwist is gesteld dat dit geen invloed heeft op het totaalbedrag omdat er ook een andere bron (de kolommenbalans) is gebruikt, waarvan de gegevens gelijk behoren te zijn aan de gegevens van de verzamelloonstaat.
- De vordering is aldus voldoende onderbouwd. De kritiek van Interpool dat het ingeschakelde onderzoeksbureau Providius niet onafhankelijk zou zijn, wordt niet gevolgd.
1-let enkele feit dat het bureau niet zoveel opdrachtgevers had/heeft maakt het nog niet nietonathankel ijk. Verder zijn geen concrete feiten of omstandigheden gesteld dan wel gebleken, waaruit blijkt dat het Providius niet onafhankelijk zou zijn.
- Het verweer van Interpool dat het rapport niet deugt omdat het niet is opgesteld door een accountant wordt evenmin gevolgd. Overwogen wordt dat niet is voorgeschreven dat het rapport opgesteld dient te worden door een accountant. Indien Interpool de uitkomsten van het rapport betwist, dient zij gericht op- en aanmerkingen te maken. Dit heeft Interpool behoudens een aantal algemene opmerkingen niet gedaan.
- Over het verweer van Interpool dat de steekproef niet goed is gedaan het volgende. Gebleken is dat de steekproef is gedaan volgens de NEN-normen. Deze zijn van toepassing. Verder is Interpool niet concreet ingegaan op de steekproef, terwijl dat wel op haar weg lag. Op het voorstel van SNCU om een deskundige te laten benoemen, is Interpool niet ingegaan.
- De conclusie luidt dan ook dat Interpool tegenover het uitgebreid gemotiveerde standpunt van SNCU onvoldoende heeft aangevoerd. De vordering tot betaling van achterstallig salaris en emolumenten is dan ook toewijsbaar.
- Over de gevorderde forfaitaire schadevergoeding wordt als volgt geoordeeld. Zoals bovenoverwogen, is vast komen te staan dat Interpool nalatig is geweest de gevraagde gegevens te verstrekken. SNCU heeft ter zitting aangegeven dat de hoogte van de schadevergoeding gebaseerd is op de door het nalaten van Interpool opgetreden concurrentievervalsing. Om dat SNCU die stelling verder niet heeft onderbouwd met nadere gegevens, zal de schadevergoeding in redelijkheid en billijkheid gematigd worden tot E 20.000,-.
- De gevorderde dwangsom om af te dwingen dat de bepalingen van de CAO door Interpool worden nageleefd, is te algemeen gesteld en zal daarom niet worden opgelegd.
- De kantonrechter wijst de gevorderde vergoeding voor buitengerechtelijke kosten af, omdat niet is gebleken dat voldoende werkzaamheden zijn verricht die buiten het kader vallen van de proceskostenveroordeling op grond van de artikelen 237 tot en met 240 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
- Interpool dient als de grotendeels in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt Interpool om aan SNCU tegen kwijting te betalen € 1.485.281,-.
Veroordeelt Interpool om aan SNCU tegen kwijting te betalen € 20.000,-, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 9 juni 2010 tot aan de dag van voldoening.
zaaknr/rolnr.: 336581 CV EXPL 10-3987 blad 5
waaronder begrepen een bedrag van E 2.400,- voor salaris van de gemachtigde van SNCU [waarover Interpool geen btw verschuldigd is].
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. van der Heijden, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 16 februari 2011 in het openbaar uitgesproken.
De griffier
,