SNCU ↔ C. Yildiz
RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE
Sector kanton
Locatie ‘s-Gravenhage
Zaaknummer: 1130036/11-37758
Vonnis in de zaak van: locatie ls-Gra–denhage,
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten eisende partij
tegen
Uitzendbureau C. Yildiz B.V. gedaagde partij
Verloop van de procedure
Eisende partij heeft gevorderd zoals beschreven in de dagvaarding, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan dit vonnis is gehecht en waarnaar wordt verwezen voor wat betreft de namen en woonplaatsen van partijen en de namen van gemachtigde(n). Gedaagde partij is daarop niet verschenen en heeft ook anderszins niet gereageerd. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen. Tegen gedaagde partij is daarom verstek verleend.
Beoordeling van het geschil
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek wordt toegewezen als hierna te vermelden, met dien verstande dat het gevorderde ter zake van informatiekosten zal worden toegewezen tot het redelijk te achten bedrag ad € 7,00, nu geen specificaties zijn overgelegd waaruit blijkt dat voor een hoger bedrag informatiekosten zijn gemaakt en dat de dwangsom wordt gemaximeerd op € 20.000,00.
Beslissing
De kantonrechter,
1. veroordeelt gedaagde partij tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en veroordeelt gedaagde partij tot nabetaling van het door VRO aangegeven bedrag van € 40.014,00, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 voor iedere dag dat gedaagde partij, na betekening van het vonnis, in gebreke blijft met de nabetaling van dit bedrag, welke dwangsom een bedrag van € 20.000,00 niet kan overstijgen;
2 Zaaknummer: 1130036/11-37758
- veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te voldoen de somma van C 14.344,00 vermeerderd met de wettelijke rente over € 14.344,00 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
- veroordeelt gedaagde partij in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van C 1.785,00 inclusief btw vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der voldoening;
- veroordeelt gedaagde partij in de kosten van het geding, tot hiertoe aan de zijde van de eisende partij vastgesteld op C 1.570,81, waaronder € 600,00 als vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 1 februari 2012 in bijzijn van de griffier.
VC”),`:;r
•