SNCU ↔ CK
vonnis
RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Dordrecht
kenmerk: 227349 CV EXPL 09-250
vonnis van de kantonrechter te Dordrecht van 11 juni 2009 in de zaak van:
de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten SNCU, statutair gevestigd te Haarlemmermeer,
eiseres,
gemachtigde mr, drs. M.H.D. Vergouwen, advocaat te Amsterdam,
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid C&K East Europe Consulting B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende Kelvinring 13 B. 2952 BG Alblasserdarn,
gedaagde sub 1,
gemachtigde M.P. Noordzij,
bestuurder van gedaagde sub 1, wonende Abeelstraat 93,
3329 AC Dordrecht,
gedaagde sub 2,
gemachtigde M. P. Noordzij,
Eiseres wordt hierna aangeduid als SNCLI en gedaagden gezamenlijk (inenkelvoud) als C&K. en afzonderlijk als C&K B V. en
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 6 januari 2009;
- de conclusie van antwoord;
- het tussenvonnis van 5 februari 2009 waarin een comparitie van partijen is bepaald;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 1 april 2009;
- de aantekeningen van de griffier van de voortgezette comparitie van partijen van 22 april 2009;
- de overgelegde producties.
2. Omschrijving van het geschil
De feiten
2.1 Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende weersproken, alsmede op grond van de inhoud van de overgelegde producties, voorzover niet betwist, staat het volgende tussen partijen vast.
2.2 SNCU is opgericht door werknemers- en werkgeversorganisaties en heeft als taken onder meer het toezicht houden op goede naleving van de CAO voor Uitzendkrachten. In dat kader verricht SNCU controles.
2.3 De CAO voor Uitzendkrachten (hierna: de CAO) is afgesloten voor de periode van 29 maart 2004 tot 29 maart 2009. Deze CAO is algemeen verbindend verklaard voor de periode 17 september 2005 tot en met 31 maart 2007 en daarna op 15 juni 2007 tot en met 30 maart 2008. Tevens bestaat er een CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, die bij besluit van 30 september 2008 algemeen verbindend is verklaard tot en met 30 maart 2009.
2.4 In de CAO is onder meer opgenomen: Artikel I Definities
In deze CAO wordt verstaan onder:
- a. uitzendovereenkomst de arbeidsovereenkomst, waarbij de ene partij als werknemer door de andere partij als werkgever in het kader van de uitoefening van het beroep of bedrijf van die werkgever ter beschikking wordt gesteld van een derde om krachtens een door deze aan die werkgever verstrekte opdracht arbeid te verrichten onder toezicht en leiding van de derde;
- b. uitzendonderneming: de natuurlijke of rechtspersoon die uitzendkrachten ter beschikking stelt van (uitzendt naar) opdrachtgevers, zijnde de werkgever als bedoeld onder a., in de zin van titel 7.10 BW;
- c. uitzendkracht: de natuurlijke persoon die mei de uitzendonderneming een uitzendovereenkomst aangaat, zijnde de werknemer als bedoeld onder a, in de zin van titel 7.10 BW.
Artikel 2 Werkingssfeer
I. Deze CAO is van toepassing op de uitzendovereenkomsten tussen uitzendkrachten en een uitzendonderneming, indien en voorzover de omvang van de uitzendloonsom ten minste 50 procent van het totale premieplichtig loon op jaarbasis van die uitzendonderneming bedraagt.
(,..)
3, Deze CAO is niet van toepassing op de uitzendonderneming, die valt onder de werkingssfeeromschrijving van een andere bedrijfstak-CAO, tenzij die uitzendonderneming voldoet aan de in lid 4 genoemde cumulatieve vereisten.
4. Deze CAO blijft Van toepassing, niettegenstaande het bepaalde in lid 3, op de
uitzendonderneming die voldoet aan de volgende cumulatieve vereisten..
- a. de bedriffs.activiteiten von de uitzendonderneming bestaan uitsluitend uit hei ter beschikking stellen van arbeidskrachten als bedoeld in artikel 7:690 .BW, én
- b. de arbeidskrachten (uitzendkrachten) van die werkgever zijn voor ten minste 25 procent van de loonsom, of althans van hei in de desbetreffende CAO
gehanteerde relevante kwantitatieve criterium (‘zoals arbeidswen), betrokken bij werkzaamheden uitgeoefend in enige andere tak van bedrijf dan in de werkingssfeer van die andere CAO omschreven, én
c. de werkgever zendt voor ten minste vijftien procent van het totale premieplichtig loon op jaarbasis uit op basis van uitzendovereenkomsten met uitzendbeding als bedoeld in artikel 7:691 lid 2 BW zoals nader gedefinieerd in artikel 1 lid I en 2, en artikel 2 van hei Besluit Indeling Uitzendbedrijven van het Lisv d.d. 6 oktober 1999, gepubliceerd in de Staatscourant nummer 49 van 9 maart 2000. Met ingang van de datum van inwerkingtreding van dii besluit, geldt dat de uitzendonderneming aan dii criterium heeft voldaan indien en voorzover dit door de uitvoeringsinstelling dan wel het Lisv is vastgesteld, én
d de ulizendonderneming is geen onderdeel van een concern dat rechtstreeks of door algemeenverbindendverklaring gebonden is aan de desbetreffende andere CAO, én
e. cie uitzendonderneming is geen paritair afgesproken arbeidspool.
7.5 Op basis van haar statuten kan SNCU een deel van haar bevoegdheden overdragen aan de Commissie Naleving CAO voor Uitzendkrachten (CNCU). Het specifieke doel van CNCU is het houden van toezicht op de naleving van de CAO’s. Op basis van het reglement dat de werkwijze van CNCU omschrijft, is de werkgever verplicht in redelijkheid inlichtingen te verschaffen die CNCU voor een goede uitvoering van de regeling noodzakelijk acht. In artikel 5 van het reglement is de werkwijze opgenomen en in artikel 6 een regeling omtrent een forfaitaire schadevergoeding van maximaal C 100.000,– als een werkgever geen, onjuiste of onvolledige informatie verstrekt.
De vordering
2.6 SNCU heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
1. C&K B.V. en hoofdelijk te veroordelen tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van SNCU van 26 augustus 2008, zoals overgelegd als productie 6;
11. C& K B.V. en . hoofdelijk te veroordelen des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen de
somma van e 100.000,—, als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
C&K B.V. en hoofdelijk te veroordelen des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van C 1.785,– inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
IV. C&K B.V. en te veroordelen des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd in de kosten van deze procedure.
2.7 SNCU legt hieraan — samengevat en voor zover van belang — het volgende ten grondslag,
C&K B.V. drijft een onderneming die werknemers ter beschikking stelt aan derden om onder leiding en toezicht van deze derden arbeid te verrichten, Op C&K B.V. zijn, gelet op de
werkingssfeer zoals omschreven in artikel 2 van de CAO, de CAO’s van toepassing. C&K B.V. is op 26 augustus 2008 verzocht schriftelijk informatie te verstrekken, hetgeen zij niet binnen de gestelde termijn heeft gedaan. Ook na aanmaningen is geen reactie gevolgd. SNCU heeft vervolgens de forfaitaire schadevergoeding vastgesteld op e 100.000,– welk bedrag C&K B.V. verschuldigd is, evenals de buitengerechtelijke incassokosten ad C 1.785,–. De bestuurder is aansprakelijk op basis van onrechtmatige daad, aangezien hij handelt in strijd met hetgeen in maatschappelijk verkeer betanielijk wordt geacht (het zich houden aan voorschriften in algemeen verbindend verklaarde CAO’s). Deze onrechtmatige daad kan de bestuurder worden aangerekend nu deze te wijten is aan zijn schuld en, gelet op het totale gebrek aan medewerking, voor zijn rekening moet komen.
Het verweer
2.8 C&K heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering. Zij heeft daartoe het volgende aangevoerd.
C&K B.V. heeft nooit werknemers in dienst gehad. Van niet naleving van de CAO kan alleen sprake zijn als er werknemers in dienst zouden zijn geweest bij C&K B.V.
Niet alle post van SNCU heeft C&K bereikt, waardoor cle beantwoording van de door SNCU gestelde vragen niet mogelijk was.
3. Beoordeling van het geschil
3.1 Ondanks daartoe behoorlijk te zijn opgeroepen, is C&K niet verschenen op de comparitie van partijen van I april 2009 en op de voortgezette comparitie van partijen van 22 april 2009.
3.2 Voor de beantwoording van de vraag of de CAO op C&K B.V. van toepassing is en tevens of SNCU terecht aanspraak kan maken op de forfaitaire schadevergoeding is maatgevend of C&K B.V. werknemers in dienst heeft of heeft gehad.
3.3 Bij dagvaarding wordt door SNCU een uittreksel van de Kamer van Koophandel overgelegd. Bij C&K B.V. zijn, volgens het uittreksel, 2 werknemers in dienst. Bij conclusie van antwoord heeft C&K B.V. aangegeven dat zij nooit werknemers in dienst heeft gehad. De kantonrechter heeft tweemaal een comparitie van partijen gelast waarbij aan C&K B.V. de gelegenheid is gegeven haar standpunten nader te onderbouwen. Het standpunt van C&K dat zij niet alle post heeft ontvangen en daardoor de vragen niet kon beantwoorden wordt gepasseerd, nu uit de bij dagvaarding overgelegde stukken de vragen voldoende duidelijk zijn en C&K door het inmiddels verstreken tijdsverloop ruimschoots in de gelegenheid was deze vragen te beantwoorden. Nu C&K B.V., hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, haar standpunten niet nader heeft onderbouwd, wordt de vordering derhalve als onvoldoende
weersproken toegewezen. De vordering jegens bestuurder is niet weersproken, zodat deze eveneens wordt toegewezen.
3,L1 De buitengerechtelijke kosten worden als niet weersproken eveneens toegewezen.
3,5 SNCU heeft gesteld dat zij de buitengerechtelijke kosten ad C 1.785,– reeds aan haar raadsman heeft voldaan, zodat hiermee ook de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten verschuldigd is, Nu C&K, hoewel daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, dit niet heeft weersproken, wordt van de juistheid van de stelling van SNCU uitgegaan, De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten wordt derhalve toegewezen.
3.6 C&K wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt C&K B.V. en hoofdelijk tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van SNCU van 26 augustus 2008, zoals overgelegd als productie 6;
veroordeelt C&K B.V. en hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen de somma van E 100.000,—, als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 januari 2009 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt C&K. B.V. en hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van E 1.785,– inclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 6 januari 2009 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt C&K B.V. en des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van SNCU bepaald op:
aan explootkosten e 72,25
aan kosten GBA/KvK C
aan griffierecht C 201,00
aan salaris gemachtigde C 1.800,00
totale kosten E 2.073,25
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.C. Vink, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juni 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.