SNCU ↔ Deta Los B.V.

RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE

Sector kanton

Locatie ‘s-Gravenhage

nv

Rolnr.: 1169504 RL EXPL 12-13480 29 november 2012

Vonnis in de zaak van:

de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, gevestigd te Barendrecht,

eisende partij,

gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen,

tegen

de besloten vennootschap Deta Los B.V., gevestigd te ‘s-Gravenhage,

gedaagde partij,

gemachtigde: C. Akdemir.

Partijen worden aangeduid als “SNCU” en “Deta Los”.

Procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:

de dagvaarding van 14 mei 2012;

de conclusie van antwoord;

de door de griffier gemaakte aantekeningen van de op 6 november 2012 gehouden comparitie van partijen.

Feiten

Deta Los drijft een onderneming die valt onder de werkingssfeer van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche.

SNCU is in het leven geroepen om activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in de uitzendbranche. Hiertoe geeft SNCU voorlichting en informatie, en ziet zij toe op correcte naleving van voornoemde CAO’s.

Conform artikel 7 lid 4 van de statuten van SNCU heeft zij een deel van haar bevoegdheden overgedragen aan een bij reglement in te stellen Commissie Naleving CAO voor Uitzendkrachten (hierna: CNCU). CNCU houdt toezicht op de naleving van de CAO’s. Werkgevers die onder de werkingssfeer van de CAO’s vallen zijn verplicht volledige medewerking te verlenen aan onderzoek door CNCU.

Rolnr. 1169504 RL EXPL 12-13480

2

Bij brief van 30 juli 2010 heeft SNCU aan Deta Los verzocht om afschriften van een selectie van administratieve bescheiden over te leggen. Deze stukken zijn op 20 augustus 2010 door SNCU ontvangen en beoordeeld, waarna CNCU op 30 augustus 2010 heeft uitgesproken dat zij een gegrond vermoeden had van overtreding van de CAO’s. SNCU heeft Deta Los hiervan bij brief van 2 december 2010 op de hoogte gesteld en aangekondigd dat onderzoeksbureau Providius een onderzoek bij Deta Los zou verrichten om vast te stellen in welke mate de CAO’s niet werden nageleefd. Deze controle heeft op 7 februari 2011 plaatsgevonden.

Bij brief van 14 oktober 2011 heeft SNCU Deta Los naar aanleiding van de bevindingen van Providius in gebreke gesteld:

“(…) stel ik u gezien het bovenstaande hierbij in gebreke en sommeer ik u uiterlijk binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief schriftelijk te verklaren dat u:

1. 1.         de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten voortaan volledig zal naleven;
2. 2.      de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2009 alsnog jegens de betrokken (ex) medewerkers van Deta Los BV volledig zal naleven door nabetaling binnen 12 weken na dagtekening dezes van het op grond van de CAO verschuldigde achterstallige salaris ten belope van genoemde bedrag ad €35.280,00;
   1. 3.         uw volledige medewerking zal verlenen aan een hercontrole na de in punt 2 genoemde periode van 12 weken, ter vaststelling dat u aan de onder 1 en 2 genoemde verplichtingen voldoet, respectievelijk heeft voldaan.

(.) de forfaitaire schadevergoeding is vastgesteld op €12.113. Bij de vaststelling van de hoogte van de schadevergoeding is rekening gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van uw onderneming. Deze forfaitaire schadevergoeding verbeurt na het verstrijken van de gestelde termijn van 14 dagen na dagtekening dezes. Indien u na deze 14 dagen nalatig blijft aan de vanwege de door SNCU gestelde schriftelijke voorwaarden te voldoen bent u door dit enkele feit verplicht aan SNCU de verbeurde forfaitaire schadevergoeding te betalen.”

Vordering

SNCU heeft bij dagvaarding gevorderd dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,

a)         Deta Los wordt veroordeeld tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds;

b)         Deta Los wordt veroordeeld tot nabetaling aan de betrokken werknemers van het bedrag van e 35.280,00 (zoals gespecificeerd in de als productie 9 bij dagvaarding overgelegde brief) binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis;

c)         Deta Los wordt veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen een bedrag, gelijk aan het niet binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis nabetaalde gedeelte van het onder b) genoemde bedrag, als aanvullende forfaitaire schadevergoeding;

d)         Deta Los wordt veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen de som van E 12.113,00 als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der alghele voldoening;

Rolnr. 1169504 RL EXPL 12-13480

3

e) Deta Los wordt veroordeeld tot betaling van de buitengerechtelijke kosten ad

e 1.785,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, alsmede de proceskosten.

SNCU legt aan haar vordering ten grondslag, dat Deta Los tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche. Ter onderbouwing hiervan stelt SNCU onder meer, dat de werknemers van Deta Los zijn benadeeld voor een bedrag van €35.280,00, welk bedrag aan de werknemers dient te worden nabetaald. Daarnaast heeft Deta Los niet voldaan aan de door SNCU bij brief van 14 oktober 2011 gestelde verplichtingen, zodat Deta Los een forfaitaire schadevergoeding aan SNCU verschuldigd is geworden.

Verweer

Deta Los heeft ten verwere aangevoerd, dat zij naar aanleiding van de brief van SNCU van 14 oktober 2011 haar administrateur, AKL Administratiekantoor, opdracht heeft gegeven om aan de in de brief als punt 1 tot en met 3 vermelde verplichtingen te voldoen (zie citaat onder `Feiten’). Achteraf heeft Deta Los geconstateerd dat haar administrateur aan deze opdracht niet heeft voldaan. Per 1 januari 2012 heeft Deta Los daarom een ander administratiekantoor ingeschakeld (East London Administration). Deta Los stelt dat de nalatigheid van haar vorige administrateur niet aan Deta Los kan worden toegerekend, zodat de forfaitaire schadevergoeding dient te worden afgewezen dan wel gematigd. Los daarvan heeft SNCU geen schade geleden, zodat de forfaitaire schadevergoeding reeds om die reden dient te worden afgewezen. Ten aanzien van het beroep op matiging stelt Deta Los, dat zij per 1 januari 2012 de achterstallige verplichtingen jegens het personeel is nagekomen, dan wel zekerheid heeft gesteld voor een correcte naleving van de CAO’s. Daarnaast heeft Deta Los haar ex-werknemers schriftelijk op de hoogte gesteld van het feit dat zij nog een nabetaling van het salaris krijgen en verzocht de huidige rekeningnummers door te geven.

Beoordeling

Deta Los heeft erkend dat zij de CAO dient na te leven en dat zij op grond van de CAO nog een salarisnabetaling aan de betrokken (ex) medewerkers dient te doen van totaal E 35.280,00. Dit deel van de vordering ligt derhalve voor toewijzing gereed.

Ten aanzien van het verweer met betrekking tot de door SNCU gevorderde forfaitaire schadevergoeding ad E 12.113,00 overweegt de kantonrechter als volgt. Uit artikel 6 lid 2 van het Reglement Il Werkwijze van de Commissie Naleving CAO Uitzendkrachten volgt dat Deta Los de schadevergoeding verschuldigd is geworden, door niet binnen de in de brief van 14 oktober 2011 gegeven termijn aan de daarin gestelde verplichtingen te voldoen. Ter comparitie heeft SNCU onweersproken gesteld, dat Deta Los zelf verantwoordelijk is voor de hulppersonen die zij inschakelt. Het primaire verweer van Deta Los, dat de nalatigheid van de administrateur niet aan Deta Los kan worden toegerekend, dient derhalve te worden verworpen. Voorts heeft Deta Los gesteld, dat voornoemde schadevergoeding niet kan worden gevorderd, omdat SNCU geen schade heeft geleden. Hierop heeft SNCU onweersproken gesteld, dat het enkele feit dat een CAO-bepaling niet wordt nageleefd, schade oplevert voor de CAO-partijen. Ook dit verweer van Deta Los dient derhalve te worden verworpen. Voor de volledigheid merkt de kantonrechter hierbij op, dat SNCU gelet op artikel 6 lid 4 van voornoemd Reglement niet hoeft aan te tonen dat zij de schade in de omvang als door haar gevorderd daadwerkelijk heeft geleden.