SNCU ↔ Deveci
vonnis
RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE Sector kanton
Locatie ts-Gravenhage
P.A.J.M.
Zaaknurnmer: 1015167/10-34316
Vonnis in de zaak van:
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten eisende partij
tegen
1, Uitzendbureau Deveci 11V.
2.
gedaagde partij
Verloop van de procedure
Eisende partij heeft gevorderd zoals beschreven in de dagvaarding, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan dit vonnis is gehecht en waarnaar wordt verwezen voor wat betreft de namen en woonplaatsen van partijen en de namen van gemachtigde(n). Gedaagde partij is daarop niet verschenen en heeft ook anderszins niet gereageerd. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen. Tegen gedaagde partij is daarom verstek verleend.
Beoordeling van het geschil
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek wordt toegewezen als hierna te vermelden. De dwangsom zal worden gematigd als hierna vernield,
Beslissing
De kantonrechter,
1. veroordeelt gedaagde partijen hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van eisende partij van 29 juli 2010, zoals overgelegd als productie 6, zulks binnen 2 weken na betekening van dit vonnis, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat gedaagde partijen hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 5.000,00;
2 Zaaknummer: 1015167/10-34316
- veroordeelt gedaagde partijen hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen bewijs van kwijting aan eisende partij te voldoen de somma van C 100.000,00 (zegge honderdduizend euro), als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt gedaagde partijen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van C 1.785,00 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding, tot hiertoe aan de zijde van de eisende partij vastgesteld op E 1071,32, waaronder €700,00 als vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. G.P. van Ham en in het openbaar uitgesproken op 2 december 2010 in bijzijn van de griffier.