SNCU ↔ Gesi
herstelvonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton Locatie Rotterdam
Zaaknummer: 969373 CV EXPL 09-9509
Uitspraak: 26 augustus 2009
herstelvonnis in de zaak van
de stichting
STICHTING NALEVING CAO VOOR UITZENDKRACHTEN, gevestigd te Haarlemmermeer,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid GESI UITZENDORGANISATIE B.V.,
gevestigd te Rotterdam, en
-).
wonende te
gedaagden,
in het geding verschenen bij gedaagde sub 1,
Partijen worden hierna ook aangeduid met “SNCU”, “Gesi” en” Verwezen wordt naar liet op 18 juni 2009 gewezen vonnis.
1. Het verdere verloop van de procedure
.1 Bij voormeld vonnis heeft de kantonrechter als volgt beslist:
De katuottrechter:
veroordeelt Ge.s1 tot naleving van de CA 0 voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en toi overlegging van stukken lmaruit blijkt de prentieloonsom over 2006 en 2007 uitgesplitst in brutoloonsont Van fine A, fine B en fase C uitzendkrachten;
veroonleelt Gesi te voldoen de som van 5.000,- als 14 affaire schadevergoeding, vermeerderd/net de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de voldoening;
veroordeelt Gesi in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van SNCU rustge.stehl op 293,98 aan verschotten en 500,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit IYMIT/S uitvoerbaar bij voorraad en wijst afliet meer of anders gevorderde.
Zaaknummer: 969373 CV EXPL 09-9509
2
1.2 Bij brief van 29 juni 2009 heeft de gemachtigde van SNCU verzocht voormeld vonnis te corrigeren. Daartoe heeft die gemachtigde aangevoerd dat -kort gezegd- in het dictum van het vonnis niet de door SNCU gevorderde buitengerechtelijke kosten zijn toegewezen, terwijl onder 4.5 van het lichaam van het vonnis wel in die zin werd overwogen.
1.3 Bij brief van 11 augustus 2009 heeft de griffier Gesi en in de gelegenheid gesteld zich over het verzoek tot herstel uit te laten. Zij hebben niet binnen de hen gestelde termijn gereageerd.
- 2. Overwegingen
2.1 Gelet op rechtsoverweging 4.5 van voormeld vonnis is duidelijk dat abusievelijk verzuimd is in het dictum van dat vonnis ook de door SNCU gevorderde buitengerechtelijke kosten ad E 714,– toe te wijzen.
2.2 Het betreft hier een kennelijke fout als bedoeld in artikel 31 Rv, die zich leent voor eenvoudig herstel. Te meer nu Gesi en daartegen ook geen bezwaar hebben gemaakt, zal het vonnis van 18 juni 2009 derhalve warden verbeterd, in die zin dat het dictum komt te luiden als hieronder gemeld. Daarbij wordt overwogen dat ook de door
SNCU gevorderde -en door Gesi en ook niet bestreden- wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten wordt toegewezen.
- 3. De beslissing De kantonrechter:
verbetert het op 18 juni 2009 onder nummer zaaknummer 969373 CV EXPL 09-9509 uitgesproken vonnis in die zin dat het dictum komt te luiden:
De kantonrechter:
veroordeelt Gesi tot naleving VC117 de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en lot overlegging van stukken waaruit blijkt de prentieloonsom over 2006 en 2007 uitgesplitst in brutoloonsom van fase A, fase B en fase C uitzendkrachten;
reroordeelt Gesi te voldoen de som van (5.000,- als ,forfaitaire schadevergoeding, vernicerdenl met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de voldoening;
veroordeelt Ges/ le voldoen een bedrag ad t’ 714,– aan buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen mei de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt Gesi in de proceskosten, tol aan deze uitspraak aan de zijde van SNCU vastgesteld op E’ 293,98 aan verschotten en e’ 500,- aan salaris svor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij vootTaad en wijst afhef meer of anders gevorderde.
bepaalt dat op de minuut van het vonnis wordt gesteld dat heden het vonnis is verbeterd, onder aanhechting van een gewaarmerkt afschrift van dit vonnis aan die minuut;
Zaaknummer: 969373 CV EXPL 09-9509
3
bepaalt verder dat de griffier SNCU een afschrift verschaft van de minuut van het vonnis, waarop is aangetekend dat het is verbeterd en waaraan dat afschrift is gehecht;
wijst partijen erop dat het eerder in executoriale vorm afgegeven afschrift van voormeld vonnis zijn kracht verliest en wijst Gesi en erop dat het aan hen toegezonden afschrift aan de griffier moet warden teruggezonden.
Dit herstelvonnis is gewezen door mr. C.H. Kemp-Randewijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
525
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
Locatie Rotterdam
zaaknummer: 969373 CV EXPL 09-9509 uitspraak: 18 _juni 2009
vonnis
in de zaak van
de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, gevestigd te Haarlemmermeer,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen,
tegen
- 1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Gesi Uitzendorganisatie B.V.,
gevestigd en kantoorhoudend te Rotterdam,
wonende te gedaagden, verschenen bij
Partijen vorden aangeduid als SNCU en Gesi en liet verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de navolgende stukken: de dagvaarding:
de conclusie van ant\\ oord;
3, het tussenvonnis:
- het proces-verbaal van de comparitie van partijen. \knar door SNCU haar eis is crminderd:
- de overgelegde bescheiden.
De feiten
De kantonrechter gaat uit an de na \ olgende feiten.
1.1 SNCU is in 2004 opgericht door \verknemers- en i\ erkge\ crsorganisaties in de nitzendbranche.11aar taken en he \ oegdheden zijn neergelegd in de CAO \ oor litzendkrachten 2004-2009 alsmede in de CAO Sociaal Fonds voor de 1;itzendbranche de daarin opgenomen statuten (de CAO’s).
1.2 De CA( ) oor t;j1/endkraehten 201)4-21)09 is algemeen \ erbindend \ erklaard. en
\\ el \ oor de derde keer voor de periode van 17 september 2005 to( en met $1 maart 2007 en \ oor de \ ierde keer oor de periode \ au IS juni 2007 tot en niet 30 maart 200g. De („’At Sociaal ronds voor de t itzendbranche is algemeen \ erbindend verklaard voor de periode an 15 juni 2007 tol en met 29 maart 2009.
Zaaknummer: 969373 CV 1-XPL 09-9509
1.3 SNCU heeft, onder meer, tot taak toe te zien op een correcte naleving van de CAO’s. Een deel van haar bevoegdheden is toebedeeld aan de Commissie Naleving CAO voor de Uitzendkrachten (CNCU) welke commissie het houden van toezicht op de naleving tot doel heeft. Voor de CNCU gelden de reglementen 1 en 11 die in de CAO’s zijn opgenomen.
1.4 In artikel 4 lid 1 van Reglement H is bepaald dat de werkgever verplicht is inlichtingen te verschaffen die de CNCU voor een goede uitvoering van de regeling noodzakelijk acht, ingevolge lid 2 van voornoemd artikel moet de werkgever aan de hand van een inzichtelijke en deugdelijke loon-en arbeidstijdenadministratie aantonen dat hij de CAO’s getrouwelijk naleeft. Lid 3 bepaalt tenslotte dat een werkgever verplicht is zijn volledige en voortvarende medewerking te verlenen aan onderzoek door de CNCU.
1.5 Als een werkgever weigert aan de SNCU gegevens te verstrekken of onvolledige of onjuiste gegevens verstrekt, of na ingebrekestelling volhardt in het niet naleven van de CAO’s, kan een forfaitaire schadevergoeding worden opgelegd.
1.6 Gesi drijft een uitzendorganisatie. Haar enig bestuurder is
1.7 Bij brief van 5 mei 2008 heeft SNCU aan Gesi gevraagd om inlichtingen te verschaffen. Gesi heeft hierop niet gereageerd. Bij brieven van 23 mei 2008 en 9 juni 2008 heeft SNCU Gesi gerappelleerd. Ook op deze brieven heeft Gesi niet gereageerd.
1.8 Bij brief van 16 juni 2008 heeft SNCU Gesi in gebreke gesteld en een forfaitaire boete van C 100.000,– aangezegd, indien Gesi niet alsnog binnen 14 dagen de gevraagde inlichtingen zou verschaffen.
l .9 Nadat Gesi naar aanleiding van de brief van 16 juni 2008 contact had opgenomen, is haar een uitstel verleend tot 9 juli 2008.
1.10 Bij brief van 22 augustus 2008 heeft de raadsman van SNCU Gesi en voor de laatste maal gesommeerd de gegevens te verstrekken en aanspraak gemaakt op de boete van E 100.000 en e 1.785,- buitengerechtelijke kosten
1.11 Uiteindelijk heeft Gesi in reactie op voormelde brief een aantal bescheiden overgelegd, aan de hand waarvan door SNCU een onderzoek is gedaan.
1.12 Naar aanleiding van de rapportage is Gesi weer aangeschreven en gevraagd verdere medewerking te verlenen.
1.13 Naar aanleiding van de stukken welke bij antwoord in het geding zijn gebracht heeft SNCU een nadere rapportage uitgebracht.
De vordering
SNCU vordert, na eisvermindering, dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Gesi en hoofdelijk zullen worden veroordeeld om:
de CAO’s na te leven en te verstrekken de premieloonsom voor het jaar 2006 en 2007, uitgesplitst in brutoloonsom van fase A, fase B en fase C uitzendkrachten;
tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNC:U te betalen een bedrag van E 5000., te ermeerderen niet de wettelijke rente over dit bedrag n. ana f de dag van dagvaarding tot de dag van de voldoening;
de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van e 71.4,- te betalen, te
vermeerderen inet de \.ettelijke rente \,anitf de dag der dagvaarding tot de dag van voldoening,
de kosten van de procedure te betalen.
2.2 SNCU legt aan de vordering voormelde vaststaande feiten ten grondslag, alsmede
de navo4;ende stellingen.
Gesi er drijven een onderneming die weitnemers ter beschikking stelt aan derden
om onderleiding en toezicht an deze derden arbeid te ‘.erriehten. Op de onderneming zijn
de CAO’s kal] toepassing. Bij Gest en is volgens het uittreksel van de Kn K één
werknemer in dienst. SNETI heeft op basis van de door verstrekte gegevens
Zaaknummer: 969373 CV EXPI, 09-9509
3
aanleiding om aan te nemen dat er in 2006 meerdere werknemers bij Gesi hebben gewerkt en dat hetgeen vertoond is veel hoger moet zijn.
De gevorderde schadevergoeding is forfaitair en heeft het karakter van een boete. mede om eventueel coneurrentievoordeel op te heffen.
2.4 SNCU heeft buitengerechtelijke kosten moeten maken om de vordering te incasseren. Daartoe heeft zij verschillende brieven geschreven. SNCU maakt op grond van artikel 6:96 lid 2 BW aanspraak op vergoeding van die kosten, die zij nader begroot op een bedrag van €714.– inclusief BTW.
[let verweer
3. Naar aanleiding van de dagvaarding heeft bescheiden overgelegd. Hij heeft voorts aangegeven, dat de activiteiten van Gesi eerst per 6 september 2006 zijn gestart.
De beoordeling van het geschil
4.1 Voorafgaande aan de comparitie van partijen heeft SNCU de nadere rapportage,
welke is opgemaakt naar aanleiding van de gegevens welke bij antwoord heeft
overgelegd, aan de kantonrechter en Gesi en doen toekomen.
Gesi noch hebben daarop gereageerd, terwijl bovendien geen van beiden zijn verschenen op de comparitie van partijen.
4.7 SNCU heeft gelet op liet feit dat er op de overgelegde loonstroken uit januari 2007 alleszins aanleiding aan te nemen dat hetgeen vertoond is in 2006 veel hoger is dan
heeft aangegeven. nu op de loonstroken van een aantal werknemers staat aangegeven, (lat zij in 2006 ook inkomsten hadden en dat liet totaal van die bedragen al C 121.162 bedraagt, terwijl (namens Gesi) heeft aangegeven dat er in 2006 nauwelijks personeel is
uitgeleend. SNCU heeft dan bovendien terecht aanleiding te vermoeden dat de gegevens over 2007 niet helemaal compleet zijn verstrekt. Haar vordering tot overlegging van de premieloonsom van 2006 en 2007 zal dan ook toegewezen worden, niet dien verstande dat
de kantonrechter geen aanleiding ziet de bestuurder van Gesi, in persoon, te veroordelen. SNCU heeft daartoe ook geen grondslag gesteld.
4.3 SNCU heeft aangegeven dat. uitgaande van de verstrekte gegevens, onvoldoende reserveringen zijn gedaan en heeft de materiële benadeling in de nadere rapportage vast gesteld.
Op basis van die berekende materiële benadeling heeft SNCU de schadevergoeding vastgesteld op C 5.000.-. Nu Gesi noch daar nog op hebben gereageerd, zal het
gevorderde bedrag worden toegewezen.
4.4 SNCli heeft door middel van die nadere. onweersproken, rapportage voldoende aannemelijk gemaakt dat Ciesi de CAO’s niet naleeft, zodat haar vordering op dat punt ook wordt toegewezen.
4.5 !let ge \ order& bedrag der buitengerechtelijke kosten ligt e\ eneens voor toewijzing gereed, nu SNCU voldoende pogingen heeft gedaan om in der minne de ge\ raagde de gegevens te verkrijgen.
4.6 Gesi zal als de in het ongelijk gestelde partij \\ orden veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt Ges; tot inde‘ing\ au de c,,\O \ oor de Uitzendkrachten en de CA( ) oeiaal Fonds voor de Ilitzendbranehe en tot overlegging van stukken waaruit blijkt de premieloonsom o‘ er 2006 en 2007 uitgesplitst in brutoloonsom van fase A. fase B en fase C n i tzendkrachten:
Zaaknummer: 969373 CV EX PL 09-9509
veroordeelt Gesi te voldoen de som van E 5.000,- als forfaitaire schadevergoeding. vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de voldoening;
veroordeelt Gesi in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van SNCU vastgesteld op € 293,98 aan verschotten en C 500,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde. Dit vonnis is gewezen door mr Cli. Kemp-Randewijk en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Pa/ rmt,t6’i o 67/ad-e( d, oóoic,/
,o/ft 2ym otald iteL tui A-) (0,;(0,,
/keil