SNCU ↔ MCK Labour
vonnis
RECHTBANK ALKMAAR Sector Kanton
Locatie Alkmaar
Zaaknrirolnr.: 2909011 CV EXPL 09-959 LT Uitspraakdatum: 10 juni 2009
Vonnis in de zaak van:
de stichting
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten te Haarlemmermeer eisende partij
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergonwen, advocaat te Amsterdam
tegen
- de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Uitzendbureau MCK Labour B.V. te Alkmaar
- bestuurder van gedaagde partij sub 1 wonende te Alkmaar
1 bestuurder van gedaagde partij sub 1
wonende te Alianaar
gedaagde partijen
gedaagde partijen sub 2 en 3 procederend in persoon, mede namens gedaagde partij sub 1.
Het procesverloop
Eisende partij heeft een vordering ingesteld, zoals omschreven in de dagvaarding d.d. 10 februari 2009.
Gedaagde partijen hebben bij antwoord verweer gevoerd.
Vervolgens heeft eisende partij gerepliceerd en het verweer bestreden; gedaagde partijen hebben, na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld, daar niet op gereageerd. De inhoud van de processtukken geldt als hier ingelast.
Ten slotte is heden uitspraak bepaald.
Het geschil en de beoordeling daarvan
Eisende partij vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijke veroordeling van gedaagde partijen tot:
– naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van eisende partij van 28 januari 2009;
– betaling van een bedrag ad C 100.000,00, als forfaitaire schadevergoeding te vermeerderen met wettelijk rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
– betaling de buitengerechtelijke incassokosten, zijnde een bedrag ad C 1.785,00, te vermeerderen met wettelijk rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening.
Gedaagde partijen hebben geen conclusie van dupliek genomen en niet meer gereageerd op de nadere uiteenzetting van eisende partij bij repliek. Het verweer van gedaagde partijen is in het licht van de nadere uiteenzetting die eisende partij bij repliek heeft gegeven onvoldoende gemotiveerd en feitelijk onderbouwd, zodat daaraan voorbij zal worden gegaan.
De vordering van eisende partij is dan ook toewijsbaar, nu deze de kantonrechter ook overigens niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, met dien verstande dat de wettelijke rente over de buitengerechtelijke incassokosten zal worden afgewezen, nu niet is gebleken dat deze rente een schadepost is en voorts zoals hierna is vermeld.
Gedaagde partijen dienen als de in het ongelijk te stellen partij in de proceskosten te worden veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
Veroordeelt gedaagde partijen hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd,
tot:
– naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de
Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd
in de brief van eisende partij van 28 januari 2009;
– betaling van een bedrag ad € 100.000,00 te vermeerderen met wettelijk rente over dit
bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
betaling van een bedrag ad C 1.785,00.
Veroordeelt gedaagde partijen, hoofdelijk als voormeld, in de proceskosten, die tot heden voor eisende partij worden vastgesteld op een bedrag van e 1.480,25 [inclusief BTW indien en voorzover door gedaagde partijen verschuldigd], waaronder begrepen een bedrag van
1.200,00 voor salaris van de gemachtigde van eisende partij [waarover gedaagde partijen geen BTW verschuldigd zijn].
Verklaart deze veroordeling(en) uitvoerbaar bij voorraad.
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. van der Linde, kantonrechter, bijgestaan door de griffier en op 10 juni 2009 in het openbaar uitgesproken.
De griffi