SNCU ↔ Together
RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE Sector kanton
Locatie Den Haag
SD
Rolnr.: 1102860 RL EXPL 11-27187 17 november 2011
Vonnis in de zaak van:
de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr.drs. M.H.D. Vergouwen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Together Services LV., gevestigd en kantoorhoudende te s-Gravenhage,
gedaagde partij,
gemachtigde: de heer S. Pershad, Financieel Advieshuis C.V.
Verloop van de procedure
Bij dagvaarding d.d. 9 september 2011 heeft eisende partij tegen gedaagde partij een vordering ingesteld zoals omschreven in de dagvaarding, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan dit vonnis is gehecht.
Op de rolzitting van 21 september 2011 is aan gedaagde partij een termijn verleend tot de rolzitting van 20 oktober 2011 voor het (mondeling of schriftelijk) nemen van een conclusie van antwoord. Dit is op de zitting aan de gedaagde partij meegedeeld, dan wel nadien bij brief van de griffier meegedeeld. Gedaagde partij is op de daarvoor aangewezen zitting echter niet verschenen en heeft evenmin op andere wijze gereageerd. Op grond daarvan is de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.
Beoordeling van het geschil
Voor de omschrijving van de vordering van eisende partij en de daartoe aangevoerde gronden wordt verwezen naar de aangehechte dagvaarding waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast moet worden beschouwd. Nu gedaagde partij, hoewel zij daartoe naar behoren in de gelegenheid gesteld is, tegen de vordering van eisende partij geen verweer heeft gevoerd, moet worden uitgegaan van de juistheid van de feiten die eisende partij aan de vordering ten grondslag heeft gelegd. Deze feiten vormen naar het oordeel van de kantonrechter een toereikende grondslag voor de vordering, zodat deze kan worden toegewezen.
Rolnr.: 1102860 RL EXPL 11-27187
2
Gedaagde partij wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure. Voorzover nakosten gemaakt worden levert dit vonnis voor die nakosten een titel op.
Beslissing
De kantonrechter:
- veroordeelt gedaagde partij, om tegen bewijs van kwijting aan de eisende partij te betalen de som van E 143.255,00, vermeerderd met de wettelijke rente over € 143.255,00, vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt gedaagde partij in de kosten van het geding, tot hiertoe aan de zijde van de eisende partij vastgesteld op E 1.641,81, waaronder E 700,00 als vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij;
- verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. W. ten Cate en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 november 2011.