14 Nov 2011
SNCU ↔ Van Veldhoven
RECHTBANK ROTTERDAM Sector kanton
Locatie Middelhamis
zaaknummer: 1285735\ CV EXPL 11-719 uitspraak: 14 november 2011 vonnis
in de zaak van
IN NAAM DER KONINGIN
de stichting
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, woonplaats: Barendrecht,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 4 oktober 201 gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouvven te Amsterdam,
gedaagde te veroordelen tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot compensatie van het vastgestelde bedrag aan materiële benadeling ad C 69.476,00 aan de in de onderzoeksperiode door gedaagde benadeelde (ex-)werknemers en het overleggen van de specificaties en (betalings-) bewijzen van het gecompenseerde bedrag binnen 12 weken na betekening van het veroordelend vonnis, zulks op straffe van het verbeuren van een dwangsom ad e 500,00 voor iedere dag, ieder dagdeel daaronder
begrepen, dat gedaagde hiermee in gebreke blijft;
•• •. .•
gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te
voldoen de somma van € 10.115,00, als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
gedaagde te veroordelen in de buitengerechtelijk incassokosten ten bedrage van €952,00, inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening; gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure;
gedaagde, middels afgifte door de rechtbank van een hiertoe bestemd bevelschrift, ex artikel 237 lid 4 Rv te veroordelen in de door eiseres te maken nakosten. Gedaagde heeft op de eis geantwoord.
Zaaknummer: 1285735 1 CV EXPL 11-719
2
De beoordeling van de vordering
Gedaagde is geconfronteerd met een rapport. De inhoud van de rapportages worden niet betwist evenals de vordering die daaruit voortvloeit. Gedaagde beschikt niet over de gevorderde gegevens, gedaagde is wel bereid en in staat om die gegevens binnen 12 weken na wijzen van het vonnis aan eiseres te verstrekken.
De vordering is op de wet gegrond en wordt dan ook toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.
Eiseres heeft een voorwaardelijke vordering ingesteld tot betaling van afwikkelingskosten. Deze vordering is niet toewijsbaar nu de wet voor deze kosten – voor zover dit vonnis daartoe een ontoereikende titel zou bieden – een speciale procedure heeft voorgeschreven in het eveneens op de procedure voor de kantonrechter toepasselijke artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche tot compensatie van het vastgestelde bedrag aan materiële benadeling ad E 69.476,00 aan de in de onderzoeksperiode door gedaagde benadeelde (ex-) werknemers en het overleggen van specificaties en (betalings-)bewijzen van het gecompenseerde bedrag binnen 12 weken na betekening van dit vonnis, zulks op straffe van het verbeuren een dwangsom ad e 500,00 voor iedere dag, ieder dagdeel daaronder begrepen, dat gedaagde hiermee in gebreke blijft, met een maximum bedrag van E 5.000,00;
veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen:
een bedrag van e 10.115,00, als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
een bedrag van e 952,00 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op €941,81 aan verschotten en €600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorrad en wijst af het méér of anders gevorderde; Dit vonnis is gewezen door mr. L.J. van Die en uitgesproken ter ope1 bare terechtzitting.
565
‘1190.-W,Vfèfi WW eerste grosse aan de
14 110V 2B11