vrijwillig afstand doen van CAO rechten kan niet aan SFT worden tegengeworpen
Een verklaring waarbij een werknemer vrijwillig afstand doet van zijn CAO rechten kan niet aan SFT worden tegengeworpen. Blue Taxi moet de wachttijden alsnog doorbetalen.
In deze zaak heeft SFT bij een CAO controle vastgesteld dat Blue Taxi de wachttijden tussen de ritten onbetaald laat. Dit is in strijd met de CAO waarin is bepaald dat wachttijd buiten standplaats als arbeidstijd moet worden aangemerkt. SFT heeft gevraagd om deze tijd alsnog door te betalen.
Blue Taxi heeft tevergeefs getracht om onder de opgelegde nabetaling uit te komen door zich te verschuilen achter de afstandsverklaringen van de werknemers. Deze afstandsverklaringen hebben het karakter van een vaststellingsovereenkomst waarmee Blue Taxi met medewerking van zijn personeel heeft getracht om een einde te maken aan het geschil met SFT.
De kantonrechter ging hierin mee en vond het geen probleem dat hiermee in strijd wordt gehandeld met dwingendrechtelijke bepalingen van een algemeen verbindend verklaarde CAO. Dit vanwege de aard van een vaststellingsovereenkomst die bedoeld is om een einde te maken aan een geschil, ook als achteraf blijkt dat daarmee dwingendrechtelijke bepalingen opzij worden gezet. De kantonrechter vindt de discussie omtrent de juiste toepassing van de arbeidstijdbepaling derhalve niet meer relevant.
Het Hof (ECLI:NL:GHDHA:2015:512) is het met SFT eens dat een vaststellingsovereenkomst alleen dan in strijd mag komen met dwingend recht indien deze strekt ter beëindiging van een reeds bestaande geschil. Het is dus niet mogelijk om dwingendrechtelijke bepalingen op voorhand uit te sluiten.
In de onderhavige zaak hadden de vaststellingsovereenkomsten niet de strekking om een einde te maken aan een bestaand geschil tussen de werkgever en de werknemer, maar juist ter voorkoming van een toekomstig geschil in het geval het standpunt van SFT omtrent de pauzeregeling juist zou zijn. Door het op voorhand uit sluiten van dwingendrechtelijke bepalingen wordt het dwingende karakter op een ontoelaatbare wijze ondermijnd.
Daar komt bij dat SFT een eigen belang heeft bij de handhaving van de CAO en bovendien bevoegd is om namens CAO partijen een forfaitaire schadevergoeding te vorderen op grond van artikel 15 Wet CAO jo artikel 3 wet AVV.
Het Hof gaat vervolgens wel inhoudelijk in op de beoordeling van de arbeidstijdbepaling in samenhang met de pauzeregeling. Deze bepaling is regelmatig een bron van discussie omdat juist op dit punt verschil kan worden gemaakt in de loonkosten.
SFT stelt dat Blue Taxi de arbeidstijdbepaling onjuist toepast omdat alleen rijtijden worden doorbetaald en wachttijden buiten standplaats als onbetaalde pauzes worden aangemerkt. In dat kader moet de (betaalde) wachttijd waarbij de werknemer ter beschikking staat van de werkgever, worden onderscheiden van (onbetaalde) pauzes waarbij de werknemer geen enkele verplichting heeft ten aanzien van zijn werk. Daarnaast dienen pauzes op standplaats te worden onderscheiden van pauzes buiten standplaats omdat de onbetaalde pauzeaftrek bij de laatste categorie is gelimiteerd.
SFT legt standplaats uit als de thuisbasis van de werknemer zijnde het vestigingsadres van het bedrijf of het thuisadres van de chauffeur als deze de taxivoertuigen mee naar huis nemen, Het Hof is het niet eens met de interpretatie van Blue taxi die standplaats uitlegt als iedere willekeurige plek die door de chauffeurs als een soort thuisbasis wordt ervaren. Dit is in strijd met de beschermingsgedachte die aan het pauzebegrip ten grondslag ligt d.w.z. dat er geen ongelimiteerde pauzetijd buiten standplaats van de arbeidstijd kan worden afgetrokken.
Ook het verweer van Blue Taxi dat de chauffeurs zelf beslissen wanneer ze pauze opnemen slaagt niet. Het hof overweegt dat nu uit de arbeidstijdadministratie van Blue Taxi blijkt dat alleen rijtijd wordt doorbetaald het in de rede ligt dat de pauzeregeling wordt overtreden. Het doet niet ter zake of de chauffeurs vanaf de taxistandplaats Rotterdam CS dan wel via de centrale rijden. In het laatste geval dienen de chauffeurs zich namelijk ook beschikbaar te houden voor een oproep van de centrale zodat ook dan sprake is van doorbetaalde wachttijd.
Het Hof komt tot de conclusie dat Blue Taxi gehoor had moeten geven aan de vordering van SFT tot het alsnog verlonen van de niet doorbetaalde wachttijd. Derhalve wordt ook de gevorderde forfaitaire schadevergoeding die vanwege het uitblijven van de stukken door SFT is verhoogd naar ruim € 12.000,- toegewezen.
Dit arrest is becommentarieerd door mr. K. Verhoeven van GMW Advocaten: “werkgever probeert onder cao uit te komen“, zoals vermeld in rechts.nl Magazine van 13 april 2015.