Geslaagd beroep op noodweer
GERECHTSHOF AMSTERDAM
parketnummer: ……………. datum uitspraak: 22 april 2014
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 20 maart 2013 in de strafzaak onder parketnummer ….. tegen
XXX,
geboren te … op …., adres:
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 8 april 2014., en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Gelet op de in hoger beroep door het gerechtshof toegelaten wijziging is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks …….. 2012 te Amsterdam met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, …., in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen XXX, welk geweld bestond uit het een of meerdere malen (telkens) (met kracht) duwen en/of ten val brengen en/of schoppen en/of trappen en/of slaan en/of stompen, waarbij hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) die XXX een of meerdere malen (telkens) (met kracht) tegen zijn rug, althans zijn lichaam heeft/heben geduwd (waardoor die XXX ten val kwam) en/of (vervolgens) – (met gebalde vuist) tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) – een of meerdere malen tegen zijn (linker)arm, althans zijn lichaam heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of (vervolgens) – (met een of meer krukken) tegen zijn hoofd en/of zijn gezicht, althans zijn lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt, en welk door hem gepleegd geweld enig lichamelijk letsel (afgebroken tand en/of een of meerdere diepe schaafwonden op de bovenlip en/of rechter slaapregio en/of rechter bovenarm en/of een zwelling op de linker handpalm en/of verkleuring gebied linkerwang) voor XXX ten gevolge heeft gehad; (artikel 141 lid 2 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair:
hij op of omstreeks …….. 2012 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend een persoon (te weten XXX) een of meerdere malen (telkens) (met kracht) – tegen zijn rug, althans zijn lichaam heeft/heben geduwd (waardoor die XXX ten val kwam) en/of (vervolgens) – (met gebalde vuist) tegen zijn hoofd, althans zijn lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of (vervolgens) – een of meerdere malen tegen zijn (linker)arm, althans zijn lichaam heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of (vervolgens) – (met een of meer krukken) tegen zijn hoofd en/of zijn gezicht, althans zijn lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt, waardoor voornoemde XXX letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden; (artikel 300 Jo 47 Wetboek van Strafrecht)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de rechtbank.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken. De verdachte ontkent dat hij, samen met zijn broer, XXX heeft aangevallen en mishandeld. Naast de verklaring van XXX bevat het dossier alleen de verklaring van de getuige XXX. De verklaring van XXX levert naar het oordeel van het hof echter onvoldoende ondersteunend bewijs op voor het in vereniging plegen van geweld, nu XXX alleen heeft verklaard te hebben gezien dat een jongen op straat lag en dat een andere jongen met een soort lat de jongen die op de grond lag sloeg. Deze verklaring sluit niet uit de verklaring van de verdachte dat hij op de grond lag en zich met zijn kruk afweerde.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair ten taste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij op …. 2012 te Amsterdam opzettelijk mishandelend een persoon te weten XXX met kracht tegen zijn gezicht heeft geslagen, waardoor voornoemde XXX letsel heeft bekomen en pijn heeft ondervonden.
Hetgeen subsidiair meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
De verdachte heeft een beroep gedaan op noodweer. Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde heeft de verdachte gesteld dat XXX hem heeft aangevallen, waardoor hij op de grond is gevallen en hij zich met een kruk tegen de verdere aanval van XXX heeft verdedigd door XXX met een kruk tegen diens gezicht te slaan.
Het hof overweegt hiertoe het volgende. Nu hierboven (bewezenverklaring) is geoordeeld dat niet is bewezen dat de handelwijze van verdachte als aanvallend moet worden beschouwd brengt dit tevens mee dat de door verdachte gestelde feitelijke toedracht juist zou kunnen zijn, zodat sprake zou kunnen zijn van een wederrechtelijke aanranding van zijn lijf waartegen de verdachte zich mocht verdedigen. Het subsidiair bewezen verklaarde levert daarom naar het oordeel van het hof geen strafbaar feit op. De verdachte dient derhalve ter zake van dit feit te worden ontslagen van alle rechtsvervolging
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezen verklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.F.J.M, de Werd, mr. M.R. Cox en mr. ii. Wiarda, in tegenwoordigheid van R.A.M. Truijens, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 22 april 2014.
Mrs. Cox en Wiarda zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.