Samenloop van wachtgeld en ontslagvergoeding?
De Welzijnssector wordt hard geraakt door de crisis en de mede daardoor gekozen overheidsbezuinigingen. Subsidies staan onder druk, worden verminderd of zelfs geheel beëindigd. Dit vormt voor een groot aantal organisaties aanleiding te reorganiseren. Doorgaans gaat dit gepaard met meerdere gedwongen ontslagen.
Sinds jaar en dag zijn in de Cao Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening bepalingen terug te vinden die een werkgever bij bedrijfseconomisch ontslag verplichten vergoedingen te betalen aan de werknemer. De meest vergaande regeling was te vinden in de Cao’s Welzijn 2006-2007 en 2007-2008, de beruchte wachtgeldregeling.
De toepassing van deze wachtgeldregeling bleek voor veel werkgevers, zeker in tijden waarin de inkomsten onder druk staan door overheidsbezuinigingen, (te) kostbaar. In de Cao Welzijn 2008-2011 werd de regeling om die reden gewijzigd. De oude wachtgeldregeling kwam te vervallen en daarvoor in de plaats kwam een nieuwe bepaling in artikel 11.6. Uit dit artikel volgt dat de werkgever bij een bedrijfseconomisch ontslag verplicht is de werknemer een ontslagvergoeding te betalen. Daarnaast geldt een aanvullingsverplichting van de WW-uitkering. Beide vergoedingen zijn afhankelijk van de leeftijd van de werknemer en de duur van het dienstverband. Bij de aanvulling wordt echter niet alleen gekeken naar de dienstjaren bij de laatste werkgever. Ook de dienstjaren bij eerdere werkgevers in de welzijn tellen mee.
Omdat met name oudere werknemers de dupe zouden worden van het vervallen van de wachtgeldregeling, werd voor deze groep werknemers in de Cao Welzijn 2008-2011 een overgangsregeling geïntroduceerd (bijlage 9.2 van de Cao Welzijn 2008-2011). De overgangsregeling betekent ofwel een verruiming van de voorzieningen die staan in artikel 11.6 ofwel, in het uiterste geval, een handhaving van de oude wachtgeldregeling. Deze oude wachtgeldregeling kan tot hoge kosten leiden voor de welzijnswerkgever. Bij de berekening van de duur van het wachtgeld tellen immers niet alleen de dienstjaren in de welzijn mee, maar ook in de kinderopvang, jeugdzorg en gezinsverzorging. Een werknemer van 50 jaar of ouder kan onder de oude wachtgeldregeling bij een diensttijd van 10 jaar al snel aanspraak maken op wachtgeld tot de eerste dag van de maand waarin hij/zij 65 jaar wordt (!).
Ook in de laatste onderhandelingen over de Cao Welzijn vormde deze overgangsregeling onderwerp van gesprek. Voor veel werkgevers vormde deze overgangsregeling een financiële aderlating. In het onderhandelingsakkoord Cao Welzijn 2012-2013 is deze regeling aangepast en naar beneden bijgesteld. Organisaties die voor 1 januari 2013 een sociaal plan sloten met de vakbonden blijven echter gebonden aan de oude overgangsregeling.
Deze overgangsregeling uit de Cao 2008-2011 vormt naast discussie op de onderhandelingstafel van Cao-partijen ook het onderwerp van veel procedures bij de rechter. Laatstelijk nog in een zaak die speelde bij de Kantonrechter in Eindhoven. Deze deed begin november 2012 uitspraak over de vraag of een werknemer die op basis van de overgangsregeling in aanmerking komt voor wachtgeld, daarnaast ook aanspraak kon maken op de beëindigingsvergoeding uit artikel 11.6 van de Cao Welzijn 2008-2011. Een uitspraak die voor de welzijnssector dan ook zeer relevant is.
Wat was er aan de hand?
Werknemer was op 1 januari 2001 in dienst getreden bij een welzijnsorganisatie. Als gevolg van bedrijfseconomische problemen werd het UWV in 2011 toestemming verzocht voor de opzegging van het dienstverband. Deze werd door het UWV gegeven waarna de werkgever het dienstverband opzegde. De werkgever had een sociaal plan gesloten met de vakbond die voor de vergoeding verwees naar de Cao Welzijn 2008-2011. Gezien de leeftijd van de werknemer, 55 jaar op 1 januari 2009 (een van de voorwaarden) kwam de werknemer op basis van de overgangsregeling voor wachtgeld in aanmerking. Dit keerde de werkgever ook uit. De werknemer vorderde vervolgens naast het wachtgeld dat de werkgever hem een beëindigingsvergoeding uitkeerde. Een extra bedrag van omstreeks € 11.000,= bruto.
Werknemer stelde daartoe dat de Cao Welzijn 2008-2011 in artikel 11.6.2 niemand uitzondert van de ontslagvergoeding. Dus ook de werknemer die wachtgeld kreeg kon nog steeds aanspraak maken op de ontslagvergoeding. Volgens zijn werkgever ten onrechte. Deze verweerde zich met het argument dat werknemers òf recht hebben op wachtgeld, òf recht op een ontslagvergoeding en aanvulling WW. Van plussen is geen sprake.
De kantonrechter moest voor de beslechting van het geschil de tekst van artikel 11.6 en de overgangsregeling van bijlage 9.2 van de Cao Welzijn 2008-2011 uitleggen. Dit doet hij aan de hand van de interpretatieregels van de Hoge Raad. Dit betekent dat de bewoordingen van artikel 11.6 en bijlage 9.2 in het licht van de gehele Cao in beginsel bepalend is voor de uitleg daarvan. Daarnaast moet volgens de Hoge Raad gekeken worden naar een eventuele schriftelijke toelichting van Cao-partijen op de Cao. Tot slot kunnen de gevolgen van een interpretatie voor de praktijk meegewogen worden.
De kantonrechter stelt de werkgever in het gelijk. Uit de bewoording van bijlage 9.2 (overgangsregeling) wordt afgeleid dat de werknemer òfwel aanspraak kan maken op de wachtgeldregeling òfwel de financiële aanspraken uit artikel 11.6 Cao 2008-2011(beëindigingsvergoeding en WW-aanvulling). Daarin wordt immers aangegeven dat de overgangsregeling voor werknemers geldt in aanvulling op en in afwijking van artikel 11.6.
Naast de bewoording van artikel 11.6 en bijlage 9.2 laat de kantonrechter drie andere zaken in zijn oordeel meewegen. Ten eerste wordt belang gehecht aan de brochure die Cao-partijen na de totstandkoming van de Cao 2008-2011 hebben uitgegeven. In deze brochure staat een stroomdiagram waarin de regelingen schematisch worden weergegeven. Ten tweede laat de kantonrechter de verklaring van een bestuurder van de ABVAKABO FNV meewegen. Ook deze verklaarde namelijk dat van een samenloop van wachtgeld en ontslagvergoeding/aanvulling WW geen sprake is. Ten derde weegt de kantonrechter mee dat het rechtsgevolg van toewijzing van een samenloop van de wachtgeld en ontslagvergoeding/aanvulling WW tot niet redelijke financiële gevolgen voor de werkgever zouden leiden.
Een mooi vonnis van de kantonrechter Eindhoven met inachtneming van de regels die ons hoogste rechtscollege, de Hoge Raad, voor Cao-interpretatie heeft geschreven. Een oordeel dat daarnaast rekening houdt met de moeilijke financiële positie waarin veel welzijnsorganisaties zich op dit moment bevinden. Organisaties die met verminderde inkomsten vechten voor hun bestaansrecht en de werkgelegenheid van hun werknemers.
Mr. Charlotte Koopman