VEVAM is de regie kwijt
Regisseurs zijn ‘makers’ in de zin van de Auteurswet en hebben daarom recht op een vergoeding als hun film op televisie wordt uitgezonden. Tot 1 oktober 2012 had VEVAM (samen met andere collectieve rechtenbeheerders) een overeenkomst met alle Nederlandse kabelexploitanten, die een bedrag per abonnee betaalden. Dit contract is per 1 oktober 2012 afgelopen. Nieuwe onderhandelingen tussen partijen zijn vruchteloos gebleven. Sindsdien betalen UPC en Ziggo geen vergoeding meer. VEVAM is daarom naar de rechter gestapt. De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam stelde UPC en Ziggo in het gelijk, zodat zij geen vergoeding hoeven te betalen aan VEVAM.
De vraag is nu, wat er precies veranderd is in de situatie. De kabelexploitanten hebben immers jarenlang wel vergoedingen afgedragen. Het gaat in deze uitspraak om de interpretatie van artikel 26a Aw. Dit artikel bepaalt dat voor secundaire uitzending (“gelijktijdige, ongewijzigde en onverkorte uitzending”) slechts toestemming kan worden verleend door – kort gezegd – een collectieve rechtenbeheerder. VEVAM beroept zich op de zogeheten Amstelveense kabelovereenkomsten van begin jaren ’80. In deze arresten is bepaald dat een heruitzending van een programma door een kabelexploitant als een nieuwe openbaarmaking moest worden aangemerkt.
Voor een goed begrip van de stellingen van de kabelexploitanten is enige technische achtergrondinformatie vereist. Tot het begin van deze eeuw pikte de kabelexploitant een publiek signaal op, om dit vervolgens via de kabel opnieuw door te geven. Tegenwoordig is de situatie zo, dat kabelexploitanten de programma’s direct aangeleverd krijgen via de zogenaamde Media Gateway in Hilversum. De kabelexploitanten verspreiden vervolgens de programma’s voor de eerste keer, zonder dat hier een eerdere uitzending aan vooraf is gegaan. Door deze technische veranderingen is helemaal geen sprake meer van een tweede “gelijktijdige, ongewijzigde en onverkorte uitzending”, aldus Ziggo en UPC. De situatie waarop artikel 26a Aw ziet doet zich derhalve niet meer voor en VEVAM kan om die reden dan ook niet namens de regisseurs innen. Ziggo en UPC verwijzen ter onderbouwing van hun stellingen naar een zaak die Norma, de collectief rechtenbeheerder voor uitvoerend kunstenaars, vorig jaar heeft aangespannen tegen NL Kabel, een verenging van kabelexploitanten. De rechtbank, en later ook het Hof Den Haag, oordeelden in deze zaak dat de Amstelveense kabelarresten van de Hoge Raad niet meer van toepassing zijn op Ziggo en UPC.
Over enkele maanden zal de Hoge Raad zich in de Norma-zaak over deze problematiek buigen. Voor nu gaat de voorzieningenrechter mee in de stellingen van de kabelexploitanten. VEVAM zal voorlopig geen vergoedingen voor de regisseurs ontvangen. Hoe is het voorgaande relevant in de praktijk? Het is voor regisseurs niet haalbaar om de gelden waar zij recht op hebben zelf te innen. Met het wegvallen van de wettelijke basis voor VEVAM vervalt eveneens de uitzondering op artikel 45d Aw, ingevolge welk artikel een wettelijk vermoeden bestaat dat regisseurs hun rechten hebben overgedragen aan de producenten. Voor zover er nog iets te innen valt, zullen regisseurs naar de producenten moeten stappen om de gelden voor hen te innen. Regisseurs doen er verstandig aan om de ontwikkelingen scherp in de gaten te houden.