Bijna negen op de tien werknemers vallen in Nederland onder een ‘collectieve arbeidsovereenkomst’ (cao), kort samengevat: een akkoord dat gesloten is tussen werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties waarin wederzijdse rechten en plichten collectief zijn vastgelegd. Vaak zijn er zaken in een cao geregeld die ook in een gewoon arbeidscontract staan, zoals beloning, pensioenregeling, arbeidstijd en arbeidsomstandigheden. In Nederland zijn er wel duizend verschillende cao’s, waarvan zo’n driehonderd cao’s voor een bedrijfstak gelden. Deze laatste kunnen door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ‘algemeen verbindend’ zijn verklaard, waardoor ook werknemers en werkgevers die niét bij een organisatie of vakbond zijn aangesloten toch onder de collectieve afspraken vallen.
Helaas bestaat er veel veronachtzaming en zelfs bewuste ontduiking van cao’s. Vooral in bedrijfstakken waarin loonkosten zwaar op de omzet drukken is de verleiding voor werkgevers groot om de hand te lichten met de gemaakte afspraken. Er worden dan bijvoorbeeld geen, of minder vakantiedagen uitgekeerd, werknemers moeten lange dagen maken, of werken onder het cao-loon. Dit soort pogingen tot ontduiking is van alle tijden, maar intensiveert in tijden van economische crisis.
Daarnaast heeft het openstellen van de grenzen van Europa het mogelijk gemaakt om goedkopere arbeid te importeren uit landen waar het loon veel lager ligt dan in Nederland. Het streven naar een interne markt waarop werknemers zich vrij konden begeven was immers ooit het doel van de Europese Unie. Deze vrijheid blijkt helaas op gespannen voet te staan met de sociale rechten en plichten in de lidstaten. Door de import van goedkopere en minder aan sociale afspraken gebonden arbeidskrachten ontstaat inderdaad een vrije Europese interne markt, maar soms ook valse concurrentie en uitbuiting.
Niet alleen werknemers hebben dus belang bij bescherming en naleving van Nederlandse cao’s in Nederland, waarmee een eerlijk loon en humane werkomstandigheden gewaarborgd zijn, ook werkgevers zijn gebaat bij naleving van de cao. Alleen als iedereen zich aan de regels houdt kan er immers sprake zijn van eerlijke mededinging.
Verschillende partijen hebben sinds enkele jaren dan ook een organisatie opgericht om namens de sociale partners op de werkvloer te controleren of de geldende cao ook daadwerkelijk wordt gerespecteerd. Op dit moment zijn Sociaal Fonds Taxi namens de taxibranche, Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) namens het uitzendwezen en het Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid (TBBouw) namens de bouwsector, de drie grootste cao-handhavers. Onder deze cao’s vallen veel werknemers. Alleen al onder de cao voor uitzendkrachten die de SNCU handhaaft vallen 700.000 arbeidskrachten.
Deze drie handhavers, in de volksmond ook wel ‘cao-politie’ geheten, hebben vanaf het begin van hun bestaan gekozen voor een nauwe samenwerking met De Koning Vergouwen Advocaten voor de juridische ondersteuning van hun activiteiten. We geven advies over verstandig beleid en de tekstuele lading van cao’s, we manen bedrijven tot naleving of betaling en spannen zo nodig gerechtelijke procedures aan.
Met vijftien jaar ervaring zijn we zeer bedreven in deze tak van sport. Ons kantoor heeft inmiddels vele honderden procedures gevoerd om werkgevers bij de les te houden. En met succes. De ingewilligde eisen in dergelijke procedures zijn altijd nabetaling van loon, maar ook vaak schadevergoeding voor betrokken werkgevers- en werknemersorganisaties die door bewuste ontduiking van cao’s aan prestige en geloofwaardigheid hebben ingeboet. Na een gerechtelijke uitspraak incasseren we bovendien de vordering en zorgen we er desnoods voor dat malafide werkgevers worden gestopt. Door ons juridisch ingrijpen zijn er meermaals illegale en ronduit louche praktijken beëindigd, waarbij mensenhandel, uitbuiting en moderne slavernij de kurk bleek te zijn waarop een onderneming dreef.