sft ↔ Bernisse Taxi B.V.
RECHTBANK ROTTERDAM
Sector kanton
Locatie Brielle
zaaknummer: 1254972 \ CV EXPL 11-3100 uitspraak: 13 september 2011
vonnis
in de zaak van
de stichting
Stichting Sociaal Fonds Taxi,
woonplaats: Culemborg,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 29 juni 2011, gemachtigde: mr. M.W.M. Heijlaerts te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,
Bernisse Taxi B.V.
woonplaats: Hellevoetsluis,
gedaagde,
in persoon.
Het verloop van het proces
Eiseres heeft gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
- 1. gedaagde te veroordelen tot naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO SFT, meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van eiseres d.d, 22 december 2008, welke in de dagvaarding is overgelegd als productie 4;
- 2. gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van E 149.012,44, als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente, over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- 3. gedaagde te veroordelen tot betaling van de afrekennota SFT premie 2010 ad e 2.321,28 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a 13W vanaf de vervaldatum van de betreffende factuur per 30 september 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- 4. gedaagde te veroordelen tot betaling van de voorschotnota SFT premie eerste kwartaal 2011 ad e 1.800,15, vermeerderd met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de vervaldatum van de betreffende factuur per 6 februari 2011 tot aan de dag der algehele voldoening;
- 5. gedaagde te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van e 2.975,00 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- 6. gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure;
Zaaknummer: 1254972 CV EXPL 11-3100
2
7. gedaagde, middels afgifte door de rechtbank van een hiertoe bestemd bevelschrift, ex artikel 237 lid 4 RV te veroordelen in de door eiseres te maken nakosten.
De kantonrechter heeft gedaagde uitstel voor schriftelijk antwoord verleend. Gedaagde heeft, ondanks daartoe tweemaal in de gelegenheid te zijn gesteld, echter niet binnen de door de kantonrechter gestelde termijn geantwoord.
De beoordeling van de vordering
Gedaagde heeft de feiten waarop de vordering is gebaseerd niet dan wel onvoldoende betwist
De vordering is op de wet gegrond en wordt dan ook toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.
Eiseres heeft een voorwaardelijke vordering ingesteld tot betaling van afwikkelingskosten. Deze vordering is niet toewijsbaar nu de wet voor deze kosten – voor zover dit vonnis daartoe een ontoereikende titel zou bieden een speciale procedure heeft voorgeschreven in het eveneens op de procedure voor de kantonrechter toepasselijke artikel 237 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
Gedaagde wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde tot naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO SFT, meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van eiseres d.d. 22 december 2008, welke in de dagvaarding is overgelegd als productie 4;
veroordeelt gedaagde om aan eiseres tegen kwijting te betalen;
• de somma van 149.012,44, als forfaitaire schadevergoeding te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
de afrekennota SFT premie 2010 ad e 2.321,28 te vermeerderen met de wettelijke handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de vervaldatum van de betreffende factuur per 30 september 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
de voorschotnota SFT premie eerste kwartaal 2011. ad € 1,800,15 vermeerderd met
de wettelijke .handelsrente ex artikel 6:119a BW vanaf de vervaldatum van de betreffende factuur per 6 februari 2011 totaan de dag der algehele voldoening; de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van E 2.975,00 inclusief BTW te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op e 374,81 aan verschotten en E 700,00 aan salaris voor de gemachtigde;