SFT ↔ Taxi A59
RECHTBANK OOST-BRABANT
Kanton ‘s-Hertogenbosch
Zaaknummer : 2881670 / 386
Rolnummer : 14-2602
Uitspraak : 12 juni 2014
in de zaak van
de stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi
gevestigd te Culemborg
eiseres
gemachtigde mr. M.W.M. Heijlaerts
tegen
de vennootschap onder firma Taxi A59
gevestigd te Oudheusden, gemeente Heusden
en haar vennoten
XXX
wonende te
XXX
wonende
gedaagden
gemachtigde H.R.R. Watjer.
Partijen zullen “SFT” en “Taxi A59” worden genoemd.
1. Procedure
1.1. SFT heeft dit geding aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 10 maart 2014.
Taxi A59 heeft mondeling verweer gevoerd, waarbij zij tevens een aantal producties heeft overgelegd.
Bij rolbeslissing heeft de kantonrechter een zitting (comparitie van partijen) bepaald. Deze heeft plaatsgevonden op 12 mei 2014.
1.2. De uitspraak is bepaald op vandaag.
2. De feiten
2.1. Taxi A59 exploiteert een taxibedrijf. Gelet op de aard van de onderneming valt deze onder de werkingssfeer van de cao Taxivervoer en de cao Stichting Sociaal Fonds Taxi (hierna cao SSFT), zo blijkt uit artikel 1 van de respectievelijke cao’s. De cao Taxivervoer en de cao SSFT zijn door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard.
2.2. Uit artikel 2 cao SSFT blijkt dat SFT is opgericht door de partijen bij de cao en dat de statuten en reglementen van SFT onderdeel zijn van de cao. Het doel van SFT is het financieren, subsidiëren en uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak vervoer van personen met personenauto’s.
2,3. Ter verwezenlijking van dit doel is SFT, onder meer, bevoegd controles uit te voeren om toe te zien op de getrouwelijke naleving van de cao.
2.4. SFT ontleent die bevoegdheid aan artikel 3 cao SSFT, dat voor zover bier van belang luidt:
“Artikel 3 Verplichtingen werkgever
2. Naleving CAO
De werkgever is verplicht op de wijze, vermeld in een nader daartoe door de SFT op te stellen reglement, aan te tonen dat bij de bepalingen van de Collectieve Arbeidsovereenkomst Taxivervoer, alsmede deze Collectieve Arbeidsovereenkomst, getrouwelijk naleeft.”
2.5. En voorts aan artikel 1 van bijlage 1 bij het Reglement Stichting Sociaal Fonds Taxi (hierna: het Reglement), als bedoeld in artikel 3, tweede lid, cao SSFT, waarin is bepaald: “De Stichting (…) heeft ex artikel 3, lid 1, onder b, van de statuten ten doel het houden van toezicht op de naleving van de CAO Taxivervoer, alsmede op de CAO Sociaal Fonds Taxi (…) een en ander in san7enwerking met de daarvoor geëigende instanties. Veer wat betreft de CAO Taxivervoer is naleving alleen van toepassing op ongeorganiseerde werkgevers veer zover die cao algemeen verbindend is verklaard.”
2.6. In artikel 5 van bijlage 1 bij het Reglement is bepaald dat het aantonen dat de cao getrouwelijk wordt nageleefd moet blijken uit de door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke administratie. De werkgever meet ervoor zorgen dat bij een controle de in dat artikel genoemde stukken klaarliggen.
2.7. In artikel 9 van bijlage 1 bij het Reglement is, voor zover hier van belang, bepaald.
Artikel 9
(…)
2. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens SET gedurende tenminste 14 dagen nalatig blijft de vanwege SET verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan SET een forfaitaire schadevergoeding te betalen.
(…)
3. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens SET gedurende tenminste 14 dagen volhardt in het niet naleven van de CAO op de in de ingebrekestelling vermelde punten, is hij onverminderd het gestelde onder 2 verplicht aan SET een door deze Stichting te bepalen schadevergoeding te betalen. BU het bepalen van de schadevergoeding wordt in ieder geval rekening gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming van de betrokken werkgever. Daarnaast kan rekening gehouden worden met de mate waarin die werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan we! zekerheid stelt voor een correcte naleving van de CAO.
(…)”
2.8. In artikel 9b, bijlage Reglement is weergegeven hoe de in artikel 9a bedoelde forfaitaire schadevergoeding wordt berekend.
3. Vordering verweer
3.1. SFT vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
• veroordeling van Taxi A59 tot naleving van de cao Taxivervoer en de cao SFT, meer precies tot overlegging van de stukken zoals genoemd in de e-mail van de gemachtigde van SFT van 21 januari 2014, overgelegd als productie 17 bij dagvaarding, ander verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat Taxi A59 hieraan geheel dan wel gedeeltelijk Met voldoen;
• hoofdelijke veroordeling van Taxi A59 tot betaling van € 4.250,- als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de datum van betaling;
• hoofdelijke veroordeling van Taxi A59 tot betaling van € 665,50 aan buitengerechtelijke incassokosten inclusief btw, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de datum van de dagvaarding tot aan de datum van betaling;
• hoofdelijke veroordeling van Taxi A59 in de kosten van de procedure. 3.2. SFT legt hieraan, kort gezegd, het volgende ten grondslag.
In een brief van 26 februari 2013 aan Taxi A59 heeft SFT aangekondigd dat zij een schriftelijk onderzoek zal gaan uitvoeren naar de naleving. van de cao Taxivervoer en de cao SSFT door Taxi A59. In die brief heeft SFT Taxi A59 verzocht om ten behoeve van het onderzoek de daar vermelde stukken aan te leveren. Omdat Taxi A59 op dit verzoek niet reageerde heeft SFT herinneringen gezonden op bij brieven van 19 maart en 25 maart 2013. Daarna heeft SFT van Taxi A59 stukken ontvangen, mar deze waren niet compleet, waardoor SFT de controle niet kon uitvoeren. Daarom heeft SFT in een brief van 19 april 2013 gevraagd om binnen twee weken ontbrekende stukken ten aanzien van de medewerker van Taxi A59, de heer xxx, aan te leveren. Bij brief van 10 mei 2013 heeft SFT naar aanleiding van de opmerking van Taxi A59 dat zij niet meer beschikt over de gevraagde gegevens van xxx omdat deze is vertrokken naar een andere werkgever, medegedeeld dat dit geen gegronde reden voor het niet aanleveren van de stukken.
Omdat de stukken ook nadien niet zijn ontvangen heeft SFT in een brief van 11 juni 2013 gevraagd de ontbrekende stukken alsnog aan te leveren binnen veertien dagen, waarbij tevens de forfaitaire schadevergoeding in de zin van artikel 9, bijlage Reglement is aangezegd. Taxi A59 heeft niet alle gevraagde stukken aangeleverd, waardoor per 25 juni 2013 de forfaitaire schadevergoeding is verbeurd. De correspondentie nadien tussen partijen heeft niet geleid tot het overleggen van alle gevraagde stukken. In een e-mail van 21 januari 2014 heeft SFT nog een laatste maal gevraagd om de volgende ontbrekende stukken, namelijk:
• betalingsbewijs en de correctie-loonaangifte van de nabetaling van het verschil in gewerkte uren van 12,07 uur dan wel een loonaangiftebewijs van maart 2012 waaruit blijkt dat het loon voldoende is;
• bewijsstukken van de nabetaling van de vakantietoeslag;
• de (correctie)pensioennota’s en (correctie)pensioen notaspecificaties 6 antwoord op de vraag of de heer xxx in 2011 heeft gewerkt
• de bewijsstukken van de per kas betaalde lonen.
Daarbij heeft SFT opgemerkt dat over de totale bruto nabetaling 10% extra moet worden uitgekeerd dat dit bedrag apart op de loonspecificatie moet worden vermeld.
Taxi A59 heeft de gevraagde stukken niet overgelegd, waardoor SFT zich genoodzaakt zag deze procedure te starten. Omdat Taxi A59 niet aan haar verplichtingen heeft voldaan, is zij tevens de buitengerechtelijke kosten verschuldigd en de wettelijke rente over de forfaitaire schadevergoeding vanaf de datum van de dagvaarding.
3.3. Taxi A59 voert verweer.
Zij betwist dat zij been gehandeld in strijd met de geldende cao’s. Veel taxichauffeurs die in loondienst werken ontvangen dagelijks contante betalingen die dan met de werkgever worden verrekend. Daarvan warden geen stukken opgemaakt. Bewijsstukken van de per kas betaalde lonen kan Taxi A59 niet overleggen. Verder valt volgens Taxi A59 het jaar 2011 niet onder de controleperiode, zoals vermeld in de brief van SFT van 26 februari 2013. Volgens Taxi A59 hoeven daarvoor dus ook geen loonstroken te worden overgelegd. Ook behoeft volgens Taxi A59 geen bewijs van de uitbetaling van de vakantietoeslag te worden overgelegd, omdat er geen correctie is geweest.
Verder heeft Taxi A59 nog aangevoerd dat de communicatie tussen Taxi A59 en SFT wordt bemoeilijkt omdat SFT weigert kopieën van brieven aan Taxi A59 aan de accountant van Taxi A59 te zenden. Het duurt vaak enige tijd voordat Taxi A59 de brieven van SFT overdraagt aan de accountant en dat leidt tot onnodige vertraging en, in deze zaak, eveneens tot een hogere vordering aan forfaitaire schadevergoeding. De gevorderde schadevergoeding staat bovendien niet in verhouding tot het totale brutoloon dat in 2012 door Taxi A59 is uitbetaald. Ten slotte stelt Taxi A59 dat zij niet in staat is de schadevergoeding te betalen gelet op de beperkte winst die de onderneming van Taxi A59 genereert.
Taxi A59 concludeert tot afwijzing van de vordering van SFT.
3.4. Op hetgeen partijen over en weer voorts nog hebben. aangevoerd zal, voor zover nodig, onder de beoordeling worden ingegaan.
4. Beoordeling
4.1. Uit de verklaringen van Taxi A59 ter zitting blijkt dat zij ni.et alle stukken heeft overgelegd waar SFT in haar e-mail van 21 januari 2014 om heeft gevraagd.
4.2. In de correspondentie tussen partijen heeft Taxi A59 reeds toegezegd (e-mail 25 september 2013) dat zij de correctie-loonaangifte na de nabetaling van 12,07 uur in orde zou maken. Zij merkte in de e-mail wet op dat dit enige tijd in beslag kon nemen, omdat er voor de heer xxx geen loonbelastingnummer meer was en dit opnieuw moest warden aangevraagd. Ter zitting is gebleken dat Taxi A59 dit nog altijd niet heeft gedaan, omdat dit volgens haar meer kost dan het contant uitbetalen van het verschil. Volgens Taxi A59 heeft de heer xxx de nabetaling wet ontvangen, maar is de nabetaling enkel administratief niet verwerkt. Een verklaring van de heer xxx hieromtrent stelt Taxi A59 niet te kunnen verkrijgen.
De kantonrechter stelt vast dat SFT op geen enkele wijze kan controleren of Taxi A59 op dit punt aan haar cao-verplichtingen heeft voldaan. Taxi A59 dient de bewijsstukken alsnog over te leggen.
4.3. Hetzelfde geldt voor de (correctie)pensioennota’s en (correctie)pensioennota specificaties waarvan Taxi A59 heeft erkend dat zij deze nog niet heeft overgelegd. Voor zover Taxi A59 heeft bedoeld te stellen dat deze voor SFT eenvoudiger zijn op te vragen bij het pensioenfonds dan voor Taxi A59, faalt dit verweer. Het overleggen van deze stukken is een verplichting die op grand van de toepasselijke cao’s rust op Taxi A59.
4.4. Het verweer van Taxi A59 met betrekking tot de nabetaling van vakantietoeslag begrijpt de kantonrechter aldus dat Taxi A59 niet gehouden zou zijn hiervan bewijsstukken over te leggen, omdat er geen correctie heeft plaatsgevonden, Volgens Taxi A59 was het met de heer xxx overeengekomen brutoloon € 12,30 inclusief vakantiegeld en vakantie-uren.
SFT heeft daarvan gezegd dat in de arbeidsovereenkomst Met staat vermeld dat het brutoloon inclusief vakantiegeld en vakantie-uren is en dat voorts in de arbeidsovereenkomst is bepaald dat recht bestaat op 8% vakantiegeld. Bovendien blijkt volgens SFT uit de door Taxi A59 wel aan SFT overgelegde loonstroken dat maandelijks een bedrag aan vakantiegeld op de loonstrook wordt gereserveerd. Als een brutoloon inclusief vakantiegeld is overeengekomen, wordt een dergelijke reservering Met gedaan.
De kantonrechter overweegt dat het, op grand van artikel 3, tweede lid, cao SSFT op de weg van Taxi A59 ligt om aan te tonen dat zij de cao getrouwelijk naleeft. Gelet op hetgeen SFT beeft gesteld over de inhoud van de arbeidsovereenkomst met de heer xxx en de reservering van vakantiegeld op de door Taxi A59 overgelegde loonstroken, beeft SFT voldoende aanleiding om ervan uit te gaan dat nog vakantietoeslag moet warden betaald. Als Taxi A59 meent dat een nabetaling niet aan de orde is, omdat een brutoloon inclusief vakantiegeld en vakantie-uren is overeengekomen, is het aan haar om dit met bewijsstukken aan te tonen. Dit heeft zij tot op beden niet gedaan. Het verweer van Taxi A59 op dit punt faalt.
4.5. Met betrekking tot de door SFT in de e-mail van 24 januari 2014 gestelde vraag of de heer xxx in 2011 werkzaamheden heeft verricht voor Taxi A59, overweegt de kantonrechter dat ter zitting is gebleken dat dit bet geval is geweest. Die vraag kan dus worden geacht te zijn beantwoord.
4.6. Ten slotte heeft Taxi A59 nog aangevoerd dat de 10% toeslag over de bruto nabetaling overbodig is, omdat SFT fouten zou hebben gemaakt. Nog afgezien van het feit dat Taxi A59 die stelling onvoldoende heeft toegelicht, geldt dat de toeslag van 10% op de nabetaling ten goede komt aan de werknemers van Taxi A59. Ook al zou SFT fouten hebben gemaakt, dan doet dit niets af aan de verplichting van Taxi A59 om de toeslag van 10% op de bruto nabetaling te voldoen.
4.7. Uit het voorgaande volgt dat de vordering van SFT tot nakoming van de toepasselijke cao’s toewijsbaar is, behoudens het verzoek om antwoord op de vraag of de heer xxx in 2011 voor Taxi A59 heeft gewerkt. De kantonrechter zal aan de vordering tot nakoming een termijn verbinden van veertien dagen na de datum van het vonnis. Voorts ziet de kantonrechter in de omstandigheden, met name de door Taxi A59 geschetste financiële situatie van haar onderneming, aanleiding tot matiging van de dwangsom, op de wijze zoals onder de beslissing vermeld.
4.8. De forfaitaire schadevergoeding als bedoeld in het hiervoor de ander de feiten geciteerde artikel 9, bijlage 1 Reglement is eveneens verschuldigd, omdat vast staat dat Taxi A59 niet aan haar verplichtingen jegens SFT heeft voldaan.
Taxi A59 heeft op zichzelf de juistheid van de berekening van de forfaitaire schadevergoeding door SFT niet bestreden. Dit betekent dat dit tussen partijen vast staat. Het verweer van Taxi A59 dat het gevorderde bedrag buitenproportioneel is, gelet op het brutoloon dat Taxi A59 in het jaar 2012 heeft uitbetaald, faalt. Het gaat om een forfaitaire schadevergoeding, die wordt verbeurd bij de enkele overtreding van het bepaalde in artikel 9, bijlage 1 Reglement. SFT behoeft niet aan te tonen dat zij daadwerkelijk schade heeft geleden tot het bedrag dat zij in dit geding vordert. Voorts geldt dat SFT de forfaitaire schadevergoeding slechts vordert voor de periode van 25 juni 2013 tot 19 februari 2014, terwijl zij deze schade ook voor de periode nadien had kunnen vorderen. SFT heeft echter ter zitting verklaard dat zij haar vordering matigt tot het in dit geding gevorderde bedrag.
De vordering ad € 4.250,- is geheel toewijsbaar, met de daarover gevorderde rente.
4.9. Taxi A59 heeft nog aangevoerd dat haar accountant meerdere malen niet tijdig op de brieven van SFT heeft kunnen reageren, omdat SFT geen kopie van de brieven aan de accountant zendt, maar enkel correspondeert met Taxi A59. Daardoor is ook de omvang van de forfaitaire schadevergoeding toegenomen. Die omstandigheid kan niet tot een ander oordeel Leiden, omdat het de verantwoordelijkheid is van Taxi A59 om de correspondentie die zij van SFT ontvangt tijdig aan haar accountant ter hand te stellen. Dat Taxi A59 de brieven pas na verloop van enige tijd naar haar accountant brengt, dient voor rekening en risico van Taxi A59 te blijven.
4.10. De buitengerechtelijke kosten zijn eveneens toewijsbaar. De wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten zal warden afgewezen, omdat gesteld noch gebleken is dat deze kosten reeds daadwerkelijk zijn voldaan.
4.11. Omdat Taxi A59 grotendeels ongelijk krijgt, zal zij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
5. Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt Taxi A59 tot naleving van de cao Taxivervoer en de cao SSFT door overlegging van de bewijsstukken zoals genoemd in de e-mail van de gemachtigde van SFT van 21 januari 2014 (productie 17 bij dagvaarding), namelijk:
• betalingsbewijs en de correctie-loonaangifte van de nabetaling van het verschil in gewerkte uren van 12,07 uur dan wel een toonaangiftebewijs van maart 2012 waaruit blijkt dat het loon voldoende is;
• bewijsstukken van de nabetaling van de vakantietoeslag;
• de (correctie)pensioennota’s en (correctie)pensioen notaspecificaties
• de bewijsstukken van de per kas betaalde lonen,
binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 50,- voor iedere dag dat Taxi A59 hieraan niet, dan wel niet volledig voldoet, met een maximum van € 5.000,-;
veroordeelt Taxi A59, hoofdelijk (zodat als de een betaalt de ander zal zijn gekweten), o tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SFT te betalen het bedrag van € 4.915,50, vermeerderd met de wettelijke rente over € 4.250,- vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag van betaling;
veroordeelt Taxi A59, hoofdelijk, in de kosten van deze procedure, tot vandaag aan de kant van SFT begroot op € 217,60 aan dagvaardingskosten, € 462,- aan griffierecht en 400,- aan salaris gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Bartels en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 juni 2014 in aanwezigheid van de griffier.