SFT ↔ xxx
vonnis
RECHTBANK HAARLEM Sector kanton
Locatie Zaandam
zaak/rok-ir.: 460862 VV EXPL 10-41 datum uitspraak: 2 juni 2010
344
VONNIS VAN DE KANTONRECHTER IN KORT GEDING inzake
Stichting Sociaal Fonds Taxi
te Culemborg
eiseres
hierna te noemen SFT
gemachtigde mr drs. M.H.D. Vergouwen
tegen
te
gedaagde
hierna te noemen verschenen bij
De procedure
SFT heeft op 8 april 2010 gedagvaard. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 april 2010 bij welke gelegenheid SFT haar eis heeft vermeerderd. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen verder naar voren hebben gebracht.
De feiten
SFT controleert in de bedrijfstak taxivervoer op de naleving van de CAO Taxivervoer. exploiteert een taxionderneming en valt onder de werkingssfeer van deze CAO.
De vordering
SFT vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat) veroordeling van tot naleving van de Taxi CAO op de punten zoals gespecificeerd onder 6 van de dagvaarding en in een brief van 5 augustus 2009 zoals bij dagvaarding overgelegd als productie 4. alsmede veroordeling tot betaling van 2.880,00 wegens premie 2008, een en ander met nevenvorderingen als in de dagvaarding en in de akte vermeerdering eis nader omschreven. SFT legt aan haar vordering ten grondslag dat de CAO niet correct toepast en dat hij genoemde (ambtshalve) premienota van 6 april 2010 (vervaldatum 6 mei 2010) onbetaald heeft gelaten.
Het verweer
betwist de vordering in die zin, dat hij aanvoert bereid te zijn de CAO na te leven en dat aan de meeste door SFT in haar genoemde brief en de daarop gebaseerde punten als genoemd onder 6 in de dagvaarding inmiddels is voldaan; voorts heeft verklaard dat SFT welkom is een controleur langs te sturen ter vaststelling en bespreking van de resterende geschilpunten.
De beoordeling
De gevorderde voorlopige voorziening komt slechts voor toewijzing in aanmerking als in dit geding aan de hand van de feiten en omstandigheden de verwachting gewettigd is dat in een tussen partijen nog te voeren bodemprocedure een soortgelijke vordering van SFT zal warden toegewezen. De kantonrechter is voorshands van oordeel dat dit niet het geval is omdat de vordering te vaag is gebleven.
Immers, ter terechtzitting hebben beide partijen hun standpunt over en weer toegelicht, waarbij duidelijk werd dat van de onder 6 in de dagvaarding genoemde punten – die weer gebaseerd waren op de in eerste instantie aan verzonden brief van 5 augustus 2009- er inmiddels vier konden worden doorgestreept, zodat nog aan twee punten moest voldoen.
Omdat daarover nader overleg tussen partijen nodig was, waarvan de uitkomst ook van invloed kon zijn op de premienota van 6 april 2010, werd besloten de zaak aan te houden tot 17 mei 2010 pro forma; in de tussentijd zou dan door partijen in overleg naar een oplossing worden gewerkt.
Bij brief van 12 mei 2010 laat de gemachtigde van SFT weten dat -gedaagde ondertussen bescheiden heeft overgelegd, zoals ter zitting afgesproken, welke bescheiden ondertussen door cliënte zijn beoordeeld. De conclusie is dat er thans nog belangrijke punten openstaan. Gedaagde leeft derhalve de CAO’s (nog altijd) niet correct na. Om die reden verzoek ik u middels deze dan ook over te gaan tot het wijzen van vonnis.”
Zonder nadere toelichting, die SFT niet heeft gegeven, valt voor de kantonrechter thans niet vast te stellen op welke punten de CAO niet naleeft, en welke vordering dat eventueel voor SFT met zich meebrengt. De vordering zoals ingesteld dient dan ook als onvoldoende concreet onderbouwd te worden afgewezen.
De proceskosten komen voor rekening van SFT omdat deze in het ongelijk wordt gesteld. Nu procedeert zonder bijstand van een procesgemachtigde kan geen salaris worden toegewezen.
De beslissing
De kantonrechter:
– weigert de voorlopige voorziening:
– veroordeelt SFT tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van tot en met vandaag worden begroot op nihil.
/7
fr 4″, „, Dit vonnis is gewezen door mr B. Doorewaard Boekhout, bijgestaan door de griffier, en
f
/ \, uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum. •• !,