SFT ↔ xxx h.o.d.n. Taxi Mistral
in naam der Koningin
•
vonnis
RECHTBANK ZWOLLE – LELYSTAD sector kanton – locatie Lelystad
zaaknummer : 444087 CV EXPL 09-4155 datum : 15 april 2009
in de zaak van:
De stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi
gevestigd te Culemborg
gemachtigde mr.drs M.H.D.Vergouwen, advocaat eisende partij
tegen
h.o.d.n. Taxi Mistral
wonende.
gedaagde partij
verschenen in de procedure.
BESLISSING
De kantonrechter:
wijst – onder verwijzing naar de aangehechte dagvaarding – de eis toe, omdat deze niet is
weersproken en niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, met dien verstande dat: gedaagde binnen één maand na betekening van het vonnis de Taxi COA dient na te leven en meer in het precies de overlegging van de stukken, als genoemd onder punt 1 in het mitsdien van de dagvaarding;
rente over incassokosten wordt afgewezen, omdat -behoudens aanwijzingen van het tegendeel- aangenomen wordt dat de eisende partij de incassokosten eerst verschuldigd is bij inning; pas dan valt de schade en voordien is de vergoeding van die schade (nog) niet rentedragend;
veroordeelt gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die aan de zijde van eisende partij tot aan deze uitspraak worden begroot op de bedragen, zoals deze hieronder zijn gespecificeerd.
zaaknummer : 444087 CV EXPL 09-4155 2 datum uitspraak: 15 april 2009
Aldus gewezen door mr. J.A.O.M. van Aerde, kantonrechter, en uitgesproken in de openbare terechtzitting van 15 april 2009, in tegenwoordigheid van de griffier.
Afgegeny -o rs grosse-a-an de gemachtigd’
Se,c7t/or n, locatie Lelystad
vastrecht : 208,00
kosten exploot, incl. verschotten : e 72,25
salaris gemachtigde : C 150,00
Heden, de der t indp rri t tweeduizendnegen, ten verzoeke van de stichting STICHTING SOCIAAL FONDS TAXI, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg, te dezer zake woonplaats kiezende te Amsterdam aan de Sophialaan 33, ten kantore van de advocaat mr. drs. M.H.D. Vergouwen, die ten deze tot gemachtigde wordt gesteld en als zodanig zal optreden, alsmede woonplaats kiezende te Lelystad aan het Stationsplein 15, ter griffie van de sector kantoIocatiej_elystad,_van_de
Rechtbank Zwolle-Lelystad;
Heb ik, Maarten Johan van Twuijver, als gerechtsdeur¬waarder gevestigd te Amsterdam en mitsdien aldaar woonplaats hebbende aan de Valeriusstraat 93:
GEDAGVAARD:
f e
, handelende onder de naam TAXI MISTRAL, wonende te (
, aldaar mijn exploot doende en afschrift dezes latende
OM:
op t-k) L9-til d’ 0(_,OL9 –e—t(A , ie. I tweeduizendnegen (2009) 4′ des i../’&15-rmiddags td /G 0-1′ uur in persoon of vertegenwoordigd door een gemachtigde, te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank Zwolle-Lelystad, sector kanton, locatie Lelystad, alsdan aldaar zitting houdend in het Gerechtsgebouw aan het Stationsplein 15.
1
VERG
MET AANZEGGING:
dat gedaagde op die terechtzitting mondeling kan antwoorden op de eis als hierna vermeld, dan
wel uiterlijk op die terechtzitting of daarvoor ter griffie, een met redenen omkleed schriftelijk V antwoord kan indienen;
indien gedaagde niet uiterlijk op de die zitting antwoord of om uitstel om te antwoorden verzoekt
onrechtmatig of ongegrond voorkomt of de voorgeschreven formaliteiten niet in acht zijn genomen.
TENEINDE:
te horen eisen en concluderen dat:
1. Sinds 1985 vindt er in de bedrijfstak taxivervoer controle plaats op de naleving van de CAO Taxivervoer. Deze controle wordt verricht door eiser, verder te noemen de SFT, een onafhankelijke, door de werkgevers -en werknemersorganisaties opgerichte stichting. De SFT is in het leven geroepen om activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak. De SFT heeft met name de taak toe te zien op de correcte naleving van de CAO waartoe controles worden verricht. Bedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO worden door de SFT gecontroleerd.
2. De CAO Taxivervoer is bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 oktober 2007 algemeen verbindend verklaard. De werkingssfeer van deze CAO wordt bepaald in artikel 1. Volgens de omschrijving in dit artikel valt het bedrijf van gedaagde onder de werkingssfeer van deze CAO. De CAO Taxivervoer wordt als productie 1 overgelegd.
3. Naast de CAO Taxivervoer bestaat er ook een CAO Taxivervoer Sociaal Fonds, die bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 februari 2004 algemeen
verbindend is verklaard. Deze CAO kent in artikel 1 een uitgebreide werkingssfeer en gezien het bedrijf van gedaagden vallen zij ook onder de werking van deze CAO. Op 11 mei 2005 is deze CAO aangepast. Deze CAO Taxivervoer Sociaal Fonds wordt als productie 2 overgelegd.
4. In artikel 3 van de statuten van de Stichting Sociaal Fonds Taxi, zoals die zijn weergegeven in
_
de als productie 2 overgelegde CAO, staan de werkzaamheden met betrekking tot de CAO
naleven van de kernbepalingen van de CAO alsmede het geven van voorlichting en het verzamelen van feitelijke gegevens over de lonen op bedrijfstakniveau, het geven van advies aan de Arbeidsinspectie, het doen van onderzoek en publicaties alsmede het optreden in en buiten rechte, zo nodig ter verkrijging van maatregelen tegen hen die de bepalingen der CAO Taxivervoer niet getrouwelijk naleven. Met betrekking tot de voorwaarden waaronder een werkwijze waarop de werkzaamheden van de SFT dienen te worden uitgevoerd is een reglement opgesteld, welk reglement dezelfde CAO als overgelegd in productie 2 is opgenomen op pagina 13. In artikel 1 van bijlage 1 (reglement met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde in artikel 3 lid 1 onder b van de statuten) staat vermeld dat de SFT tot doel heeft het toezicht houden op zowel de naleving van de CAO Taxivervoer als de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds Taxi. In artikel 3 lid 2 CAO Taxivervoer Sociaal Fonds Taxi is bepaald dat werkgever verplicht is op de wijze, vermeldt in een nader daartoe door de SET op te stellen reglement, aan te tonen dat hij de bepalingen van de CAO Taxivervoer alsmede de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds getrouwelijk naleeft. In artikel 5 van het reglement is deze verplichting uitgewerkt waar wordt gesteld dat op de werkgever de bewijslast rust met betrekking tot het aantonen dat de CAO Taxivervoer en de CAO Sociaal Fonds Taxi wordt nageleefd. Dit moet blijken uit de door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke administratie.
5. In artikel 9 van het reglement is een regeling opgenomen met betrekking tot de verschuldigdheid van een forfaitaire schadevergoeding. Gezien het belang van deze regeling in deze procedure worden de belangrijkste bepalingen van deze regeling in deze dagvaarding weergegeven. Artikel 9 leden 2 en 3 van het reglement luiden als volgt:
“2. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens het SFT gedurende
tenminste 14 dagen nalatig blijft de vanwege het SFT verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan het SFT een forfaitaire schadevergoeding te betalen. Het SFT kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
3. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens het SFT gedurende
• 1-1 ….
ingebrekestelling vermelde punten, is hij onverminderd het gestelde onder 2 verplicht aan het SFT een door deze Stichting te bepalen schadevergoeding te betalen. Bij het bepalen van de schadevergoeding wordt in ieder geval rekening gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming van de betrokken werkgever. Daarnaast kan rekening gehouden worden met de mate waarin die werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan wel zekerheid stelt van een correcte naleving van de CAO.”
Art. 9B lid 1 van bijlage 1 vermeldt het volgende:
“1. De forfaitaire schadevergoeding (S) genoemd in artikel. 9, lid 2, wordt als volgt berekend:
S=Ax Wx€1 waarin
A = de laatste voor de betrokken werkgever vastgestelde jaarlijkse premieafdracht SFT (werkgevers en werknemersdeel), of bij gebreke daarvan 0,6% van de jaarlijkse loonsom in de onderneming, of bij gebreke daarvan een door het SFT forfaitair vast te stellen bedrag, gebaseerd op een schatting van de laatstelijk voor de betrokken werkgever veronderstelde premieafdracht SFT-fonds, met dien verstande dat A tenminste € 125 zal bedragen.
W = het aantal weken dat de werkgever in gebreke blijft.”
hierna: “gedaagde”, drijft een onderneming die tegen betaling personenvervoer verricht in de zin van de Wet Personenvervoer. Gezien de algemeen verbindendverklaring van zowel de CAO Taxivervoer als de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds is gedaagde aan genoemde CAO’s gebonden. Bij gedaagde is volgens het uittreksel van de Kamer van Koophandel 1 werknemer in dienst. Volgens de gegevens van de SFT beschikt gedaagde _overA.v.ergunningsbewiizen. Bijgaand wordt als productie 3 een uittreksel uit het register van
_
de Kamer van Koophandel overgelegd.
7. Op 8 februari 2008 heeft de SFT telefonisch contact opgenomen met gedaagde om een bezoek in te plannen aan de onderneming van gedaagde in het kader van een onderzoek naar de naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds. Het bezoek zou plaatsvinden op 21 februari 2008. Deze afspraak is bevestigd bij brief van 8 februari 2008, welke brief wordt overgelegd als productie 4. Ten behoeve van het onderzoek heeft de SFT gedaagde verzocht een aantal stukken beschikbaar te hebben op de dag van het onderzoek. Op de dag van het onderzoek waren niet alle gevraagde stukken aanwezig. Gedaagde deelde mede de ontbrekende stukken spoedig te zullen toezenden.
8. Op 7 maart 2008 had de SFT nog geen stukken van gedaagde ontvangen. Om die reden nam de SFT telefonisch contact op met gedaagde. Gedaagde deelde in dit telefonisch onderhoud mede de stukken spoedig toe te zenden.
9. Omdat de SFT op 25 maart 2008 nog steeds geen stukken van gedaagde had ontvangen, is de SFT bij brief d.d. 25 maart 2008, die wordt overgelegd als productie 5, overgegaan tot het verzoeken de gevraagde stukken toe te zenden, zulks binnen één week na dagtekening van deze brief. In de brief d.d. 25 maart 2008 heeft de SFT de gevraagde bescheiden nogmaals voor gedaagde opgesomd.
10. Op 14 april 2008 had de SFT geen stukken van gedaagde ontvangen. De SET nam om die reden op die datum telefonisch contact op met gedaagde. Gedaagde deelde in dit telefonisch onderhoud mede de gevraagde stukken binnen één week aan de SFT toe te zenden.
11. Op 28 april 2008 heeft de SET een aantal stukken ontvangen van gedaagde. De begeleidende brief van gedaagde d.d. 24 april 2008 wordt als productie 6 overgelegd. De bevindingen met betrekking tot deze stukken heeft de SET aan gedaagde gerapporteerd bij
brief van 8 mei 2008. De brief d.d. 8 mei 2008 wordt als productie 7 overgelegd. Gebleken is dat gedaagde de CAO op een aantal punten niet volledig of niet correct naleeft. Om die reden heeft de SFT gedaagde verzocht voor 10 juni 2008 een aantal correcties door te voeren en een aantal stukken te overleggen, te weten:
– de berekeningen van de nabetaling van de niet verloonde arbeidstijd, alsmede kopieën
vandehieröpbëtre ing es een oonspeci ica les en- e
tn_sioen e—ov_er 2007. alsmede
verzamelloonstaat 2007;
– een verklaring inzake de kilometerverschillen.
12. De SFT heeft deze stukken niet binnen de gestelde termijn ontvangen. Om die reden heeft de SFT op 11 juli 2008 telefonisch contact opgenomen met gedaagde. Gedaagde deelde in dit telefonisch onderhoud mede de in de brief van 8 mei 2008 gevraagde bescheiden in de maand juli 2008 aan de SFT toe te zullen zenden. Toezending van de gevraagde stukken binnen deze termijn bleef echter uit. Om die reden heeft de SET op 7 augustus 2008 gedaagde een brief gestuurd met het verzoek de gevraagde stukken binnen twee weken toe te zenden. De brief d.d. 7 augustus 2008 wordt als productie 8 overgelegd.
13. Ook op de brief d.d. 7 augustus 2008 heeft de SFT geen reactie van gedaagde vernomen. De SFT heeft gedaagde op 21 oktober 2008 nogmaals aangeschreven met het verzoek de gevraagde bescheiden binnen één week toe te zenden. De brief d.d. 21 oktober 2008 wordt bijgaand als productie 9 overgelegd.
14. Aangezien de SET wederom geen bescheiden van gedaagde had ontvangen, heeft de SET gedaagde op 7 november 2008 nogmaals verzocht en voor zover nodig gesommeerd, zulks onder gelijktijdige ingebrekestelling, de verzochte bescheiden binnen 14 dagen na dagtekening van de sommatie aan de SET te doen toekomen, zulks op straffe van het verbeuren van de forfaitaire schadevergoeding. Volledigheidshalve is de werking van de forfaitaire schadevergoeding in de brief van de SET van 7 november 2008 uiteengezet. De brief van de SFT d.d. 7 november 2008 wordt bijgaand als productie 10 overgelegd en is zowel per gewone als per aangetekende post verzonden.
15. Op de brief van de SFT d.d. 7 november 2008 is door gedaagde niet gereageerd, reden waarom de SFT zich genoodzaakt heeft gezien een raadsman in te schakelen. Ook de kosten voor de inschakeling van de raadsman dienen op gedaagde verhaald te warden op grond van art. 6:96 lid 2 BW. Deze buitengerechtelijke incassokosten worden op grond van Aanbeveling II van het rapport Voorwerk vooralsnog begroot op € 357,- inclusief BTW. Bijgaand wordt als
productie 11 de brief van de raadsman overgelegd d.20 februari_200Der_brieLyan_de_ raadsman van 20 februari 2009 is zowel per gewone als per aangetekende post verzonden
Retourkaart.
16. Op 25 februari 2009 heeft gedaagde telefonisch contact opgenomen met de raadsman van de SFT. Gedaagde deelde in dit telefonisch onderhoud mede bezig te zijn orde op zaken te stellen na het uittreden van een vennoot uit zijn voormalige V.O.F.
17. Ook naar aanleiding van de brief van de raadsman van de SFT d.d. 20 februari 2009 zijn geen stukken ontvangen van gedaagde, reden waarom aangenomen moet worden dat gedaagde wenst te volharden in het niet overleggen van de gevraagde bescheiden en in het niet naleven van de CAO-bepalingen. Om die reden is een procedure onvermijdelijk geworden. Op grond van artikel 9 van het Reglement is gedaagde aan de SET een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd vanaf 21 november 2008 (14 dagen na aanzegging), welke vergoeding tot het moment van deze dagvaarding (uitgaande van een dagvaarding op vrijdag 6 maart 2009) een forfaitaire schadevergoeding van 15 weken maal € 125,- is € 1.875,- bedraagt. De SET wijst erop dat deze schadevergoeding ook na datum dagvaarding doorloopt tot aan het moment waarop gedaagde voldoet aan de naleving van de Taxi CAO. In dit kader wordt reeds nu voor alsdan aangekondigd dat bij uitblijven van overlegging van de stukken lopende de procedure vanzelfsprekend een vermeerdering van eis zal worden ingediend.
Bewijsaanbod
18. Voorzover nodig biedt de SFT nader bewijs aan van al haar stellingen door alle middelen rechtens.
Wettelijke rente
19. Vanaf de dag van deze dagvaarding wordt aanspraak gemaakt op de wettelijke rente over de verschuldigde schadevergoeding.
Buitengerechtelijke kosten
20. De SFT maakt op grond van artikel 6:96 lid 2 BW aanspraak op buitengerechtelijke kosten.
De SFT heeft herhaaldelijk gecorrespondeerd met gedaagde en hérhaaldë pogingen ge- aan-
a “J… 111_?,_ • e 1;
aanbeveling ll van het rapport Voorwerk begroot op € 357,- inclusief BTW, conform de staffel kantonrechters. Daar de SFT een stichting is kan zij deze BTW niet verrekenen en vormt deze BTW een voor vergoeding in aanmerking te nemen schadepost. De SFT heeft nota’s ter hoogte van dit bedrag ook reeds aan haar raadsman voldaan, zodat hiermee ook de wettelijke rente verschuldigd is.
MITSDIEN:
het de Kantonrechter te Lelystad behage bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. gedaagde te veroordelen tot naleving van de Taxi CAO en meer precies tot overlegging van de stukken zoals in deze dagvaarding onder punt 11 gespecificeerd;
II. gedaagde te veroordelen om_ tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de
somma van E 1.875.,- (zegge duizend achthonderd vijfenzeventig euro), als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
III. gedaagde te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van E 357,- inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
De kosten dezes zijn voor mij, deurwaarder, 7 Z.
,.—-Odurwaarder