SNCU ↔ Farimax personeelsdiensten B.V.
RECHTBANK DEN HAAG
Team kanton Den Haag
B
Rolnr.: 1258869 \RL EXPL 13-8685
21 november 2013
Vonnis in de zaak van:
de stichting
Stichting Naleving CAO voor uitzendkrachten,
statutair gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, Farimax personeelsdiensten B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te ‘s-Gravenhage, gedaagde partij,
gemachtigde: D. de Lima.
Partijen worden hierna respectievelijk “SNCU” en “Farimax” genoemd.
1. Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
• de dagvaarding van 8 april 2013, met producties;
• de conclusie van antwoord, met producties;
• de brief van 12 juni 2013, van de zijde van SNCU;
• de akte uitlaten voortprocederen van de zijde van SNCU;
• de akte overleggen producties tevens vermeerdering c.q. wijziging eis, van de zijde van SNCU.
Na de conclusie van antwoord is bij mondeling tussenvonnis een comparitie van partijen gelast voor het verstrekken van inlichtingen en het beproeven van een schikking. Deze heeft plaatsgevonden op 17 juli 2013. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat ter zitting is besproken. SNCU is verschenen in de persoon van mw. M.N. Kuijer, bijgestaan door mr. M.W.M. Heijlaerts. Namens Farimax is haar gemachtigde verschenen.
2. Feiten
2.1. SNCU is in februari 2004 opgericht door werknemersorganisaties en werkgeversorganisaties in de uitzendbranche. Zij is in het leven geroepen om activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak. Een van de taken van SNCU is het toezien op een correcte naleving van de CAO. Haar taken en verantwoordelijkheden zijn opgenomen in de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche (hierna: “CAO Sociaal Fonds”).
2.2. SNCU heeft vanaf 23 september 2011, voor de periode van 1 oktober 2010 tot en met 27 maart 2011 en van 2 juli 2011 tot en met 31 december 2011, onderzoek gedaan bij Farimax naar de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten. Deze CAO was in de onderzoeksperiode algemeen verbindend en van toepassing op de onderneming die Farimax in deze periode dreef. Hetzelfde geldt voor de CAO Sociaal Fonds (de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds hierna gezamenlijk te noemen: “de CAO’s”).
2.3. Naar aanleiding van dit onderzoek is bij SNCU het vermoeden gerezen dat Farimax in de onderzoeksperiode de CAO voor Uitzendkrachten niet goed heeft nageleefd. Onderzoeksbureau Providius heeft, naar aanleiding van dit vermoeden, een controle uitgevoerd bij Farimax. Het hiervan door Providius opgestelde rapport is eind juli 2012 definitief geworden. In dit rapport is onder meer opgenomen dat Farimax haar personeelsleden tot een bedrag van € 4.447 heeft benadeeld.
2.4. Naar aanleiding van dit rapport van Providius hebben partijen met elkaar gecorrespondeerd. In deze correspondentie heeft SNCU Farimax onder andere gevraagd om mee te werken aan een hercontrole. Farimax heeft onder andere, in een brief van haar accountant, SNCU geïnformeerd dat zij de algemeen verbindend verklaarde CAO volledig zal naleven, dat zij de uitzendovereenkomsten zal aanpassen, zodat ze in overeenstemming zijn met de CAO, en dat de vastgestelde materiële benadeling van werknemers zal worden hersteld.
3. Vordering
3.1. SNCU vordert, samengevat en bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, en na wijziging van eis, de veroordeling van Farimax
• tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en van de CAO Sociaal Fonds, indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom;
• om tegen bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen een bedrag van € 2.059,58, te vermeerderen met de wettelijke rente;
• om tegen bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen een bedrag van € 11.585, als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente;
• tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten tot een bedrag van € 1.077,93, te vermeerderen met de wettelijke rente;
• tot betaling van een bedrag van € 1.750 exclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente;
• tot betaling van de proceskosten.
3.2. SNCU legt onder meer aan haar vordering ten grondslag dat bij controle is gebleken dat Farimax in de onder 2.2. genoemde onderzoeksperiode de CAO’s niet correct heeft nageleefd, waardoor de werknemers van Farimax zijn benadeeld tot een bedrag van € 2.059,58. Farimax heeft voorts haar personeelsleden niet gecompenseerd voor deze benadeling. Gelet op deze overtreding van de CAO’sis Farimax, op grond van de CAO’s, een forfaitair schadebedrag verschuldigd aan SNCU van € 11.585.
3.3. Farimax heeft ten verwere aangevoerd dat zij, naar aanleiding van het rapport van Providius, alle aan werknemers verschuldigde vergoedingen heeft herberekend. Zij heeft de bedragen die zij te weinig heeft uitgekeerd alsnog aan de werknemers betaald, voor zover zij hiertoe in staat was.
4. Beoordeling
4.1. Farimax heeft de toepasselijkheid van de CAO’s niet betwist, zodat dit tussen partijen vaststaat. Farimax heeft evenmin de door SNCU, op basis van de CAO’s, gestelde bevoegdheid betwist, zodat eveneens tussen partijen vaststaat dat SNCU bevoegd is om onderzoek te doen naar de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en dat zij bevoegd is om op grond hiervan bedragen van Farimax te vorderen. Tot deze bedragen horen het bedrag van de benadeling en een forfaitair schadebedrag.
4.2. Naar aanleiding van een afspraak tussen partijen, gemaakt tijdens de comparitie van partijen, heeft de door SNCU gevorderde, maar niet eerder uitgevoerde, hercontrole in augustus 2013 alsnog plaatsgevonden. Van deze controle is een rapport opgesteld dat op 30 augustus 2013 definitief is vastgesteld. Bij nadere akte heeft SNCU gesteld dat, op basis van dit nadere rapport, niet is vast komen te staan dat Farimax met de betaling van een bedrag van € 2.387,42, alle door haar aan werknemers, op basis van de CAO voor Uitzendkrachten, verschuldigde vergoedingen heeft betaald. SNCU handhaaft dan ook in haar akte haar eerdere vordering dat Farimax haar personeelsleden tot een bedrag van € 4.447 heeft benadeeld, waarvan het door Farimax betaalde bedrag van € 2.387,42 kan worden afgetrokken, zodat een door SNCU te vorderen bedrag van € 2.059,58 resteert.
4.3. Tijdens de comparitie hebben partijen afgesproken dat, indien tijdens de hercontrole zou blijken dat Farimax haar personeelsleden heeft gecompenseerd voor alle benadelingen, Farimax een forfaitair schadebedrag verschuldigd zou zijn van € 5.000. Nu dit niet is gebleken, handhaaft SNCU, in haar akte, haar vordering tot het betalen van een forfaitair schadebedrag van € 11.585.
4.4. Nu Farimax geen verweer heeft gevoerd tegen de nadere akte, terwijl haar hiertoe wel de gelegenheid is geboden, en nu zich hiertegen ook overigens niets verzet, zal de kantonrechter de door SNCU gevorderde bedragen van 2.059,58 en 11.585 toewijzen.
4.5. SNCU vordert nog betaling van de onderzoekskosten voor de hercontrole tot een bedrag van € 1.750. Nu Farimax ook op dit punt geen verweer heeft gevoerd en zich hiertegen ook overigens niets verzet, zal de kantonrechter ook dit gedeelte van de vordering toewijzen.
4.6. De gevorderde veroordeling van Farimax tot naleving van de CAO wijst de kantonrechter af’, nu Farimax in haar briefwisseling met SNCU al nadrukkelijk heeft geschreven dat zij zich aan de voor haar van toepassing zijnde CAO’s zal houden.
4.7. Tegen de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten heeft Farimax evenmin verweer gevoerd. Nu zich hiertegen ook overigens niets verzet, zal de kantonrechter deze toewijzen tot het gevorderde bedrag van € 1.077,93. Hetzelfde geldt voor de gevorderde wettelijke rente.
4.8. Farimax zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten.
5. beslissing
De kantonrechter:
5.1. veroordeelt Farimax tot betaling aan SNCU, tegen bewijs van kwijting, van een bedrag van € 2.059,58, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.2. veroordeelt Farimax tot betaling aan SNCU, tegen bewijs van kwijting, van een bedrag van € 11.585, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.3. veroordeelt Farimax tot betaling aan SNCU, tegen bewijs van kwijting, van een bedrag van € 1.750, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.4. veroordeelt Farimax tot betaling aan SNCU, tegen bewijs van kwijting, van een
bedrag van € 1.077,93, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 8 april 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
5.5. veroordeelt Farimax tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van SNCU tot en met vandaag worden begroot op de volgende bedragen:
dagvaarding € 92,82
griffierecht € 896,00
salaris gemachtigde € 750,00
Totaal € 1.738,82;
5.6. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.7. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. A.C. Bordes en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 21 november 2013.