SNCU ↔ SNC Uitzendbureau B.V.
RECHTBANK DEN HAAG
Team kanton Den Haag
smk
Zaaknummer: 3006948/14-12613
Vonnis in de zaak van:
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten
eisende partij
tegen
1. SNC Uitzendbureau B.V.
2. XXX
gedaagde partij
Verloop van de procedure
Eisende partij heeft gevorderd zoals beschreven in de dagvaarding, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan dit vonnis is gehecht en waarnaar wordt verwezen voor wat betreft de namen en woonplaatsen van partijen en de namen van gemachtigde(n). Gedaagde partij is daarop niet verschenen en heeft ook anderszins niet gereageerd. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen. Tegen gedaagde partij is daarom verstek verleend.
Beoordeling van het geschil
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek wordt toegewezen als hierna te vermelden, met dien verstande dat de dwangsom zal worden gematigd als hierna vermeld.
Beslissing
De kantonrechter,
1. veroordeelt gedaagde sub 1 tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00, met een maximum van € 30.000,00, voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
2. veroordeelt gedaagde sub 1 tot het verlenen van medewerking aan het CAO-onderzoek, door telefonisch contact op te nemen met VRO teneinde een controle ter plaatse in te plannen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00, met een maximum van € 30.000,00, voor iedere dag dat zij daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
3. veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk, des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen bewijs van kwijting aan de eisende partij te betalen de som van € 102.147,75 als schadevergoeding vermeerderd met de wettelijke rente over € 102.147,75 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
4. veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk in de kosten van het geding, tot hiertoe aan de zijde van de eisende partij vastgesteld op € 1.727,80, waaronder € 700,00 als vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij, te vermeerderen met de door eisende partij gemaakte advertentiekosten;
5. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
6. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. C.W.D. Bom en in het openbaar uitgesproken op 20 augustus 2014 in bijzijn van de griffier.