SNCU ↔ Vancon B.V.
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 2818575 1 CV EXPL 14-8443
uitspraak: 21 maart 2014
vonnis van de kantonrechter, zittinghoudende te Rotterdam
in de zaak van
de stichting
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten,
woonplaats: Barendrecht,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 17 februari 2014,
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Vancon B.V.,
woonplaats: Barendrecht, gedaagde,
die niet heeft gereageerd.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen:
I tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat gedaagde daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
II tot nabetaling aan de betrokken werknemers van het bedrag van € 13.694,00, zoals genoemd in de brief van 11 november 2013, zoals overge1egd als productie 10, ten blijke waarvan aan eiseres betaalwijzen en specificaties worden overgelegd, zulks binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat gedaagde daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 14.000,00;
III om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van € 7.154,00, als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 983,48 inclusief BTW, te vermeerderen met de wette1ijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
V in de kosten van deze procedure.
Tegen gedaagde is verstek verleend.
2. De beoordeling van de vordering
De vordering komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en wordt dan ook toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.
De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is niet toewijsbaar, nu niet is gesteld of geb1eken dat de kosten voor dagvaarding dan wel voor de ingebrekestelling door eiseres zijn betaald aan de gemachtigde.
De gevorderde informatiekosten zijn niet toewijsbaar, nu niet gehandeld is overeenkomstig artikel 9 Besluit tarieven ambtshandelingen gerechtsdeurwaarders.
3. De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde:
tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat gedaagde daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke is;
II tot nabetaling aan de betrokken werknemers van het bedrag van € 13.694,00, zoals genoemd in de brief van 11 november 2013, zoals overgelegd als productie 10, ten blijke waarvan aan eiseres betaalwijzen en specificaties worden overgelegd, zulks binnen vier weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag voor iedere dag dat gedaagde daarmee in gebreke blijft, met een maximum van € 14.000,00;
III om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van € 7.154,00, als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 983,48 inclusief BTW;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op € 1.016,80 aan verschotten en € 400,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. K.J. Bezuijen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.