SNCU ↔ Arslan
vonnis
RECHTBANK HAARLEM
Sector kanton
locatie Haarlem
zaaknummer: 471456 CV EXPL 10-8106
verstekvonnis 16 juni 2010
in de zaak van:
de stichting Stichting Naleving CAO voor uitzendkrachten, eisende partij tegen
Uitzendbureau Arslan B.V., gedaagde partij
Beslissing
De kantonrechter:
wijst -onder verwijzing naar aangehechte bijlage(n)- de eis toe, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt met veroordeling van de gedaagde partij tot betaling van de proceskosten, die aan de kant van eisende partij tot en met vandaag worden begroot op de bedragen, zoals deze hieronder zijn gespecificeerd;
bepaalt dat de explootkosten worden verhoogd met een percentage dat overeenkomt met het percentage, bedoeld in art. 9, le lid, van de Wet op de Omzetbelasting 1968, indien de eisende partij de hem in rekening gebrachte omzetbelasting niet op grond van genoemde wet kan verrekenen en dit nadrukkelijk verklaart, en de gerechtsdeurwaarder aan de voet van het exploot verklaart dat de explootkosten in verband daarmee zijn verhoogd, met dien verstande dat over informatiekosten GBA (bij de gemeente) geen omzetbelasting verschuldigd is;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Aardenburg en uitgesproken op de openbare terechtzitting van bovengenoemde datum.
exploot € 80,69
vastrecht € 208,00
salaris gemachtigde € 800,00
w.g. de griffier w.g. de kantonrechter
Uitgegeven voor eerste grosse aan eiser(es) De griffier van de sector kanton te Haarlem
ffi
Heden, de :,,erlendertigste mei -71;. tweeduizendtien, ten verzoeke van de stichting STICHTING NALEVING CAO VOOR UITZENDKRACHTEN, hierna te noemen: SNCU, statutair gevestigd te Haarlemmermeer, te dezer zake woonplaats kiezende te Amsterdam aan de Sophialaan 33, ten kantore van de advocaat mr. drs. Vergouwen, die ten deze tot gemachtigde wordt gesteld en als zodanig zal optreden, alsmede woonplaats kiezende te Haarlem aan JansstraatW6 (Kantongerechtsgebouw), ter griffie van de Sector Kanton, locatie Haarlem, van de Rechtbank Haarlem; lik,2t,,•(
Giovanni van Puivelde, ais toegevoegd kandidaat-gerechtsdeurwaarder werkzaam ten kaWore van Mi. Ferdinand van liorssen, gerechtsdeurwaarder te Leiden, kantoorhoudende te Leiden aan de Schipholweg 101D en mihsdien beiden ten deze woonplaats hebbende aldaar;
GEDAGVAARD:
de besloten vennootschap UITZENDBUREAU ARSLAN B.V., statutair gevestigd te Haarlem en kantoorhoudende te (2215 NJ) Voorhout, aan het Kievitspark 6, aldaar mijn exploot doende en afschrift dezes/latende aan:
e,-1
nuiwt&i. pfbc
OM:
door een gemachtigde, te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank Haarlem, Sector Kanton, locatie Haarlem, alsdan aldaar zitting houdend in het Kantongerechtsgebouw aan de Jansstraat/46.
rol
rhietJ,,- c ‘ vLic,4 g 1 j
MET AANZEGGING:
indien de gedaagde niet uiterlijk op de i4i-volgende-terechtzitting antwoordt of aan de Kantonrechter uitstel om te antwoorden verzoekt, en de voorgeschreverLormaliteiten in acht zijn genomen, zal de Kantonrechter na te melden vordering bij verstek toewijzen, tenzij de eis door de Kantonrechter onrechtmatig of ongegrond voorkomt;
TENEINDE:
te horen eisen en concluderen dat:
Achtergrond
- Vanaf het najaar 2005 vindt er in de uitzendbranche controle plaats op de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten. De SNCU is in februari 2004 opgericht door werknemersorganisaties (FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en de Unie) en de werkgeversorganisatie in de uitzendbranche (ABU). De SNCU is in het leven geroepen om activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak. De belangrijkste taken voor de SNCU bestaan uit het geven van voorlichting en informatie, alsmede het toezien op een correcte naleving van de CAO. Ten behoeve van deze laatste taak worden sinds het najaar van 2005 steeds vaker controles verricht.
- De huidige CAO voor Uitzendkrachten is afgesloten voor de periode 29 maart 2009 tot 29 maart 2014. Deze CAO voor Uitzendkrachten is bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard op 19 juni 2009, zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 23 juni 2009 (nummer 113). Het besluit geldt tot en met 28 maart 2011. De werkingssfeer van deze CAO wordt bepaald in artikel 2. Volgens de omschrijving in dit artikel valt het bedrijf van gedaagde onder de werkingssfeer van deze CAO. De algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten, zoals geldend tot 28 maart 2011, wordt bijgaand als productie 1 overgelegd.
- Naast de CAO voor Uitzendkrachten bestaat er ook een CAO Sociaal Fonds voor de
2
VERGO1JWENaivocaten
Uitzendbranche, die ook bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 september 2008 algemeen verbindend is verklaard tot en met 30 maart 2009. Dit besluit is op 4 oktober 2008 in de plaats getreden van het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juni 2007. Bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid d.d. 24 juni 2009 is de Sociaal fonds CAO ten derde male algemeen verbindend verklaard over de periode 28 juni 2009 tot en met 27 maart 2011. Deze CAO kent conform artikel 2 dezelfde uitgebreide werkingssfeer als de CAO voor Uitzendkrachten. Het bedrijf van gedaagde valt gezien haar activiteiten ook onder de werking van deze CAO. De algemeen verbindend verklaarde CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche wordt bijgaand als productie 2 overgelegd.
- In artikel 4 van de statuten van de SNCU zoals opgenomen in de Sociaal Fonds CAO op pagina 11 en volgende (zie productie 2) staan de middelen beschreven die de SNCU ter beschikking staan om haar doel, zoals omschreven in punt 1 van deze dagvaarding, te bereiken. De werkzaamheden van de SNCU behelzen het doen van onderzoek gericht op een betere toepasbaarheid van de CAO’s, het verzamelen van feitelijke gegevens over de arbeidsvoorwaarden ten behoeve van de bij de CAO’s betrokken partijen, alsmede het namens de bij de CAO’s betrokken partijen optreden in en buiten rechte, zonodig ter verkrijging van maatregelen tegen hen die de bepalingen van de CAO’s niet getrouwelijk naleven. Conform artikel 13 zijn met betrekking tot de voorwaarden en werkwijzen waarop de werkzaamheden van de SNCU dienen te worden uitgevoerd nadere reglementen opgesteld, welke reglementen in dezelfde CAO zijn opgenomen op pagina 14 en volgende.
- Conform artikel 7 lid 4 van de statuten van de SNCU heeft zij een deel van haar bevoegdheden overgedragen aan een bij reglement in te stellen Commissie Naleving CAO voor Uitzendkrachten (CNCU). De CNCU kent het houden van toezicht op de naleving van de CAO’s als haar specifieke doel.
- De oprichting en doelbepaling van de CNCU is omschreven in het reglement (1) zoals weergegeven op de pagina’s 14 en 15 van productie 2. De door de CNCU gehanteerde werkwijze is omschreven in een reglement (II) zoals opgenomen op de pagina’s 15 tot en met 18 van productie 2.
-
In artikel 4 lid 3 van het reglement (II) is bepaald dat de werkgever verplicht is zijn volledige en voortvarende medewerking te verlenen aan het onderzoek door de CNCU: “binnen een door de CNCU gestelde termijn dient de gevraagde informatie door de werkgever aan de CNCU ter beschikking te worden gesteld’. Bij uitblijven van medewerking is de CNCU bevoegd de bedoelde gegevens naar beste weten vast te stellen. In artikel 4 lid 2 van reglement (II) is bepaald dat het aantonen dat de CAO voor Uitzendkrachten, alsmede de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche getrouwelijk worden nageleefd, moet geschieden aan de hand van de door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke loon- en arbeidstijdenadministratie. In artikel 4 lid 2 sub a tot en met j reglement (II) is een opsomming opgenomen met betrekking tot de op te vragen gegevens. Uit artikel 4, lid 1 van de CAO Sociaal Fonds blijkt dat de primaire bewijslast inzake de correcte naleving gelegen is bij de werkgever.
-
- De oprichting en doelbepaling van de CNCU is omschreven in het reglement (1) zoals weergegeven op de pagina’s 14 en 15 van productie 2. De door de CNCU gehanteerde werkwijze is omschreven in een reglement (II) zoals opgenomen op de pagina’s 15 tot en met 18 van productie 2.
- In artikel 5 van het reglement (II) is de werkwijze van de CNCU chronologisch weergegeven. Het verzoek tot aanlevering van bescheiden wordt een drietal maal herhaald met een termijn van respectievelijk 10 werkdagen, 5 werkdagen en tenslotte 3 werkdagen, zulks onder gelijktijdige ingebrekestelling. Bij een onvolledige aanlevering van gegevens volgt een extra termijn van 5 werkdagen om de ontbrekende gegevens te verstrekken. Een gegrond vermoeden van overtreding van de CAO’s wordt aangenomen indien de aangeschreven onderneming weigert medewerking te verlenen, onvolledige of onjuiste informatie verstrekt, dan wel de CNCU kennis neemt van signalen in de branche waaruit blijkt dat de onderneming de CAO’s overtreedt. De CNCU kan in het geval van een dergelijke melding uit de markt, dan wel een situatie waarin de gegevens er niet, niet juist of niet volledig zijn, overgaan tot het verrichten van een nader onderzoek, waarbij zij gebruik maakt van de diensten van onafhankelijke externe bureaus (VRO of Providius). Deze bureaus stellen van het door hen verrichtte onderzoek een rapportage op.
- Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU gedurende tenminste 14 dagen nalatig blijft de door de SNCU verzochte gegevens te verstrekken, dan wel onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, is hij door dat enkele feit conform artikel 6 van het reglement (II) verplicht aan de SNCU een forfaitaire schadevergoeding te betalen. Eenzelfde forfaitaire
schadevergoeding is ook verschuldigd indien de werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU binnen 14 dagen volhardt in het niet naleven van de CA0(1s). Met betrekking tot de bepaling van deze forfaitaire schadevergoeding heeft het bestuur van de SNCU een beleid vastgesteld, dat vastgelegd is in een tweetal notities die bijgaand als productie 3 wordt overgelegd. Een staffel oplopend tot een maximum van E 100.000,= wordt toegepast bij materiële afwijkingen. Bij niet meewerkende ondernemingen wordt de forfaitaire schadevergoeding standaard bepaald op E 100.000,=, nu er geen onderzoeksmogelijkheid bestaat en daarmee ook geen mogelijkheid om de gegevens vast te stellen zoals benodigd voor de staffel. Daarnaast is dit bedrag gekozen om een zeer sterke prikkel te geven om in ieder geval me te werken aan de nodige gegevensverstrekking. Een lager bedrag zou bepaalde werkgevers kunnen verleiden om te volstaan met betaling van een lage boete, zulks in combinatie met het voortzetten van een lucratieve(re) niet CAO conforme werkwijze.
Onderzoek
10. Gedaagde is een onderneming die werknemers ter beschikking stelt aan derden om onder leiding en toezicht van deze derden arbeid te verrichten. Zij stelt met name uitzendkrachten ter beschikking in de agrarische sector (tuinbouw) in het Westland. Op de onderneming van gedaagde zijn de voormelde CAO’s gezien de werkingssfeer zoals omschreven in artikel 2 van toepassing. Als productie 4 wordt een drietal uittreksels uit de Kamer van Koophandel van gedaagde overgelegd.
- Het onderzoek naar de onderneming loopt sinds 11 juni 2008. Op deze datum is gedaagde namens de SNCU conform artikel 5 van het reglement (II) verzocht tot het schriftelijk aanleveren van afschriften van een selectie van de administratieve bescheiden, zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van het reglement (II). De brief van de SNCU d.d. 11 juni 2008 wordt hierbij als productie 5 overgelegd.
- Aangezien gedaagde niet heeft gereageerd op de brief van de SNCU d.d. 11 juni 2008 heeft de SNCU gedaagde op 27 juni 2008 een aanmaning gestuurd. Deze aanmaning van de SNCU wordt hierbij als productie 6 overgelegd. Gezien ook deze brief niet tot enige reactie van gedaagde heeft geleid, heeft de SNCU gedaagde op 8 juli 2008 in gebreke gesteld, waarbij zij is verzocht, en voor zover nodig gesommeerd, alsnog binnen 3 dagen na
VERG a vocatri
dagtekening van de betreffende brief over te gaan tot het verstrekken van de in de eerdere brieven verzochte informatie. De SNCU heeft gedaagde tevens gewezen op het feit dat er bij het uitblijven van het verstrekken van de gevraagde informatie een gegrond vermoeden van overtreding zou worden aangenomen als bedoeld in artikel 5 lid 5 sub a reglement (II). De sommatiebrief van 8 juli 2008 wordt overgelegd als productie 7. Deze brief is zowel per gewone als per aangetekende post verzonden.
- Naar aanleiding van de sommatiebrief van 8 juli 2008 heeft gedaagde contact opgenomen met de SNCU. Overeenkomstig het verzoek van de SNCU heeft zij de door de SNCU verzochte informatie verstrekt, welke vervolgens door de SNCU is beoordeeld. Daarbij heeft de SNCU meerdere overtredingen van de algemeen verbindend verklaarde CAO geconstateerd. In dat kader heeft de SNCU gedaagde geïnformeerd dat Providius bij haar onderzoek zou gaan verrichten om vast te stellen in welke mate zij de betreffende CAO niet heeft nageleefd.
- Vervolgens heeft Providius op 10 december 2008 een controle uitgevoerd op het kantoor van gedaagde. Daarbij heeft zij gecontroleerd of gedaagde tussen 17 september 2005 en 31 maart 2008 heeft voldaan aan de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten. Volgens Providius was dit niet het geval.
- 15. Naar aanleiding van de controle heeft Providius een conceptrapportage opgesteld. Zij heeft gedaagde in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren. Gedaagde heeft daarvan in eerste instantie geen gebruik gemaakt. Op 29 december 2008 heeft Providius haar definitieve rapportage aan partijen verstrekt (productie 8).
- Op 6 januari 2009 heeft gedaagde Providius een brief met bijlagen toegestuurd (productie 9). Met deze brief heeft zij alsnog gereageerd op de conceptrapportage. Gezien de definitieve rapportage al gereed was op het moment dat Providius deze brief ontving, heeft zij bij het opstellen daarvan geen rekening kunnen houden met de inhoud van de brief en bijlagen.
- Uit de definitieve rapportage van Providius volgt dat gedaagde de CAO’s niet volledig heeft nageleefd. Zo heeft gedaagde ondermeer structureel gebruik gemaakt van een niet ABU
6
VERdb Vocatel-i
CAO conforme uitzendovereenkomst. Verder heeft Providius berekend dat de totale indicatieve materiele schadelast van vastgestelde non-conformiteiten over 2005 tot en met 2008€ 163.146,= bedraagt. Op grond van de CAO is gedaagde de bij de controle betrokken (ex) werknemers achterstallig salaris en andere emolumenten verschuldigd. Dit bedrag dient zij hen derhalve na te betalen.
18. Ten gevolge van de controle is gedaagde direct overgegaan tot het aanpassen van de door haar gebruikte uitzendovereenkomsten, alsmede haar salarisadministratie, zodat deze aan de ABU eisen zouden voldoen.
19. Op basis van de bevindingen van Providius heeft de SNCU gedaagde op 17 juli 2009 per brief in gebreke gesteld ten aanzien van haar verplichtingen om de CAO na te leven. Daarbij heeft zij gedaagde gesommeerd om uiterlijk binnen 14 dagen te verklaren:
- de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten voortaan volledig na te leven;
- de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten met terugwerkende kracht vanaf 31 maart 2006 alsnog jegens de betrokken (ex)medewerkers van gedaagde volledig na te leven door nabetaling van het op grond van de CAO verschuldigde achterstallige salaris en andere emolumenten ad E 163.146,–;
- haar volledige medewerking te verlenen aan een hercontrole, onder meer door overlegging van loonspecificaties en betalingsbewijzen, ter vaststelling dat zij aan de onder 1 en 2 genoemde verplichtingen voldoen.
20. Daarnaast heeft de SNCU de forfaitaire schadevergoeding op grond van artikel 6 lid 1 Reglement Werkwijze CNCU vastgesteld op €100.000, welke zou verbeuren in het geval gedaagde in gebreke zou blijven om aan bovengenoemde verplichtingen te voldoen. De brief van 17 juli 2009 wordt overgelegd als productie 10.
21. Op 27 juli 2009 heeft gedaagde de SNCU aangeschreven, waarna telefonisch overleg tussen partijen heeft plaatsgevonden. Daarbij hebben partijen afgesproken dat de SNCU en haar accountant op 28 augustus 2009 bij elkaar zouden komen om het vereiste herstel en de
verplichte nabetaling van de verschuldigde achterstallige betalingen over de periode 2005 tot en met 31 december 2008 te bespreken. Daarnaast zouden de vereiste aanpassingen over het eerste half jaar van 2009 worden besproken. Gedaagde heeft deze afspraak uiteindelijk afgezegd, waarna zij geen initiatief meer heeft genomen om een nieuwe afspraak te maken.
- Op 20 januari 2010 heeft Providius een hercontrole uitgevoerd. In het kader van deze controle heeft Providius gedaagde wederom in de gelegenheid gesteld om te reageren op de inhoud van haar conceptrapportage. Gedaagde heeft geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid.
- Providius heeft haar bevindingen opgenomen in haar definitieve rapportage van 15 februari 2010 (productie 11). Providius heeft deze rapportage aan beide partijen verstrekt Uit haar rapportage volgt 1) dat gedaagde geen gevolg heeft gegeven aan haar nabetalingsverplichting van 163.164,=, en 2) dat gedaagde geen gevolg heeft gegeven aan haar herstelverplichtingen, noch heeft zij de CAO voorwaarden over de periode 1 januari 2009 tot en met 30 juni 2009 correct toegepast. Kortom, volgens Providius heeft gedaagde niet voldaan aan haar verplichtingen uit de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten.
- Verder is de indicatieve materiele schadelast op basis van de hercontrole toegenomen met een bedrag van E 75.025,=. Hierdoor bedraagt deze schadelast over de periode tot en met 31 december 2009 in totaal E 238.198,=. Tot datum dagvaarding heeft er geen nabetaling plaatsgevonden, hetgeen betekent dat gedaagde niet heeft voldaan aan deze verplichting uit de CAO.
- Nu uit de hercontrole is gebleken 1) dat gedaagde niet volledig heeft voldaan aan haar herstelverplichtingen uit de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten, alsmede dat 2) er geen enkele nabetaling heeft plaatsgevonden, en gedaagde daartoe ook geen enkel initiatief heeft genomen, is zij de SNCU de fodaitaire schadevergoeding verschuldigd. Op grond van artikel 6 lid 1 Reglement Werkwijze CNCU is deze schadevergoeding vastgesteld op E 100.000,=.
- 26. De SNCU heeft zich genoodzaakt gezien een raadsman in te schakelen. Bij aangetekende brief van 22 april 2010, die wordt overgelegd als productie 12, heeft de raadsman van de SNCU gedaagde gesommeerd en (nogmaals) in gebreke gesteld om de door Providius vastgestelde materiele schadelast ad € 238.198,= na te betalen aan de betrokken (ex) medewerkers, alsmede de schadevergoeding ad € 100.000,= te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad € 4.165,= (inclusief BTW) te vergoeden aan de SNCU, zulks binnen een termijn van 14 dagen na dagtekening van deze brief. De aangetekende brief van de raadsman is naar het adres van gedaagde verzonden, en is door haar bestuurder in ontvangst genomen blijkens de als productie 13 overgelegde Handtekening Retourkaart.
27. Ten overvloede wordt gewezen op het feit dat gedaagde blijkens de handelsregisterhistorie in de periode van 1 januari 2004 tot 8 mei 2010 gevestigd was aan het adres William Boothstraat 207 (2037 SH) te Haarlem. Om die reden heeft de SNCU haar correspondentie aan dit adres verzonden evenals de raadsman van de SNCU. Uit een recent uittreksel uit het handelsregister volgt dat de onderneming thans gevestigd is aan het Kievitspark 6 (2215 NL!) te Voorhout, reden waarom dit adres in de dagvaarding is opgenomen. Het voorgaande blijkt uit de drie als productie 4 overgelegde uittreksels uit de Kamer van Koophandel.
Bewijsaanbod
- Voor zover nodig biedt de SNCU nader bewijs aan van al haar stellingen door alle middelen rechtens.
Wettelijke rente
- Vanaf de dag van deze dagvaarding wordt aanspraak gemaakt op de wettelijke rente over de verschuldigde schadevergoeding.
Buitengerechtelijke kosten
- De SNCU maakt op grond van artikel 6:96 lid 2 BW aanspraak op buitengerechtelijke kosten. Ook de SNCU zelf heeft herhaaldelijk gecorrespondeerd met gedaagde. De buitengerechtelijke incassokosten worden op grond van Aanbeveling II van het rapport Voorwerk begroot op € 4.165,= inclusief BTW, conform de staffel kantonrechters. De SNCU kan als stichting deze BTW niet verrekenen, waardoor concrete schade wordt geleden. De
SNCU heeft nota’s ter hoogte van dit bedrag ook reeds aan haar raadsman voldaan, zodat hiermee ook de wettelijke rente hierover verschuldigd is
MiTSDIEN:
het de Kantonrechter te Haarlem bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
- gedaagde te veroordelen tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, en meer precies tot nabetaling van het door Providius aangegeven bedrag van 238.198,= (zegge: twee honderd acht en dertig duizend honderd en acht en negentig euro), zoals gespecificeerd in haar definitieve rapportage van 15 februari 2010, zoals overgelegd als productie 11 (pagina 5 e.v.), op straffe van een dwangsom van E 1.000,= voor iedere dag dat gedaagde, na betekening van het in deze te wijzen vonnis, in gebreke blijft met de nabetaling van dit bedrag;
- gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van E 100.000,– (zegge: honderd duizend euro), als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
111. gedaagde te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van E 4.165,= inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
De kosten dezes zijn voor mij, deurwaarder,
•xpbot/proc. ~wi é: 72,, voorschoten:
– GBA
– KvK
- overige
opslag (b.t.w.)
- · (-16 da_
Hierbij verklaart ondergetekende diri bovenstaande verschotten zijn gemaakt v ce gogde verrichting van de arnbtshandel ng en noouzakei:ijk waren; aisrriede da hij g n reengstreel,,s of middellijk bei zmig heeft jn de onderneming of derde die bove.nstaande
verschotten nactureert.
Deu waarder
grond van de Wet op de’ Oinzeti.kil’Azt.atIng1S.?i38 de hen)/hiaár
inreio.91-dnc,. g„.M:oar.tire—amibekesting niet OffirhaiVe verklrt oidergetekende okjertke komen te hebben verhoogd
eer: ..,ere:entage gelijk aan net perefonlage
j,J d’s i:POveilgergOOMCIC VIPtfht