SNCU ↔ HTN Uitzendwerk B.V.

RECHTBANK ASSEN

Sector kanton

Locatie Assen

zaak-/rolnummer: 321580 \ CV EX PL 11-4855

vonnis van de kantonrechter van 23 oktober 2012

in de zaak van

de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten,

hierna te noemen: SNCU, gevestigd te Barendrecht, eisende partij,

gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen,

tegen

de besloten vennootschap HTN Uitzendwerk B.V.,

hierna te noemen: HTN,

gevestigd te 7773 NG Hardenberg, Kollergang 5,

gedaagde partij,

procederende in persoon

1.         De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

de dagvaarding van 21 juli 2011 met producties;

het verzoek om uitstel van 11 oktober 2011 zijdens HTN;

de brief van 2 december 2011 zijdens HTN, waarin zij bericht dat de CAO- controle zal worden uitgevoerd en de zaak gesloten kan worden;

de akte uitlating van 20 december 2011 zijdens SNCU, waarin wordt aangegeven dat een beëindiging van de procedure niet aan de orde is en wordt verzocht om de zaak in afwachting van het CAO-onderzoek aan te houden;

de brief van 13 januari 2012 zijdens HTN, waarin akkoord wordt gegaan met het parkeren van de zaak in afwachting van de uitkomsten van het lopende onderzoek op de naleving van de CAO voor uitzendkrachten;

de akte uitlating tevens houdende wijziging en/of vermeerdering van eis van 11 september 2012 zijdens SNCU.

Tot slot is vonnis bepaald.

zaak-/rolnummer: 32 1580 \ CV EX PL 11-4855

datum uitspraak: 23 oktober 2012

2.          De vaststaande feiten

De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.

2.1.       HTN is werkzaam in de uitzendbranche. Zij valt onder de werking van de algemeen verbindend verklaarde CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds (hierna ook: de CAO’s).

SNCU is in 2004 opgericht door werkgevers en werknemersorganisatie in de uitzendbranche. Een van haar belangrijkste taken is het toezien op de naleving van de CAO’s. SNCU heeft de bevoegdheid om namens de bij de CAO betrokken partijen in en buiten rechte op te treden ter verkrijging van maatregelen tegen werkgevers die de bepaling van de CAO’s niet getrouwelijk naleven. SNCU heeft haar toezichthoudend werkzaamheden belegd bij de commissie naleving CAO voor uitzendkrachten (hierna: CNCU). De werkwijze van CNCU is vastgelegd in de twee reglementen. In Reglement IE Werkwijze CNCU zijn ook forfaitaire schadevergoedingen gesteld op overtredingen door werkgevers.

2.2.       SNCU is op 31 juli 2009 een onderzoek gestart naar de naleving van de CAO’s door HTN. Aangezien HTN niet op diverse sommaties reageerde, heeft SNCU een advocaat ingeschakeld, die HTN nogmaals heeft aangemaand om de benodigde informatie te verstrekken. Na contact met de (toenmalige) bestuurder van HTN, loopt de onderzoeksperiode van januari 2009 tot en met april 2010.

2.3. Naar aanleiding van de ontvangen gegevens heeft SNCU HTN aangekondigd dat het onafhankelijke onderzoeksbureau Providius B.V. een hercontrole zou uitvoeren en dat HTN daartoe bepaalde stukken diende over te leggen. HTN heeft hieraan pas na aanvang van deze procedure correcte medewerking verleend.

2.4.       Providius B.V. heeft op 23 april 2012 haar definitieve rapportage aan SNCU en HTN toegezonden. Zij had geen reactie van HTN ontvangen op het concept-rapport. Providius heeft op basis van de uitgevoerde steekproef geconcludeerd dat HTN de CAO’s op verschillende onderdelen niet correct heeft nageleefd en de totale indicatieve materiële schadelast over de CAO-periode 2009 tot en met 2010 becijferd op € 11.886,00.

2.5        SNCU heeft HTN bij brief van 17 juli 2012 gesommeerd om binnen 14 dagen schriftelijk te verklaren dat zij (1) de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten voortaan volledig zal naleven, (2) dat deze met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2009 alsnog jegens de betrokken (ex-) werknemers volledig zal worden nageleefd, door nabetaling van het achterstallige salaris en overige emolumenten ten belope van E 11.886,00 binnen 12 weken na dagtekening en (3) na afloop van die laatste termijn volledige medewerking zal verlenen aan een controle daarop.

SNCU heeft verder aangegeven dat HTN bij liet uitblijven van die schriftelijke verklaring een forfaitaire schadevergoeding verbeurt, die conform artikel 6 lid 1 Reglement Werkwijze CNCU is vastgesteld op C 5.063,00. De brief is door HTN voor ontvangst getekend. SNCU heeft het verzoek om een schriftelijke verklaring op 3 september 2012 herhaald.

zaak-/rolnummer: 321580\ CV EXPI., 11-4855                                                                                             3 datum uitspraak: 23 oktober 2012

3.            De vordering en het verweer

3.1.       De Stichting vordert, na wijziging van eis, dat de kantonrechter bij vonnis, zo mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

1          HTN veroordeelt tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, en meer precies tot nabetaling van een bedrag van C 11.888, zoals gespecificeerd in de brief van 17 juli 2012, zoals overgelegd als productie 23, binnen 8 weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat HTN hiermee in gebreke blijft;

II          HTN veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, het niet binnen acht weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis nabetaalde gedeelte van het onder I genoemde bedrag van C 11.886,00 als aanvullende forfaitaire schadevergoeding;

HTN veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, de somma van C 25.000,00 als forfaitaire schadevergoeding conform artikel 6 lid 1 Reglement 11 Werkwijze CNCU, CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

IV         HTN veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, de somma van € 5.063 als forfaitaire schadevergoeding conform artikel 6 lid 2 Reglement II Werkwijze CNCU, CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 september 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;

V          HTN veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, de somma van C 1.600,00 ter vergoeding van kosten die de Stichting heeft gemaakt ten gevolge van het te laat afzeggen van de controles ter plaatse door HTN, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

VI         HTN veroordeelt in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van E 1.785,00 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

VII          HTN veroordeelt in de kosten van deze procedure.

De Stichting legt aan haar vordering ten grondslag dat HTN de toepasselijke CAO’s niet correct heeft nageleefd, opgevraagde stukken niet tijdig aan SNCU heeft toegezonden, niet schriftelijk heeft verklaard de CAO alsnog correct te zullen naleven en afspraken voor controles niet tijdig heeft afgezegd. Verder voert de Stichting aan dat haar gemachtigde voorafgaand aan deze procedure herhaaldelijk heeft getracht de zaak in der minne te regelen, zodat ex artikel 6:96 lid 2 BW aanspraak wordt gemaakt op een vergoeding van buitengerechtelijke kosten.

4.          De beoordeling

4.1.       De kantonrechter stelt vast dat HTN, hoewel zij daartoe in de gelegenheid is gesteld, ^geen verweer heeft gevoerd tegen de vorderingen van SNCU. De kantonrechter zal die vorderingen. die niet onrechtmatig of ongegrond voorkomen, dan ook toewijzen. met dien verstande dat de sub I gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd tot C 5.000,00. Verder zal in het dictum expliciet worden aangegeven dat die vordering sub I ziet op een nabetaling aan de betrokken (ex-) werknemers zelf.

zaak-/rolnummer: 321580 \ CV EXPL, 11-485                                                                       4 datum uitspraak: 23 oktober 2012

4.2.       HTN zal als grotendeels in het ongelijk gestelde partij de proceskosten moeten dragen.

De beslissing

De kantonrechter:

veroordeelt HTN tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, en meer precies tot nabetaling van een bedrag van € 11.888,00 aan haar (ex-) werknemers, zoals gespecificeerd in de brief van 17 juli 2012, door SCNU overgelegd als productie 23, binnen 8 weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat HTN hiermee in gebreke blijft, met een maximum van € 5.000,00;

I I         veroordeelt HTN om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, het niet binnen acht weken na betekening van het in deze te wijzen vonnis nabetaalde gedeelte van het onder 1 hiervoor genoemde bedrag van € 11.886,00 als aanvullende forfaitaire schadevergoeding;

III        veroordeelt HTN om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, de somma van € 25.000,00 als forfaitaire schadevergoeding conform artikel 6 lid 1 Reglement 11 Werkwijze CNCU, CAO Sociaal Fonds voor de

Uitzendbranche, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

V          veroordeelt HTN om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, de somma van E 5.063 als forfaitaire schadevergoeding conform artikel 6 lid 2 Reglement II Werkwijze CNCU, CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 september 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;

V          veroordeelt HTN om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen, de somma van E 1.600,00 ter vergoeding van kosten die de Stichting heeft gemaakt ten gevolge van liet te laat afzeggen van de controles ter plaatse door HTN, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

V I        veroordeelt HTN in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van E 1.785,00 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;

VII       veroordeelt HTN tot betaling van de proceskosten, tot deze uitspraak aan de zijde van Stichting begroot op E 99,26 aan dagvaardingskosten, € 851,00 aan vast recht en € 900,00 aan salaris gemachtigde;