SNCU ↔ Kal Pir
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht
Insolventienummer: 10/480 F Uitspraak: 27 juli 2010
VONNIS op het op 11 juni 2010 ingekomen verzoekschrift, met bijlage(n), van:
de stichting
STICHTING NALEVING CAO VOOR UITZENDKRACHTEN, gevestigd te Haarlemmermeer,
verzoekster,
advocaat mr. drs. M.H.D. Vergouwen,
strekkende tot faillietverklaring van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KAL-PIR B.V.,
kantoorhoudende aan de Enclaveberg 163
4708 EG Roosendaal,
aldaar tevens handelend onder de naam Boerman & Van der Geest, statutair gevestigd te Rotterdam,
verweerster.
- 1. De procedure
Verweerster is, hoewel op de bij de wet voorgeschreven wijze opgeroepen, niet verschenen.
- 2. De beoordeling
De rechtbank oordeelt dat summierlijk is gebleken van het vorderingsrecht van verzoekster en van het bestaan van feiten of omstandigheden die aantonen dat verweerster in de toestand verkeert dat zij heeft opgehouden te betalen.
De rechtbank is, gelet op het bepaalde in artikel 3 lid I Verordening 1346/2000 van de Raad van de Europese Unie, bevoegd deze insolventieprocedure als hoofdprocedure te openen nu het centrum van voornaamste belangen van verweerster in Nederland ligt.
- 3. De beslissing
De rechtbank,
verklaart KAL-PIR B.V. voornoemd in staat van faillissement;
benoemt tot rechter-commissaris mr. P.A.M. Struijs, lid van de rechtbank Breda; stelt aan tot curator mr. A. Oomen, advocaat te Roosendaal;
lnsolventienummer: 10/480 F
2
bepaalt dat de taken die de wet in een faillissement aan de rechtbank opdraagt, met uitzondering van de tegen de faillietverklaring in te stellen rechtsmiddelen, na deze beslissing en de publicatie daarvan, door de rechtbank Breda worden uitgevoerd;
dat door de griffier een afschrift van dit vonnis en de overige op de zaak betrekking hebbende stukken per post aan de rechtbank Breda worden gezonden;
dat de griffier van de rechtbank Breda wordt verzocht de ontvangst van genoemd vonnis en genoemde stukken en het overnemen van de behandeling van de zaak schriftelijk te bevestigen aan de griffier van deze rechtbank;
••• dat de zaak nadat door de rechtbank Breda daaraan een dossiernummer is toegekend uitsluitend met dat nummer zal worden aangeduid;
dat de curator alleen verslag behoeft uit te brengen aan de benoemde rechter- commissaris en dat alle betrokkenen zich vanaf heden uitsluitend zullen richten tot de rechtbank Breda dan wel de benoemde rechter-commissaris te Breda;
dat de rechtbank Rotterdam dit vonnis zal publiceren en dat alle verdere publicaties zullen worden verricht door de rechtbank te Breda;
geeft last aan de curator tot het openen van brieven en telegrammen aan de gefailleerde gericht.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.W.M. de Wolf, rechter, en in aanwezigheid van mr. M. Huijsman, griffier, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 juli 2010 te 15:00 uur.