SNCU ↔ Scalare

RECHTBANK ARNHEM burgerlijk recht, sector kanton Locatie Nijmegen

zaakgegevens 754845 CV EXPL 11-3652 M392\rnvl uitspraak van 7 oktober 2011

vonnis

in de zaak van

de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten gevestigd te Barendrecht

gemachtigde mr. M.H.D. Vergouwen

eisende partij

tegen

1. 1.   de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Scalare Dienstverlening B.V. gevestigd te Wijchen

procederend in persoon bij gedaagde sub 2

wonende te Nijmegen procederend in persoon gedaagde partijen

Eiseres wordt hierna de SNCU genoemd en gedaagden respectievelijk Sealare en.

• De procedure

1.1.          Het verloop van de procedure blijkt uit:

–         het tussenvonnis van 15 juli 2011

–         het proces-verbaal van de comparitie van partijen van 12 september 2011.

1.2.          Scalare en                   zijn ieder separaat behoorlijk opgeroepen voor de comparitie

van partijen, maar zonder bericht van verhindering is                     noch iemand anders (namens Scalare) verschenen.

2.             De vordering en het verweer

2.1.          De SNCU vordert hoofdelijke veroordeling van Scalare en                    tot:

  de als productie 5 bij dagvaarding overgelegde brief van 26 augustus 2010, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat Scalare en daarmee in gebreke blijven;

11.          betaling aan de SNCU van een bedrag van € 100.000,00, te vermeerderen met de

wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;

betaling van de buitengerechtelijke kosten ad € 1785,00, te vermeerderen met de

wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding; IV.            betaling van de kosten van deze procedure.

2.2. De SNCU legt aan de vordering ten grondslag dat de door Scalare uitgeoefende activiteiten vallen onder de werkingssfeer van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche (hierna: ‘de CAO’s’). Scalare is op grond van de CAO’s verplicht om door de SNCU gevraagde administratieve bescheiden aan te leveren.

Scalare heeft dat, ondanks herhaalde sommatie, nagelaten.                     is als bestuurder van
Scalare daarvoor aansprakelijk.

2.3.        Scalare en                    hebben verweer gevoerd. Aangevoerd is dat                  om gezondheidsredenen niet in staat was de gevraagde gegevens aan te leveren. In deze

procedure is een DVD met gegevens door Scalare en                    gedeponeerd.

3.          De beoordeling

3.1.        Onweersproken is dat de activiteiten van Scalare onder de werkingssfeer van de beide CAO’s vallen. Voorts is onweersproken dat Scalare (en haar bestuurder herhaaldelijk zijn aangeschreven met het verzoek aan aantal administratieve bescheiden te overleggen.

3.2.        De SNCU is tijdens de comparitie ingegaan op het door Scalare en

gevoerde verweer en heeft voldoende gemotiveerd weersproken dat de in het geding gebrachte DVD de door de SNCU gevraagde gegevens bevat. Een aantal bestanden kunnen niet worden geopend, andere bestanden zien niet op de gevraagde gegevens of bevatten gegevens over een andere vennootschap. Mede omdat niemand namens gedaagde partijen is verschenen om de op de DVD aanwezige gegevens toe te lichten, zijn die gegevens onvoldoende om aan te nemen dat Scalare met het overleggen van de DVD aan de informatieverplichting uit de CAO’s is voldaan. Daarom wijst de kantonrechter jegens Scalare de hiervoor onder 1 en II genoemde onderdelen van de vordering, die verder onweersproken zijn gebleven, toe als hierna bepaald.

3.3.        Ook jegens                  worden deze onderdelen van de vordering toegewezen omdat

door de SNCU onweersproken is gesteld dat                 als enig bestuurder van Scalare heeft toegelaten dat Scalare haar verplichtingen uit hoofde van de CAO’s niet is nagekomen,

terwijl              — zo volgt uit de overgelegde correspondentie — op de hoogte was van het
(herhaalde) verzoek van de SNCU om de gevraagde bescheiden aan te leveren en het voorts in zijn macht lag om ervoor te zorgen dat Scalare daaraan zou voldoen. Desondanks is gesteld noch gebleken dat hij enige daartoe enige activiteit heeft ondernomen, hetgeen hem persoonlijk te verwijten is en dus onrechtmatig is jegens de SNCU.

3.4.         Op grond van de overgelegde correspondentie is aannemelijk dat de SNCU buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht danwel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke kosten ad

€ 1.785,00 (inclusief btw) is in overeenstemming met de gebruikelijke en redelijke tarieven en wordt daarom toegewezen evenals de daarover gevorderde wettelijke rente omdat

  onweersproken is dat de buitengerechtelijke kosten reeds door de SNCU aan haar gemachtigde zijn voldaan.

3.5.          Scalare en                   worden in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten dragen.

4.             De beslissing De kantonrechter

4.1.          veroordeelt Scalare en                  hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een voldoet ook de ander is bevrijd, tot het naleven van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, in die zin dat zij aan de SNCU dienen te overleggende de stukken zoals genoemd in de als productie 5 bij dagvaarding overgelegde brief van 26 augustus 2010 van de SNCU aan Scalare binnen twee maanden na betekening van dit vonnis, een en ander op verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag dat

Scalare en                    daarmee in gebreke blijven, met een maximum van € 50.000,00;

4.2.          veroordeelt Scalare en                  hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een voldoet ook de ander is bevrijd, tot betaling aan de SNCU van een bedrag van E 101.785,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;

4.3.          veroordeelt Scalare en                  hoofdelijk, in die zin dat voor zover de een voldoet ook de ander is bevrijd, in de proceskosten, tot deze uitspraak aan de kant van de SNCU begroot op e 94,32 aan dagvaardingskosten, 284,00 aan griffierecht en € 1.400,00 aan salaris voor de gemachtigde;

4.4.          verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;

4.5.          wijst het meer of anders gevorderde af.

zaakgegevens 754845 \ CV EXPL 11-3652                                                                                            4

Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. J.W.M. Tromp en in het openbaar uitgesproken op 7 oktober 2011.