SNCU ↔ Set Dienstverlening

SECTOR KANTON – LOCATIE AMSTERDAM

Kenmerk       : 1337477 CV EXPL 12-10666

Datum           : 18 mei 2012

523

  Vonnis in de zaak van:

de stichting STICHTING NALEVING CAO VOOR UITZENDKRACHTEN statutair gevestigd te Barendrecht

eisende partij

gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen

tegen

1. 1.   de besloten vennootschap SET DIENSTVERLENING B.V.

statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Alkmaar,

verschenen bij R. Murad

en

1. 2.   de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid NOORD GROUP HOLDING B.V., bestuurder van gedaagde sub 1,

statutair gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Alkmaar,

niet verschenen

gedaagde partij

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij exploot van dagvaarding van 21 maart 2012 heeft eisende partij gevorderd dat gedaagde partij zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 101.785,00 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.

Gedaagde partij heeft -hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld- niet geantwoord. Hierna is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Nu gedaagde partij – hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld – niet heeft geantwoord is de door eisende partij ingestelde vordering als niet weersproken toewijsbaar, met inachtneming van het hierna volgende.

Voor zover het gevorderde aan vergoeding van gemaakte buitengerechtelijke kosten het bij dit gerecht, sector kanton op billijkheidsgronden gehanteerde tarief (de zgn. 1kantonstaffeli) te boven gaat wordt dit meerdere afgewezen als onredelijk.

Voor zover rente is gevorderd over buitengerechtelijke incassokosten en/of over rente (al dan niet opgenomen in de opgegeven hoofdsom) wordt deze rente afgewezen nu ter zake onvoldoende is gesteld.

2                        1337477 CV EXPL 12-10666

BESLISSING

De kantonrechter:

1. veroordeelt de gedaagde partij hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche door overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van eisende partij van 23 september 2011, zulks binnen 2 weken na betekening van het vonnis, onder verbeurte van een dwangsom van € 250,00 voor iedere dag dat gedaagden hiermee in gebreke blijven tot een maximum van € 10.000,00.
2. veroordeelt gedaagde partij hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, aan eisende partij als forfaitaire schadevergoeding te voldoen een bedrag van € 100.000,00 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding en terzake van buitengerechtelijke kosten een bedrag van € 1.785,00.
   1. veroordeelt de gedaagde partij hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding, tot deze uitspraak aan de zijde van eisende partij begroot op € 1.660,17, gespecificeerd als volgt:

1. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
2. wijst het meer of anders gevorderde af.

Aldus gewezen door mr. O.J. van Leeuwen, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 mei 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.