SNCU ↔ Temel
vonnis
Vonnis in de zaak van:
De stichting
STICHTING NALEVING CAO VOOR UITZENDKRACHTEN, gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen,
tegen
h.o.d.n. Uitzendbureau Tem!, wonende/zaakdoende te Den Haag,
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. M.A. Koppens.
Partijen worden aangeduid als SNCU en Procedure:
De kantonrechter heeft kennis genomen van:
de dagvaarding van 1 november 2010 met producties;
de conclusie van antwoord met producties;
aantekeningen griffier comparitie van partijen d.d. 24 februari 2011, voortgezet op 2 mei 2011;
de akte overleggen producties zijdens
akte uitlaten producties zijdens SNCU, met producties, besproken ter gelegenheid van de voortgezette comparitie van partijen.
1 De feiten
Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of niet voldoende gemotiveerd weersproken, mede op grond van de in zoverre niet betwiste inhoud van de overgelegde producties, voor zover in deze van belang, het navolgende vast.
- drijft een uitzendbureau, genaamd Temet. Zij laat haar administratie voeren door een externe derde.
- SNCU is (onder meer) belast met het toezicht op de correcte naleving, respectievelijk uitvoering van de algemeen verbindend verklaarde CAO voor Uitzendkrachten, alsmede de eveneens algemeen verbindend verklaarde CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche.
Rolnr. 1011335/10-32748
2
c. Bij aangetekende brief d.d. 30 juli 2010 heeft SNCU aangemaand om binnen tien werkdagen na dagtekening van die brief een aantal specifiek genoemde gegevens ter controle aan SNCU beschikbaar te stellen.
2 De vordering
SNCU heeft — na eisvermindering ter gelegenheid van de voortgezette comparitie van partijen — gevorderd dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad zal worden veroordeeld:
Tot naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, meer specifiek tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief d.d. 30 juli 2010 — minus de in die brief sub 2 en 3 genoemde gegevens — binnen twee maanden na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom ad e 500,00 voor elke dag dat daarmee in gebreke blijft; Tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU van de somma van e 40.000,00 als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, Tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU van een bedrag wegens buitengerechtelijke kosten ad e 1.785,00 inclusief BTW, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening,
alles met veroordeling van in de kosten van het geding.
SNCU legt aan haar vorderingen voormelde vaststaande feiten ten grondslag alsmede de navolgende — voor zover van belang en zakelijk weergegeven — stellingen.
valt — zoals is gebleken uit de gegevens van haar onderneming — onder de algemeen verbindend verklaarde CAO’s, zoals die bij de vaststaande feiten nader ziin aangeduid. In strijd met haar uit die CAO’s voortvloeiende verplichtingen heeft
de opgevraagde gegevens niet aan SNCU verstrekt. dient die gegevens alsnog ter beschikking te stellen. Door niet nakoming van die verplichtingen is ingevolge de CAO’s een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd ad (thans) E 40.000,00.
Tevens dient de noodzakelijk door SNCU gemaakte buitengerechtelijke
kosten te vergoeden.
3 Het verweer
voert verweer en concludeert SNCU in haar vordering niet ontvankelijk te verklaren, dan wel deze af te wijzen, zulks met veroordeling van SNCU in de kosten van het geding. Zij stelt daartoe — zakelijk weergegeven en voorzover van belang — het navolgende.
heeft meer dan de helft van haar personeel aan het werk in de bouw. Bestreden wordt dat de CAO’s op haar van toepassing zijn. Daarom heeft geen acht
geslagen op de aanmaningen zijdens SNCU.
Ten gevolge van een conflict tussen en haar administrateur is
niet in staat om alle door SNCU gevraagde gegevens ter beschikking te stellen: haar administrateur houdt die onder zich en weigert afgifte. Helaas heeft haar
administratie niet geheel op orde.
Rolnr. 1011335/10-32748
3
Nu SNCU ook naleving van de CAO’s vordert, kan zij niet tegelijkertijd een forfaitaire schadevergoeding vorderen: dit is dubbelop. was niet op de hoogte van het
beleid van SNCU om forfaitaire schade te vorderen. Oplegging van de schadevergoeding
zou het faillissement van betekenen. De hoogte van het gevorderde bedrag is
disproportioneel in verhouding tot de loonsommen die in de onderneming
realiseerde.
De schadevordering dient — subsidiair — gematigd te warden.
Buitengerechtelijke kosten zijn niet verschuldigd nu deze niet met stukken zijn onderbouwd.
4 De beoordeling
De betwisting door van de toepasselijkheid van de CAO’s is door SNCU
nadien genoegzaam weerlegd. Blijkens de stukken die bij akte in het geding
bracht valt het uitzendbureau van — aldus SNCU na onderzoek van die stukken — onder de CAO’s. Deze uiteenzetting ter gelegenheid van de voortgezette comparitie is
door niet verdere bestreden zodat uitgangspunt is dat de CAO’s van
toepassing zijn op het door gedreven uitzendbureau. Dat niet op de hoogte was van het beleid binnen SNCU doet niet ter zake. De vorderingen zijn immers gegrond op de regels die zijn vastgelegd in de algemeen verbindend verklaarde CAO’s.
– is aan die regels gebonden.
Vaststaat dat van de bij brief d.d. 30 juli 2010 door SNCU van opgevorderde
gegevens slechts een deel door pas in deze procedure werd overgelegd. De
omstandigheid dat t een conflict heeft met haar administrateur, die zich blijkbaar op een retentierecht beroept althans anderszins meent de administratie onder zich
te mogen houden, dient in haar betrekking tot SNCU aan te worden
toegerekend. Aldus is de vordering van SNCU sub 1 toewijsbaar.
Nu aldus eveneens vaststaat dat haar uit de CAO’s voortvloeiende verplichtingen niet naar behoren is nagekomen, kan haar een forfaitaire schadevergoeding — te zien als boete — opgelegd worden. De boete is door SNCU reeds verminderd tot
40.000,00. Er is geen sprake van “dubbelop” nu de boete ingevolge de regels geldt voor het niet terstond nakomen van een krachtens de CAO’s geldende verplichtingen, terwijl dat geenszins uitsluit dat alsnog de nakoming van die verplichtingen in rechte gevorderd wordt. Gelet op de door geschetste en door SNCU niet (voldoende) gemotiveerd bestreden omstandigheden, zal de kantonrechter evenwel de opgelegde “schadevergoeding” als boete matigen tot een bedrag ad € 20.000,00, globaal overeenkomend met de berekening
die zelf maakte op grond van de haar wel bekende gegevens.
De buitengerechtelijke kosten zijn niet toewijsbar nu SNCU tegenover de betwisting van de verschuldigdheid van die kosten geen stukken heeft overgelegd waaruit het tegendeel kan blijken: er is slechts één brief overgelegd van de gemachtigde van SNCU, welke brief gezien moet worden als behorende bij de instructie der zaak.
Op grond van het voorgaande zijn de vorderingen van SNCU toewijsbaar als in het dictum aan te geven. Bij deze uitslag zal de kosten veroordeeld dienen te worden. Voorzover nakosten gemaakt worden, levert dit vonnis voor die nakosten een titel op.
Rolnr. 1011335/10-32748
5 De beslissing De kantonrechter:
– veroordeelt tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de
brief d.d. 30 juli 2010— minus de in die brief sub 2 en 3 genoemde gegevens — binnen twee maanden na betekening van dit vonnis, op straffe van een dwangsom ad €500,00 voor elke dag dat daarmee in gebreke blijft, met een maximum van e 50.000,00;
veroordeelt tot betaling tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU van de somma van E 20.000,00 als forfaitaire schadevergoeding, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt in de kosten van de procedure, tot de dag van de uitspraak aan de zijde van SNCU begroot op C 1.579,47, waarin begrepen een bedrag ad 1.200,00 aan salaris voor de gemachtigde;
– verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
– wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. W. ten Cate, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting d.d. 9 juni 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.
‘404:4 9~4 5.9.4Vu.4VT1.4r aaft (g1t.in