SNCU ↔ xxx h.o.d.n. van Beek at Work
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Kanton — Locatie Harderwijk Zaaknummer: 473618 CV-EXPL 12-224 Grosse aan: mr. drs. M.H.D. Vergouwen Afschriften aan: partijen
Verzonden: – 7 JUNI 2012
vonnis van de kantonrechter d.d. 6 juni 2012
inzake
de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, gevestigd te Barendrecht,
eiseres, hierna te noemen de Stichting,
gemachtigde: mr. drs. Vergouwen,
tegen
handelende onder de naam van Beek at Work, wonende, althans zaakdoende te Putten, gedaagde, hierna te noemen:
schriftelijk procederend.
Procesverloop
Het verloop van de procedure blijkt uit:
* het dagvaardingsexploot d,d, 25 januari 2012;
* de conclusie van antwoord;
* de conclusie van repliek.
Beoordeling
1. De Stichting vordert dat de kantonrechter te Harderwijk bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
zal veroordelen tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van 22 augustus 2011, zoals overgelegd als productie 5, zulks binnen twee weken na betekening van dit vonnis, dit onder verbeurte van een dwangsom van € 500,– voor iedere dag dat hiermee in gebreke blijft;
11. . zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen de somma van € 100.000,– te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
zaaldrolnr. 473618 CV-EXPL 12-224 Grosse aan: mr. drs. M.H.D. Vergouwen
2
zal veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van
E 1785,– inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 .januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
2. De Stichting legt aan haar vorderingen het volgende ten grondslag.
De Stichting is in februari 2004 opgericht door organisaties van werkgevers en werknemers in de uitzendbranche, teneinde activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak. De Stichting dient ook toezicht te houden op de correcte naleving van de CAO.
Ten tijde van de onderzoeksperiode (januari 2009 tot en met januari 2011) waren er twee CAO’s voor uitzendkrachten van toepassing. De eerste CAO voor Uitzendkrachten liep van 29 maart 2004 tot 29 maart 2009. Deze CAO is gedurende de onderzoeksperiode tweemaal algemeen verbindend verklaard bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De CAO is ten eerste mate bij besluit van de Minister van 15 juni 2007 over de periode van 20 juni 2007 tot 31 maart 2008 algemeen verbindend verklaard, waarna deze bij besluit van 21 mei 2008 wederom algemeen verbindend verklaard werd over de periode van 25 mei 2008 tot 29 maart 2009. De huidige CAO voor Uitzendkrachten is afgesloten voor de periode 29 maart 2009 tot 29 maart 2014. Deze CAO voor Uitzendkrachten is laatstelijk bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard op Muil 2011. Het besluit geldt tot en met 31 maart 2012. De werkingssfeer van deze CAO wordt bepaald in artikel 2. Volgens de omschrijving in dit artikel valt het bedrijf van onder de werkingssfeer van deze CAO.
Naast de CAO voor Uitzendkrachten bestaat er ook een CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, die ook bij besluit van de Minister van Sociale zaken en Werkgelegenheid van 30 september 2008 algemeen verbindend is verklaard tot en met 30 maart 2009. Dit besluit is op 4 oktober 2008 in de plaats getreden van het besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 15 juni 2007. Bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 juni 2009 is de Sociaal Fonds CAO ten derden male algemeen verbindend verklaard over de periode 28 juni 2009 tot en met 27 maart 2011. Recentelijk is de CAO Sociaal Fonds bij besluit van 27 mei 2011 ten vierde mate algemeen verbindend verklaard over de periode 2 juni 2011 tot en met 28 maart 2014. Deze CAO Sociaal Fonds kent conform artikel 2 dezelfde uitgebreide werkingssfeer als de CAO voor Uitzendkrachten. Het bedrijf van « valt gezien haar activiteiten ook onder de werking van deze CAO.
De Stichting heeft haar toezichthoudende taken overgedragen aan de Commissie Naleving CAO, hierna te noemen: de Commissie, een en ander als omschreven in het daartoe opgemaakte reglement. Dat reglement verplicht werkgevers die onder de werking van genoemde CAO’s vallen aan de Commissie die informatie te verschaffen die ze redelijkerwijs voor de uitvoering van haar taak nodig acht.
Bij gebreke van het verstrekken van de gevraagde informatie of bij het verstrekken van foutieve informatie voorziet het reglement (uiteindelijk) in het opleggen van een forfaitaire schadevergoeding aan de Stichting.
drijft een onderneming die werknemers ter beschikking stelt aan derden om onder leiding en toezicht van deze derden arbeid te verrichten. Op de onderneming van zijn de voormelde CAO’s gezien de werkingssfeer zoals omschreven in artikel 2 van toepassing.
Blijkens een uittreksel uit de Kamer van Koophandel, welke als productie 4 wordt overgelegd, zijn bij de onderneming van . zes personen werkzaam.
Het onderzoek naar de onderneming loopt sinds 22 augustus 2011. Op deze datum is conform artikel 5 van het reglement namens de Stichting aan’ verzocht tot het schriftelijk aanleveren van afschriften van een selectie van de administratieve bescheiden over de periode januari 2009 tot en met januari 2011 zoals bedoeld in artikel 4, lid 2 van het reglement.
Aangezien niet heeft gereageerd op de brief van de Stichting van 22
augustus 2011 heeft de Stichting een aanmaning gestuurd op 7 september 2011. Nu ook de aanmaning van 7 september 2011 niet heeft geleid tot
enige reactie, is namens de Stichting op 27 september 2011 in gebreke
gesteld. – is hierbij gesommeerd over te gaan tot het verstrekken van de in in de eerdere brieven gevraagde informatie.
Ook op de brief van 27 september 2011 heeft de Stichting geen reactie vernomen, reden waarom de Stichting s: bij brief van 28 oktober 2011 nogmaals heeft gesommeerd, zulks onder gelijktijdige ingebrekestelling, binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief over te gaan tot overlegging van de gevraagde
bescheiden. Indien door , niet alsnog binnen 14 dagen werd overgegaan tot overlegging heeft de Stichting aangekondigd over te zullen gaan tot het vorderen van de forfaitaire schadevergoeding conform artikel 6 van het reglement. Deze forfaitaire schadevergoeding kan conform vast beleid worden vastgesteld op een bedrag ad maximaal € 100.000.
Bij aangetekende brief van 27 december 2011 heeft de raadsman van de Stichting
voor een laatste maal gesommeerd en (nogmaals) in gebreke gesteld om de verzochte gegevens aan te leveren en de reeds verbeurde schadevergoeding ad € 100,000, te vermeerderen met de buitengerechtelijke incassokosten ad een C 1785,– te vergoeden, zulks binnen een termijn van 14 dagen na dagtekening van deze brief.
Ook naar aanleiding van de brief van de raadsman van de Stichting van
27 december 2011 is geen reactie gekomen, reden waarom aangenomen moet worden dat _ wenst te volharden in het niet naleven van de toepasselijke CAO’s.
Vanaf de dag van de dagvaarding wordt aanspraak gemaakt op de wettelijke rente over de verschuldigde schadevergoeding.
De Stichting maakt verder aanspraak op buitengerechtelijke kosten ad € 1.785,–.
- 3. Nadat de Stichting bij repliek het door bij antwoord gevoerde verweer
had weerlegd, heeft , hoewel daartoe behoorlijk in de gelegenheid gesteld, niet meer gereageerd,
- 4. Nu de conclusie van repliek een genoegzame weerlegging van het door gevoerde verweer inhoudt, behoren de stellingen van de Stichting in rechte als vaststaand te worden aangenomen.
De op deze vaststaande feiten gebaseerde vorderingen van de Stichting zijn op de wet gegrond en dienen derhalve te worden toegewezen.
- 5. behoort tevens als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de proceskosten.
zaak/rolnr. 473618 CV-EXPL 12-224 Grosse aan: mr. drs. M.H.D. Vergouwen
4
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en
de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot overlegging van de stukken zoals gespecificeerd in de brief van de Stichting van 22 augustus 2011, zoals overgelegd als productie 5, zulks binnen twee weken na betekening van dit vonnis, dit onder verbeurte van een dwangsom van C 500,– voor iedere dag dat hiermee in gebreke blijft;
veroordeelt . om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen de somma van € 100.000,– als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van C 1785,– inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 25 januari 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt in de kosten van de procedure tot deze uitspraak aan de zijde van de Stichting begroot op:
C 78,67 voor explootkosten,
e 873,– voor griffierecht,
e 1.400,– voor salaris gemachtigde.
|
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.