SNCU ↔ Yves
vonnis
RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector kanton
Locatie ‘s-Gravenhage
Y.F.R.
Rollin: 792140 / 09-23701 8 december 2009
Vonnis in de zaak van:
de stichting Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten, statutair gevestigd te Haarlemmermeer,
eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie, gemachtigde: mr. drs. Vergouwen,
tegen
h.o.d.n. Uitzendbureau Yves,
gevestigd te ‘s-Gravenhage,
gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie, procederend in persoon.
Partijen worden aangeduid als “SNCU” en “‘
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
de dagvaarding van 26 september 2008;
de conclusie van antwoord tevens eis in reconventie;
stukken ten behoeve van de comparitie van partijen, ingezonden door de SNCU en ingekomen ter griffie op 13 februari 2009;
de aantekeningen van de comparitie van partijen d.d. 16 februari 2009;
de conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie tevens wijziging van eis.
Op de rolzitting van 13 oktober 2009 is aan een termijn verleend tot de rolzitting van 10 november 2009 voor het (mondeling of schriftelijk) nemen van een conclusie van dupliek in conventie en conclusie van repliek in reconventie. Dit is op de zitting aan
meegedeeld, dan wel haar nadien bij brief van de griffier meegedeeld.
is op de daarvoor aangewezen zitting echter niet verschenen en heeft evenmin op andere wijze gereageerd. Op grond daarvan is de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.
Feiten in conventie en in reconventie
1.1. Het bedrijf van valt onder de werkingssfeer van de CAO voor de
Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche.
Rolnr. 792140 / 09-23701
2
1.2. De SNCU is in het leven geroepen om activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in de uitzendbranche. 1-laar belangrijkste taken bestaan uit het geven van voorlichting en informatie, alsmede het toezien op een correcte naleving van de CAO.
1.3. Conform artikel 7 lid 4 van de statuten van SNCU heeft zij een deel van haar bevoegdheden overgedragen aan een bij reglement ingestelde Commissie Naleving CAO voor Uitzendkrachten (hierna: CNCU). De CNCU is belast met de controle op de naleving van beide bovenvermelde CAO’s. Werkgevers die onder de werkingssfeer vallen van de CAO’s zijn verplicht in redelijkheid de inlichtingen te verschaffen die de CNCU voor een goede uitvoering van diens taken noodzakelijk acht
Vordering, grondslag en verweer
In conventie
2.1 SNCU vordert, na wijziging van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
– veroordeling van tot nalevinn,47, van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot het compenseren van de betrokken werknemers in de controleperiode van 19 mei 2008 tot en met 25 januari 2009 in de vastgestelde materiële benadeling ad C 18.344,–, zulks vast te stellen aan de hand van aan de SNCU over te leggen nabetalingsbewijzen, het één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,– van iedere dag dat
daarmee na betekening van het vonnis in gebreke blijft en zal blijven;
– veroordeling van om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen C 5.000,– als forfaitaire schadevergoeding, met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening; veroordeling van tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van
1.785,– inclusief BTW, met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
veroordeling van in de kosten van deze procedure.
2.2. SNCU legt aan deze vordering ten grondslag dat diens verplichtingen die
voortvloeien uit de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche niet is nagekomen. Immers blijkt dat de werknemers van
zijn
benadeeld voor een bedrag van e 18.344,–, welk bedrag aan de werknemers moet worden gecompenseerd. Voorts heeft de SNCU niet de benodigde informatie
verschaft waartoe zij conform voormelde CAO’s was gehouden. Om die reden dient
een forfaitaire schadevergoeding aan SNCU te voldoen. Gelet op het feit dat
na de dagvaarding haar medewerking heeft verleend, heeft SNCU de forfaitaire schadevergoeding beperkt tot het minimum van C 5.000,–.
2.3. heeft de vordering gemotiveerd bestreden. Zij heeft daartoe aangevoerd dat zij
nimmer werkzaamheden heeft verricht middels haar uitzendbureau. heeft
nimmer een succesvolle werving van personeel voor of binnen haar uitzendbureau gerealiseerd. Voorts betwist zij de vordering, nu SNCU haar nimmer, ondanks verzoeken daartoe, een specifieke opgave heeft gedaan van de bescheiden die zij
diende over te leggen. is altijd bereid geweest haar medewerking te verlenen.
Rolnr. 792140 / 09-23701
3
heeft tot slot de gevorderde buitengerechtelijke kosten, de wettelijke rente en de proceskosten betwist.
2.4. SNCU heeft bij conclusie van repliek in conventie het verweer van
gemotiveerd weersproken en daartoe gesteld dat Sarikaya wel uitzendwerkzaainheden heeft verricht en voorts dat Sarikaya pas op een laat moment op de brieven van SNCU heeft gereageerd. SNCU heeft vervolgens op de reactie van gereageerd,
waarna SNCU niets meer van Sarikaya heeft vernomen.
In reconventie
2.5. En reconventie heeft gevorderd om SNCU te veroordelen om de registratie van
door de SNCU zoals deze registratie zal blijken uit het bericht dat de SNCU zal doen uitgaan op haar website, binnen drie dagen na de uitspraak door te halen op verbeurte van een dwangsom van e 500,– voor iedere dag dat zij dit nalaat, met veroordeling van SNCU tot toekenning aan van nadeelcompensatie ter hoogte
van een door de kantonrechter nader te bepalen bedrag.
2.6. legt aan deze vordering ten grondslag dat SNCU ongevraagde publiciteit
genereert en dat door de onterechte aantijgingen en stemmingmakerij imagoschade heeft geleden en emotionele problemen heeft gekregen.
2.7. SNCU heeft tegen deze vordering gemotiveerd verweer gevoerd. Beoordeling
In conventie
3.1. SNCU beeft bij conclusie van repliek in conventie tevens conclusie van antwoord in reconventie tevens wijziging van eis het door bij antwoord gevoerde verweer
deugdelijk gemotiveerd weersproken en de juistheid van haar stellingen voorshands
voldoende aannemelijk gemaakt. Het had derhalve op de weg van gelegen om
inhoudelijk op de repliek van SNCU te reageren. Hoewel daartoe naar
behoren in de gelegenheid gesteld is, heeft zij dat nagelaten. Nu haar verweer,
tegenover de gemotiveerde weerlegging daarvan door SNCU, niet nader heeft gestaafd,
is de kantonrechter van oordeel dat haar verweer onvoldoende onderbouwd heeft. Dit leidt ertoe dat het verweer zal worden verworpen en dat de vordering van SNCU zal worden toegewezen zoals hierna wordt vermeld.
3.2. De kantonrechter ziet aanleiding om de gevorderde dwangsom toe te wijzen met een maximum van C 5.000,–.
3.3. Gelet op de wijziging van eis zal de kantonrechter de buitengerechtelijke incassokosten toewijzen tot het redelijk te achten bedrag ad e 714,– zulks overeenkomstig de staffel kantonrechters.
In reconventie
Rollin 792140/ 09-23701
4
reconventie nader te staven. Dit heeft zij nagelaten. Dit brengt met zich dat ervan moet worden uitgegaan dat deze vordering, gelet op de gemotiveerde betwisting
door SNCU, niet langer handhaaft. Deze vordering zal derhalve worden afgewezen.
In conventie en in reconventie
3.5. Als in het ongelijk gestelde partij dient te worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van SNCU.
Beslissing
De kantonrechter: In conventie
veroordeelt . tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche en meer precies tot het compenseren van de betrokken werknemers in de controleperiode van 19 mei 2008 tot en met 25 januari 2009 in de vastgestelde materiële benadeling ad E 18.344,–, zulks vast te stellen aan de hand van aan de SNCU over te leggen nabetalingsbewijzen, het één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van E 100,– van iedere dag dat daarmee na betekening van het vonnis in gebreke blijft en zal blijven, met een maximum van €5.000,–;
veroordeelt om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SNCU te voldoen e 5.000,– als forfaitaire schadevergoeding, met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt _ tot betaling van de buitengerechtelijke kosten van E 714,–
inclusief BTW, met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van algehele voldoening;
wijst af het meer of anders gevorderde. In reconventie
wijst de vordering af.
In conventie en in reconventie
veroordeelt in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van SNCU vastgesteld op € 879,80 waaronder e 600,– als het aan de gemachtigde van SNCU toekomende salaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door kantonrechter mr. R.J. ter Kt i–1 en litgespr ken ter openbare terechtzitting van 8 december 2009.
7)1C-el e,” r