SFT ↔ XXX
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaakgegevens 3414932/ CV EXPL 14-16424 \ 693\415
uitspraak van 4 februari 2015
vonnis
in de zaak van
de stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg
eisende partij
gemachtigde mr. M.W.M. Heijlaerts
tegen
XXX, voorheen h.o.d.n. Taxi de Witteweg
wonende te
gedaagde partij
gemachtigde mr. P. de Groot
Partijen worden hierna SFT en XXX genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
– het tussenvonnis van 15 oktober 2014 en de daarin genoemde processtukken
– het e-mailbericht van 30 december 2014 van de gemachtigde van XXX met producties, te weten aangifte loonheffingen, salarisspecificaties XXX en XXX, overzicht nota’s pensioenfonds vervoer, stuk verlof- en arbeidstijdadministratie en verklaring XXX
– de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen van 8 januari 2015, mede inhoudende vermindering van eis en overlegging van zittingsaantekeningen van de gemachtigde van SFT.
2. De feiten
2.1. XXX exploiteert in de periode 15 februari 2007 tot en met 1 mei 2012 het taxibedrijf Taxi de Witteweg.
2.2. De cao’s Taxivervoer en Stichting Sociaal Fonds Taxi zijn door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaard. In de cao’s staat onder meer het volgende. (…)
Cao Taxivervoer 2012/2013
1.1 Werkingssfeer van deze CAO
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op ondernemingen, op werkgevers
en
werknemers van elke in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie
- die tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, krachtens een vergunning op grond van de Wet Personenvervoer 2000 (in werking sinds 1 januari 2001, wet van 6 juli 2000, Stb. 2000, 314);
- en/of die tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ook van toepassing op ondernemingen, op werkgevers en werknemers van elke in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie die arbeidskrachten ter beschikking stelt om - tegen betaling vervoer van personen te verrichten, met een personenauto, krachtens een vergunning op grond van de Wet Personenvervoer 2000 (in werking sinds 1 januari 2001, wet van 6 juli 2000, Stb. 2000, 314);
- en/of tegen betaling vervoer van personen te verrichten, met een personenauto, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen,
CAO Taxi Sociaal Fonds
Artikel 1 Werkingssfeer
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op ondernemingen, op werkgevers en werknemers van elke in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie
- die tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, krachtens een vergunning op grond van de Wet Personenvervoer 2000 (in werking sinds 7 januari 2007 wet van 6 juli 2000 Stb 2000 314);
- en/of die tegen betaling vervoer van personen verricht, met een personenauto, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is ook van toepassing op ondernemingen, op werkgevers en werknemers van elke in Nederland gevestigde arbeidsorganisatie die arbeidskrachten ter beschikking stelt om
- tegen betaling vervoer van personen te verrichten, met een personenauto, krachtens een vergunning op grond van de Wet Personenvervoer 2000 in werking sinds 1 januari 2001, wet van 6 juli 2000, Stb. 2000, 314);
- en/of tegen betaling vervoer van personen te verrichten, met een personenauto, over de weg of over andere dan voor het openbaar verkeer openstaande wegen.
(…)
Artikel 2 Doel
De Stichting heeft ten doel het financieren, subsidiëren en uitvoeren van activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak vervoer van personen met personenauto’s.
Artikel 3 Verwezenlijking van het doel
1. De Stichting tracht haar doel te bereiken door de op basis van artikel 3, lid 1 van de CAO in rekening te brengen bijdragen te innen bij ondernemingen in de bedrijfstak Taxi (hierna: de bedrijfstak) en deze met andere baten van de stichting aan te wenden ter uitvoering, financiering, dan wel subsidiëring van:
a. de kosten ter zake van:
1. het in stand houden van het fonds;
2. het bijeenkomen van sociale partners van de bedrijfstak waarin dispensatieverzoeken en vragen over de inhoud van de CAO Taxivervoer worden besproken en beantwoord;
3. gezamenlijke voorlichting ter zake van arbeidsvoorwaarden, te weten:
– het nemen van maatregelen ter bevordering van de kennis van de arbeidsvoorwaarden onder de gebruikers van de arbeidsvoorwaarden;
– het telefonisch en schriftelijk informatie verstrekken over de inhoud van de CAO Taxivervoer aan de hele bedrijfstak;
– het verzorgen van algemene publiciteit aangaande de arbeidsvoorwaarden in de bedrijfstak;
4. het beantwoorden van vragen inzake de interpretatie van de CAO Taxivervoer;
5. het (doen) verrichten en publiceren van onderzoek naar de gevolgen van bij het CAO-overleg gemaakte afspraken, met het doel de belangen te dienen van alle werkgevers en werknemers in de bedrijfstak;
6. het ontwikkelen en beheren van een functiewaarderingssysteem en het (doen) verrichten van onderzoek en publicatie op het gebied van functiewaardering.
b. de werkzaamheden met betrekking tot de CAO Taxivervoer, Het betreft de volgende activiteiten:
I. het houden van toezicht op de naleving van de kernbepalingen van de CAO Taxivervoer in samenhang met andere wettelijke bepalingen en in samenwerking met de daarvoor geëigende instanties;
2. het geven van voorlichting over de kernbepalingen van de CAO Taxivervoer, gericht op toezicht en naleving;
3. het verzamelen van feitelijke gegevens over de lonen op bedrijfstakniveau;
4. het geven van advies aan de Arbeidsinspectie afdeling Collectieve Arbeidsvoorwaarden van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid met betrekking tot door werkgevers ingediende verzoeken aangaande tijdelijke arbeidstijdverkortingen;
5. het doen van onderzoek en publicatie, hetzij rechtstreeks, hetzij door middel van enquêtes, gericht op de naleving van de CAO Taxivervoer in individuele bedrijven, dan wel sector breed;
6. het optreden in en buiten rechte, zonodig ter verkrijging van maatregelen tegen hen die de bepalingen der CAO Taxivervoer niet getrouwelijk naleven.
De voorwaarden waaronder en werkwijze waarop de werkzaamheden respectievelijk activiteiten als bedoeld in dit artikel 3, lid 1,onder b, dienen te worden uitgevoerd is opgenomen in een reglement (Bijlage 1 behorende bij het reglement)
(…)
In Bijlage I, reglement (hierna: reglement SFT) met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde in artikel 3, lid 1, onder B, van de statuten (controlereglement), is onder meer het volgende bepaald.
(…)
Artikel 1
De Stichting, verder te noemen: SFT, heeft ex artikel 3, lid 1, onder b, van de statuten ten doel het houden van toezicht op de naleving van de CAO Taxivervoer, alsmede op de CAO Sociaal Fonds Taxi (hierna: SFT) één en ander in samenwerking met de daarvoor geëigende instanties. Voor wat betreft de CAO Taxivervoer is naleving alleen van toepassing op ongeorganiseerde werkgevers voor zover die cao algemeen verbindend is verklaard.
(…)
Artikel 4B
Op de werkgever rust de bewijslast met betrekking tot het aantonen, dat de CAO Taxivervoer en de CAO SFT wordt nageleefd. (…)
Artikel 5
Het aantonen de CAO getrouwelijk wordt nageleefd, moet blijken uit de door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke administratie.
Bij aanvang van de controle moeten onderstaande stukken volledig en sluitend klaarliggen:
a. de dagelijkse door de werknemer vervulde arbeidstijd, waaruit afgeleid kan worden de tijdstippen waarop de dienst aanvangt, respectievelijke eindigt, alsmede de daarin voorkomende onderbrekingen, waarop men niet ten dienste staat van de werkgever;
b. de aard van de verrichte werkzaamheden;
c. de tijd gedurende welke de werknemer afwezig is wegens verlof compensatie van feestdagen of arbeidsongeschiktheid;
d. de arbeidstijdadministratie dient ten grondslag te liggen aan de vaststelling van de te betalen lonen voor rijdend en niet-rijdend personeel, de overuren, het werken op te betalen vervangende vrije dagen en het vaststellen van vakantierechten, alsmede de daaraan verbonden toeslagen en vergoedingen;
e. de werkgever is verplicht per betalingsperiode van één kalenderweek, vier weken, maand — of bijzondere in de CAO nader bepaalde uitzonderingen ook per kwartaal — aan de werknemer een loonspecificatie te verstrekken;
f de loonspecificatie moet in ieder geval alle elementen van het te betalen loon, vakantietoeslag, overige toeslagen en vergoedingen afzonderlijk weergeven, alsmede alle voorgeschreven inhoudingen van belastingen, premieheffingen, sociale verzekering, pensioenfonds en prepensioenfonds vermelden. Daarnaast dient de loonspecificatie in voorkomende gevallen te bevatten een opgave van de in de CAO Taxivervoer voorgeschreven aanvullingen op het loon bij arbeidsongeschiktheid in de zin van de ziektewet;
g. de werkgever is verplicht een vakantiedagenregistratie te voeren, waaruit blijkt het aantal aan de werknemer toegekende vakantiedagen, de door de werknemer opgenomen, dan wel aan de werknemer uitbetaalde vakantiedagen. Het opnemen dan wel uitbetalen van de vakantiedagen dient door de werknemer voor akkoord bevonden te worden, hetgeen moet blijken uit paraferingen van de betreffende werknemer op de door voor hem geldende vakantieregistratiekaart. De vakantiedagen die het eerste vervallen of verjaren worden als eerste opgenomen,
h. de werkgever is verplicht gedateerde en door de betreffende werknemer en de werkgever ondertekende arbeidsovereenkomst te overleggen.
i. de werkgever is verplicht om de goedgekeurde jaarstukken over het laatste kalenderjaar dan wel de laatst goedgekeurde jaarstukken te overleggen.
j. de werkgever is verplicht de (voorschot)nota’s van SFT, het prepensioen- en pensioenfonds te overleggen alsmede de laatste jaaropgave aan het UWV en de belastingdienst. Indien bovengenoemde stukken niet volledig of niet aansluitend klaar liggen, kan de controle worden verdaagd en zullen er voor het vervolg van het onderzoek kosten in rekening worden gebracht. Jaarlijks stelt het bestuur van SFT de hoogte van de door te berekenen kosten vast indien en voor zover daarin niet is voorzien in de CAO SFT. (…)
Artikel 9
(…)
2. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens SFT gedurende ten minste 14 dagen nalatig blijft de vanwege SFT verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan SFT een forfaitaire schadevergoeding te betalen. SFT kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. (…)
artikel 9B
De forfaitaire schadevergoeding (S) genoemd in artikel 9, lid 2, wordt als volgt berekend: S= Ax Wx€1 waarin
A— de laatste voor de betrokken werkgever vastgestelde jaarlijkse premieafdracht SFT (werkgevers en werknemersdeel), of bij gebreke daarvan de verschuldigde jaarlijkse premieafdracht overeenkomstig artikel 3 CAO SFT, of bij gebreke daarvan een door SFT forfaitair vast te stellen bedrag, gebaseerd op een schatting van de laatstelijk voor de betrokken werkgever vooronderstelde premieafdracht SFT-fonds, met dien verstande dat A ten minste € 125 zal bedragen.
W=is het aantal weken dat de werkgever in gebreke blijft.(…)
2.3. SFT stuurt een drietal brieven naar XXX, te weten op 17 januari 2011, 7 en 23 februari 2011, om hem ten behoeve van een schriftelijk onderzoek naar de naleving van de cao’s stukken te laten aanleveren.
2.4. Op 28 februari 2011 stuurt SFT een ingebrekestelling met de aanzegging van de forfaitaire schadevergoeding naar XXX met daarin onder meer het volgende.
(…)
U wordt verzocht en zonodig gesommeerd onder gelijktijdige ingebrekestelling om de gevraagde stukken binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief alsnog aan te leveren. Dit op straffe van het verbeuren van een forfaitaire schadevergoeding in overeenstemming met artikel 9 Reglement SFT(…)
2.5. Op 30 maart 2012 stuurt de gemachtigde van SFT een brief naar XXX met het verzoek ontbrekende stukken, waaronder loonspecificaties, ziekteverzuimregistratie 2010, urenlijsten en rittenstaten en verlofregistratie, over te leggen.
2.6. Op 31 juli 2012 levert XXX stukken aan waarop de gemachtigde van SFT op 7 februari 2013 inhoudelijk reageert. In de brief wordt XXX verzocht om aanvullende stukken over te leggen, waaronder onder meer diploma’s en taxipassen, ziekteregistratie, urenlijsten en rittenstaten en verlofregistratie.
3. De vordering en het verweer
3.1. SFT heeft, na bij de comparitie van partijen haar vordering te hebben verminderd, de veroordeling van XXX gevorderd tot betaling van € 14.212,50 (€ 11.187,50 aan forfaitaire schadevergoeding en € 3.025,00 aan buitengerechtelijke kosten) te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 september 2014 tot aan de dag der algehele voldoening en met de veroordeling van XXX in de proceskosten.
3.2. SFT heeft aan haar verminderde vordering ten grondslag dat zij, gelet op de cao’s Taxivervoer en Taxi Sociaal Fonds, toezicht houdt op de naleving van de cao’s. XXX heeft, ondanks een ingebrekestelling en diverse sommaties, nagelaten om — ten behoeve van een schriftelijk onderzoek naleving cao’s en conform het reglement SFT — stukken aan te leveren. SFT heeft de vordering uit handen moeten geven en maakt daarom aanspraak op de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente. XXX heeft volgens SFT pas in het kader van deze procedure een aantal van de stukken overgelegd. In artikel 9 lid 2 van het reglement SFT is bepaald dat door het enkele feit dat de werkgever nalatig blijft met het aanleveren van de verzochte gegevens een forfaitaire schadevergoeding wordt verbeurd. SFT heeft, gelet op artikel 9 lid 2 reglement SFT en het beperkte bedrag van de looncorrectie en het feit dat de bedrijfsactiviteiten zijn beëindigd, de forfaitaire schadevergoeding beperkt. Volgens SFT is, gelet op de lange duur van het verzuim en het nalaten om alle gegevens aan te leveren, een verdere matiging niet aan de orde.
3.3. XXX heeft de vordering gemotiveerd betwist en als verweer aangevoerd, kort en zakelijk weergegeven en zover hier van belang, dat hij de stukken niet zomaar kan reproduceren. In mei 2012 is hij met de bedrijfsvoering van zijn onderneming gestaakt. Hij had enkel twee parttimers in dienst, waaronder zijn broer. Het kost veel geld en tijd om alsnog de gegevens aan te leveren. Volgens XXX heeft hij de gegevens inmiddels aangeleverd en is de vordering van SFT derhalve buitenproportioneel. Hij heeft op dit moment een schuld van € 150.000,00 en heeft schuldhulpverlening aangevraagd.
4. De beoordeling
4.1. Nu tussen partijen niet in geschil is dat XXX onder de werkingssfeer van de cao’s (rov. 2.1) valt, gaat de kantonrechter van die cao’s uit. Voorts is tussen partijen niet in geschil dat hij in het kader van de cao’s en het reglement SFT de verplichting heeft om mee te werken aan een schriftelijk onderzoek naar de naleving van de cao’s. Evenmin is tussen partijen in geschil dat SFT diverse malen bij XXX om gegevens heeft verzocht (rovv. 2.3 tot en met 2.6) en dat XXX bij e-mailbericht van 30 december 2014 diverse stukken heeft overgelegd. Het geschil tussen partijen spitst zich toe of XXX de forfaitaire schadevergoeding verschuldigd is.
4.2. De kantonrechter is van oordeel dat, in tegenstelling tot wat XXX heeft aangevoerd, vast staat dat XXX niet heeft voldaan aan zijn verplichting om conform het reglement SFT (tijdig) gegevens aan te leveren. In artikel 9 reglement SFT (rov. 2.2) is de werkgever — in casu XXX — een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd, indien de werkgever na ingebrekestelling door SFT ten minste 14 dagen nalatig blijft de door SFT verzochte gegevens met betrekking waarop de werkgever de cao’s naleeft te verstrekken. Het enkele ontbreken van (juist en volledig) verstrekken van de gegevens is daarvoor voldoende. Nu vast staat dat XXX de gegevens te laat en niet volledig heeft ingediend is hij (in beginsel) de forfaitaire schadevergoeding verschuldigd.
4.3. SFT heeft, gelet op artikel 9 lid 2 reglement SFT, de bevoegdheid om al dan niet af te zien van inning van de boete of de hoogte daarvan te matigen. Zij heeft in deze procedure aanleiding gezien om, gelet op het beperkte bedrag van de looncorrectie en de lange duur van het verzuim, de forfaitaire schadevergoeding te matigen tot € 11.187,50. Het is, gelet op hetgeen hiervoor reeds is overwogen en beslist, aan SFT om gedeeltelijk af te zien van invordering. De kantonrechter is van oordeel dat, nu SFT onder meer de correctie van de loonsom en de duur van de niet-naleving heeft meegewogen en zij een discretionaire bevoegdheid heeft om de forfaitaire schadevergoeding vast te stellen, de verminderde vordering (€ 11.187,50) moet worden toegewezen. Nu XXX geen separaat verweer heeft gevoerd tegen de wettelijke rente wijst de kantonrechter dit deel ook toe, met dien verstande dat de wettelijke rente over de buitengerechtelijke kosten wordt afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat deze kosten al zijn betaald.
4.4. Voor wat betreft de buitengerechtelijke kosten overweegt de kantonrechter als volgt.
De kantonrechter acht het voldoende aannemelijk gemaakt dat SFT buitengerechtelijke werkzaamheden heeft verricht dan wel heeft laten verrichten en dat hiervoor kosten zijn gemaakt. Op basis van de hoogte van de verminderde vordering en gelet op de gebruikelijke en redelijke tarieven wijst de kantonrechter een bedrag van € 1.073,12 (inclusief btw) toe.
4.5. XXX wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen. De proceskosten worden, nu XXX pas in deze procedure stukken heeft overgelegd, begroot zoals hierna bepaald.
4.6. Nu SFT haar vordering heeft beperkt, behoeft het verweer van XXX — dat voor familie geen loonadministratie hoeft te worden bijgehouden — geen nadere bespreking meer.
5. De beslissing
De kantonrechter
5.1. veroordeelt XXX om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan SFT te betalen een bedrag van € 12.260,62 (€ 11.187,50 aan forfaitaire schadevergoeding en € 1.073,12 aan buitengerechtelijke kosten) en te vermeerderen met de wettelijke rente over € 11.187,50 vanaf 2 september 2014 tot aan de dag van volledige voldoening;
5.2. veroordeelt XXX in de proceskosten tot deze uitspraak aan de zijde van SFT begroot op € 104,80 aan dagvaardingskosten, € 923,00 aan griffierecht en € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.3. verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.J. Weerkamp-Beens en in het openbaar uitgesproken op 4 februari 2015.