SNCU ↔ Green-Power Personeelsdiensten B.V.
RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Burgerlijk recht
Zaaknummer: 2427189 1 CV EXPL 13-10414
Verstekvonnis van de kantonrechter d.d. 9 april 2014 in de zaak van:
de stichting Stichting Naleving CAO voor uitzendkrachten,
gevestigd te Barendrecht,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen,
tegen:
de besloten vennootschap Green-Power Personeelsdiensten B.V.,
statutair gevestigd te Venlo,
thans gevestigd te Kamp-Lintfort aan het adres,
gedaagde partij,
niet verschenen,
niet geantwoord.
1. Het verloop van de procedure
1.1. Eisende partij heeft op gronden als omschreven in de dagvaarding gevorderd, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad. veroordeling van gedaagde partij tot betaling aan eisende partij van de bedragen en rente als in de dagvaarding vermeld, kosten rechtens.
1.2. Gedaagde partij heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om uiterlijk op de zitting (als in de dagvaarding vermeld) te antwoorden en heeft ook niet om uitstel verzocht.
1.3. Op 6 november 2013 heeft de kantonrechter een vonnis gewezen en daarbij eisende partij bevolen om gedaagde partij een nieuwe roldatum aan te zeggen en daarbij de termijnen in acht te nemen.
1.4. Bij akte heeft eisende partij voldaan aan het bij vonnis bevolene.
2. Het oordeel van de kantonrechter
2.1. De onweersproken vordering van eisende partij komt de kantonrechter niet onrechtmatig en/of ongegrond voor zodat deze bij verstek kan worden toegewezen.
3. De beslissing
3.1. Veroordeelt gedaagde partij tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche, indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, door het inplannen van een controle ter plaatse, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat zij daarmee vanaf 2 weken na betekening van dit vonnis in gebreke is.
3.2. Veroordeelt gedaagde partij om aan eisende partij tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 102.147,75, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 8 augustus 2013 tot aan de dag der algehele voldoening.
3.3. Veroordeelt gedaagde partij voorts in de kosten van de procedure aan de zijde van eisende partij gevallen en aan die zijde tot op heden begroot op een bedrag van € 1.698,82, waarin begrepen een bedrag van € 700,00 als salaris voor de gemachtigde van eisende partij.
3.4. Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.M.P. Brouns, kantonrechter, en ter openbare civiele terechtzitting op 9 april 2014 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.