SNCU ↔ Inter Star Nederland B.V.
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 28873381 CV EXPL 14-12495
uitspraak: 11 april 2014
vonnis van de kantonrechter, zittinghoudende te Rotterdam
in de zaak van
de stichting
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten,
woonplaats: Barendrecht,
eiseres bij exploot van dagvaarding van 10 maart 2014,
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Inter Star Nederland B.V.,
woonplaats: Rotterdam,
gedaagde,
die niet heeft gereageerd.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres heeft gevorderd bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. gedaagde te veroordelen tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat gedaagde daarmee vanaf twee weken na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijft;
II. gedaagde te veroordelen tot het verlenen van medewerking een controle ter plaatse, door contact op te nemen met Providius teneinde een afspraak te plannen, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat gedaagde daarmee twee weken na betekening van het te wijzen vonnis in gebreke blijft;
III. gedaagde te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van € 100.000,00 (zegge: honderd duizend euro), als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. gedaagde te veroordelen in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 2.147,75 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
V. gedaagde te veroordelen tot het betalen van de kosten voor het niet tijdig afzeggen van de controle-afspraak met het onafhankelijke onderzoeksbureau Sex, zijnde een bedrag ad € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikeI 6:119 BW over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
VI. gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure.
Tegen gedaagde is verstek verleend.
2. De beoordeling van de vordering
De vordering komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en wordt dan ook toegewezen, een en ander voor zover hierna niet anders blijkt.
De gevorderde rente over de buitengerechtelijke kosten is niet toewijsbaar, nu niet is gesteld of gebleken dat de kosten voor dagvaarding dan wel voor de ingebrekestelling door eiseres zijn betaald aan de gemachtigde.
De gevorderde dwangsommen zullen worden gemaximeerd zoals hieronder vermeld.
3. De beslissing
De kantonrechter:
I. veroordeelt gedaagde tot naleving van de CAO voor de Uitzendkrachten en de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche indien en voor zover deze algemeen verbindend zijn verklaard, op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat gedaagde daarmee vanaf twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,00;
II. veroordeelt gedaagde tot het verlenen van medewerking een controle ter plaatse, door contact op te nemen met Providius teneinde een afspraak te plannen, zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,00 voor iedere dag dat gedaagde daarmee twee weken na betekening van dit vonnis in gebreke blijft, tot een maximum van € 50.000,00;
III. veroordeelt gedaagde om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van € 100.000,00 (zegge: honderd duizend euro), als schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. veroordeelt gedaagde in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 2.147,75 inclusief BTW;
V. veroordeelt gedaagde tot het betalen van de kosten voor het niet tijdig afzeggen van de controle-afspraak met het onafhankelijke onderzoeksbureau Safex, zijnde een bedrag ad € 800,00, te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de dag van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van eiseres vastgesteld op € 1.027,80 aan verschotten en € 600,00 aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en uitgesproken ter openbare terechtzitting.