TBB ↔ xxx c.s.
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 313853 CV EXPL 13-587
uitspraak: 20 juni 2013
herstelvonnis van de kantonrechter, zittinghoudende te Dordrecht in de zaak van:
de stichting Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid, statutair gevestigd Hoofddorp,
eiseres
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen
tegen:
1. de vennootschap onder firma ,
gevestigd en kantoorhoudende te
aan de
2.
wonende te
aan de
3.
wonende te
aan de
4.
wonende te
aan de
gedaagden
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
– het vonnis van 23 mei 2013 en de daarin genoemde stukken;
– het verzoek van eiseres tot verbetering van het vonnis;
– de reactie daarop van de curator van gedaagden.
Omschrijving en beoordeling van het geschil
Eiseres stelt dat in het vonnis van 23 mei 2013 een kennelijke fout voorkomt, te weten dat kennelijk onbedoeld in het dictum is opgenomen het oorspronkelijk gevorderde bedrag van € 34.000,– terwijl in het vonnis is overwogen dat de vermeerderde vordering € 56.000,– voor toewijzing gereed ligt. Eiseres verzoekt rectificatie van het vonnis.
Gedaagden zijn in de gelegenheid gesteld hierop te reageren. De curator van de inmiddels gefailleerde gedaagden heeft bij brief van 13 juni 2013 medegedeeld dat hij zich tegen het verzoek niet verzet en dat eiseres is uitgenodigd haar vordering ter verificatie in te dienen.
Eiseres heeft bij repliek haar eis vermeerderd van € 36.000,– , naar € 56.000,–. Met betrekking tot die vordering is in het vonnis overwogen en beslist dat deze als niet betwist en op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar is. Niettemin vermeldt het dictum het oorspronkelijke bedrag van € 36.000,– en is dus verzuimd de gewijzigde eis op te nemen.
Dit verzuim is een fout die zich voor eenvoudig herstel leent. Deze kennelijke fout wordt hersteld door alsnog in het dictum het bedrag van € 56.000,– op te nemen.
Beslissing
De kantonrechter:
verbetert het tussen partijen gewezen vonnis van 23 mei 2013, in die zin dat in het dictum wordt vervangen de passage:
aan eiseres te voldoen de somma van € 34.000,-, als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
door
– aan eiseres te voldoen de somma van € 56.000,-, als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
handhaaft alle overige beslissingen;
gelast de griffier ingevolge artikel 31 lid 3 Rv op de minuut van het herstelde vonnis te vermelden dat dat bij vonnis van heden is verbeterd en een afschrift van de verbeterde minuut aan partijen te verstrekken.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukeina, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 20 juni 2013, in aanwezigheid van de griffier.
IN NAAM DES KONINGS
vonnis
RECHTBANK ROTTERDAM
zaaknummer: 313853 CV EXPL 13-587
uitspraak: 23 mei 2013
vonnis van de kantonrechter, zittinghoudende te Dordrecht in de zaak van:
de stichting Technisch Bureau voor de Bouwnijverheid, statutair gevestigd Hoofddorp,
eiseres
gemachtigde: mr. M.H.D. Vergouwen
tegen:
1. de vennootschap onder firma,
gevestigd en kantoorhoudende te
aan de
2.
wonende te
aan de
3.
wonende te
aan de
4.
wonende te
aan de
gedaagden
Verloop van de procedure
De kantonrechter wijst vonnis op de volgende processtukken:
1. de dagvaarding van 16 januari 2013;
2. de conclusie van antwoord;
3. de conclusie van repliek, tevens houdende vermeerdering van eis;
4. de overgelegde producties.
Omschrijving van het geschil
De feiten
Eiseres is (onder meer) belast met het toezicht op de naleving van de Cao’s voor de Bouwnijverheid.
Gedaagde sub 1 staat ingeschreven in het register van de Kamer van Koophandel onder KvK- nummer 24340397 met vermelding:
Rechtsvorm Vennootschap Onder Firma
procedure.
Aan haar vordering heeft eiseres — zakelijk weergegeven – de volgende stellingen ten grondslag gelegd:
– het bedrijf van gedaagden valt onder de werkingssfeer van de Cao voor de Bouwnijverheid; en de Cao Bedrijfstakeigen Regelingen voor de Bouwnijverheid; door de bij de cao’s betrokken partijen is een Commissie Naleving opgericht; krachtens het Reglement Naleving is de werkgever verplicht mee te werken aan een nalevingsonderzoek en indien dat onderzoek schriftelijk wordt gedaan de gegevens, die redelijkerwijs nodig zijn voor de controle en het toezicht op de naleving van de in de cao vastgelegde arbeidsvoorwaarden, binnen drie weken aan eiseres over te leggen;
eiseres heeft sinds 23 september 2011 onderzoek gedaan dan wel doen verrichten naar de naleving van de Cao bepalingen door gedaagden;
– in het kader van dat onderzoek heeft eiseres en of het door haar ingeschakelde onderzoeksbureau Cordares en de gemachtigde van eiseres aan gedaagde sub 1 meerdere brieven gestuurd met het verzoek om informatie en relevante bescheiden; eerst bij brief van 5 november 2012 zijn door de boekhouder van gedaagde sub 1 enkele bescheiden toegestuurd
– door eiseres zijn de volgende overtredingen van de Cao geconstateerd:
– in strijd met de Cao zijn geen schriftelijke arbeidsovereenkomsten overeengekomen;
– er wordt niet conform het minimum Cao-loon uitbetaald;
– er wordt geen correcte afrekening vakantiegeld op de loonstrook weergegeven;
– er wordt een te laag percentage levensloopregeling toegepast;
– er is door Cordares een voorlopige materiële schadelast ad € 361,55 geconstateerd; ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld is gedaagde sub 1 niet overgegaan tot het uitvoeren van de gevraagde correcties, het aanleveren van de ontbrekende stukken en het voldoen van de gevraagde betalingen op grond waarvan zij tot 25 maart 2013 een forfaitaire
vergoeding van (28 x € 2.000,-) € 56.000,- verschuldigd is geworden;
– de buitengerechtelijke kosten worden bepaald op € 1.324,95.
Het verweer
Gedaagden hebben als verweer aangevoerd dat eiseres een verkeerde partij heeft gedagvaard. Ter onderbouwing van hun standpunt hebben zij een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel d.d. 20 maart 2012 overgelegd met betrekking tot de besloten vennootschap B.V. (KvK nummer)
Beoordeling van het geschil
Gedaagden hebben aangevoerd dat eiseres de verkeerde partij heeft gedagvaard. Zij hebben ter onderbouwing van een uittreksel uit het register van de Kamer van koophandel overgelegd van de besloten vennootschap . B.V. te waarvan gedaagde sub 2,3 en 4 volgens dat uittreksel bestuurders zijn.
Eiseres heeft bij repliek hiertegen aangevoerd dat het onderzoek van Cordares zich heeft gericht op gedaagde sub I, in de correspondentie gedaagde sub 1 is aangeschreven en de boekhouder uiteindelijk (onvoldoende) stukken van gedaagde sub 1 heeft toegestuurd. De door gedaagde gestelde onderneming komt in het geheel niet voor in het onderzoek van Cordares noch in de correspondentie. Gedaagde sub 1 is terecht gedagvaard evenals haar vennoten.
Gelet op hetgeen eiseres bij repliek heeft aangevoerd lag het op de weg van gedaagden zich niet te beperken tot het overleggen van een uittreksel uit het register van de kamer van Koophandel, zonder overigens enige verdere toelichting, maar inhoudelijk te reageren en hun standpunt te onderbouwen. Gedaagden hebben echter, hoewel daartoe in de gelegenheid gesteld, geen conclusie van dupliek genomen. Het moet er daarom voor gehouden worden dat gedaagden te recht zijn gedagvaard.
De door eiseres gevorderde bescheiden kunnen worden begrepen onder de gegevens die gedaagde sub 1 ingevolge het Reglement Naleving desgevraagd dient te overleggen. De vordering is in zoverre toewijsbaar.
Ook overigens is de vordering als niet betwist en op de wet gegrond voor toewijzing vatbaar, met dien verstande dat voor zoveel eiseres naleving van de cao vordert, dit reeds een wettelijke verplichting betreft en dit deel van de vordering bij gebrek aan belang zal worden afgewezen..
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagden, hoofdelijk, zo dat de een betalende de ander(en) in zoverre is/zijn bevrijd:
tot het uitvoeren van de gevraagde correcties en het toezenden van de bewijsstukken (salarisstroken en betaalbewijzen) daarvan alsmede het toezenden van de tot op heden niet toegezonden stukken zoals gespecificeerd in de brief d.d. 16 oktober 2012 van de raadsman van eiseres, zulks binnen twee weken na betekening van dit vonnis, onder verbeurte van € 5.000,- voor iedere dag dat gedaagde hiermee in gebreke blijft; dit betreft de navolgende correcties:
– het overleggen van bewijs dat de nieuw afgesloten arbeidsovereenkomsten wel conform artikel 1 Cao schriftelijk worden overeengekomen;
– het nabetalen van de werknemers ter zake te weinig uitbetaald loon, vakantiegeld als levensloopregeling;
aan eiseres te voldoen de somma van € 34.000,-, als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding de dag der algehele voldoening;
aan eiseres te voldoen de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.324,95 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van eiseres bepaald op:
aan explootkosten € 92,82
aan griffierecht € 896,00
aan salaris gemachtigde € 800,00
totale kosten € 1.788,82
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
Wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.R. Roukema, kantonrechter, en uitgesproken ter openbgre terechtzitting van 23 mei 2013, in aanwezigheid van de griffier.