SFT ↔ TCG V.O.F.
RECHTBANK GRONINGEN
Sector kanton
Locatie Groningen
zaak\rolnummer: 464247 \ VV EX PL 10-77 Vonnis d.d. 19 juli 2010
inzake
de stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi,
gevestigd te Culemborg,
eiseres, hierna SFT te noemen,
gemachtigde mr. M.W.M. Heijlaerts, advocaat te Amsterdam (Sophialaan 33, 1075 BL),
tegen
- 1. De vennootschap onder firma TCG V.O.F.., statutair gevestigd te Delfzijl,
- 2. . vennoot van gedaagde sub 1, wonende te ,
- 3. , vennoot van gedaagde sub 1, wonende te ,
- 4. , vennoot van gedaagde sub 1, wonende te
- 5. , vennoot van gedaagde sub 1, ,
- 6. , vennoot van gedaagde sub 1,
wonende te ,
- 7. , vennoot van gedaagde sub 1, wonende te ,
- 8. mede-)vennoot van gedaagde sub 1,
, gedaagden,
procederend in de persoon van (correspondentieadres ).
PROCESGANG
Bij dagvaarding heeft SFT een vordering ingesteld als daarin nader omschreven.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 15 juli 2010. Verschenen zijn de gemachtigde van SFT, . Van het verhandelde heeft de griffier aantekeningen gemaakt.
De uitspraak is bepaald op heden.
OVERWEGINGEN
- 1. Ter zitting heelt J.H.A. Bouma toegezegd dat hij uiterlijk op woensdag 28 juli 2010 de door SFT in de onderhavige procedure gevorderde stukken aan SFT zal overleggen.
- 2. De gemachtigde van SFT heeft de kantonrechter verzocht deze toezegging in een vonnis vast te leggen en de gevorderde dwangsom in te laten gaan per 29 juli 2010.
- 3. Omdat gedaagden de vordering voor het overige niet hebben bestreden zal deze worden toegewezen, niet uitzondering van de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten omdat deze naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende zijn onderbouwd. Voorts zal de gevorderde dwangsom worden gemaximeerd als in het dictum vermeld.
- 4. Gedaagden zullen, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van dit geding.
BESLISSING IN KORT GEDING De kantonrechter:
veroordeelt gedaagden hoofdelijk om uiterlijk woensdag 28 juli 2010 aan SFT te verstrekken, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van e 250,00 voor iedere dag dat gedaagden met enig onderdeel van het gevorderde in gebreke blijven (met een maximum van C 50.000), totdat volledig aan de vordering is voldaan:
a. kopieën van de weekstaten en rittenstaten van de die betrekking hebben op de periode 13 juli 2009 tot en met 21 juli 2009;
h. kopieën van de betalingsbewijzen (bankafschriften en/of ondertekende en gedateerde kaskwitanties), alsmede kopieën van bewijsstukken inzake verrekende bedragen betreffende alle loonbetalingen in 2009 van de werknemers ;
- c. een verklaring waarop de post -bijzondere betalingen” op de loonspecificaties van de werknemers (€378,79 bruto), (E 824,29 bruto), (E 301,87 bruto) en (E 99,78 bruto) betrekking hebben; de berekeningen van deze betalingen, alsmede de betalingsbewijzen hiervan; en indien behalve deze gevallen meer bijzondere betalingen hebben plaatsgevonden ook de berekening, loonspecificaties en betalingsbewijzen van die betalingen;
d. de stukken die betrekking hebben op de nabetalingen van de lonen (punt 3 uit de brief van de SFT d.d. 28 april 2009) en de onregelmatigheidstoeslag (punt 6 uit de brief van de SFT d.d. 28 april 2009), althans voor zover de bijzondere betalingen genoemd onder c hierop geen betrekking hebben;
- e. kopieën van de pensioenspecificatie 2008 met bijbehorende specificatie;
- f. kopieën van alle loonspecificaties 2008 van de werknemers ;
g. een overzicht van alle werknemers waaruit blijkt in hoeverre vanaf de datum indiensttreding de vakantiedagen en vakantietoeslag gedurende welke periodes in liet bruto loon zijn opgenomen alsmede kopieën van alle loonspecificaties van alle werknemers betreffende betaalde vakantiedagen en vakantietoeslag vanaf datum indiensttreding;
- h. een kopie van de loonspecificatie inzake de vakantietoeslag van de ;
i. de berekening alsmede kopieën van de loonspecificatie en het betalingsbewijs inzake de nog te vertonen arbeidstijd van de heer Veen over de periode 31 oktober 2008 tot en met 30 november 2008;
veroordeelt gedaagden tevens hoofdelijk, des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van het geding, aan de zijde van SFT tot aan deze uitspraak vastgesteld op e 298,00 aan griffierecht, E 73,89 aan explootkosten en C 400,00 voor salaris van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.Tj. Terpstra, kantonrechter, en op 19 juli 2010 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.