sft ↔ Almaas V.O.F.

RECHTBANK AMSTERDAM

SECTOR KANTON – LOCATIE AMSTERDAM

Kenmerk          : CV 10-43291

Datum             : 8 juni 2011

394

Vonnis van de kantonrechter te Amsterdam in de zaak van:

de stichting STICHTING SOCIAAL FONDS TAXI gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg eiseres

nader te noemen SFT

gemachtigde: mr. M.W.M. Heijlaerts

tegen:

‘I. Almaas Taxi V.O.F.

gevestigd en kantoorhoudende te     Aalsmeer

1. 2.  vennoot van gedaagde sub 1, wonende te ,

en

1. 3.  vennoot van gedaagde sub 1,

gedaagden

hierna gezamenlijk te noemen         

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De kantonrechter gaat uit van de volgende processtukken en proceshandelingen:

de dagvaardingen van 19 en 22 november 2010 met producties

de conclusie van antwoord opgesteld door        , met producties het tussenvonnis van 2 maart 2011

_ de conclusie van repliek van SFT

akte niet dienen van dupliek

dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en onvoldoende weersproken staat vast:

1.1. In de bedrijfstak taxivervoer vindt controle plaats op de naleving van de CAO Taxivervoer, welke wordt verricht door SFT. Hiernaast bestaat er ook een CAO Sociaal Fonds Taxi.

1.2.              is een bedrijf dat valt onder de werkingssfeer van genoemde CAO’s.

1.3. Na onderzoek door SFT is gebleken dat de CAO’s niet door ~laas Taxi worden nageleefd ten aanzien van het toekennen van de overurentoeslag, de opgave aan SFT inzake de premievaststelling van de SFT bijdrage 2008 en de aanmelding van de werknemers bij het pensioenfonds Vervoer. SFT heeft bij brief van 29 april 2009 aan

2                                                     CV 10-43291

 onder meer verzocht de werknemers alsnog bij het pensioenfonds aan te melden en dit voor 30 mei 2009 met stukken te onderbouwen.

1.4. Ten behoeve van deze pensioenaanmelding heeft SFT het administratiekantoor van  per e-mail een overzicht toegestuurd waarop per werknemer verzocht het pensioengevend loon en het juiste parttime percentage is berekend met het verzoek dit als zodanig door te geven aan de pensioenuitvoerder.

1.5.  heeft in eerste instantie nagelaten aan dit verzoek te voldoen.     heeft ter goedkeuring aan SFT pensioenoverzichten gezonden. Hierop heeft SFT vastgesteld dat deze opgave afwijkt van de pensioenopgave zoals deze eerder door het SFT is berekend.

1.6. SFT sommeert bij brief van 20 september 2010 om de pensioenopgave 2008 in overeenstemming te brengen met het door SFT onder 1.4 genoemde overzicht.      heeft hieraan niet voldaan.

Vordering

1. 2.     SFT vordert              te veroordelen tot het op een juiste wijze aanmelden van de werknemers over 2008, overeenkomstig het door het SFT verstrekte overzicht. Voorts vordert SFT te veroordelen tot betaling van C 1.285,00 waarvan C 750,00 als forfaitaire schadevergoeding en 535,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. De wettelijke rente over beide bedragen wordt gevorderd vanaf 22 november 2010. SFT stelt dat  ondanks aanmaningen niet tot betaling van de verschuldigde boete overgaat en nog immer niet de onder 1.6 genoemde pensioenopgave heeft gedaan.

Verweer

1. 3.     Door        , in de persoon van   , wordt verweer gevoerd tegen deze vordering en wordt betoogd dat de oorzaak van het niet voldoen van de aanslagen aan SFT is dat deze aanslagen niet juist waren, hetgeen aan het Pensioenfonds Vervoer ligt. Ondanks het ontvangen van vele inlogcodes kon    niet inloggen om de gegevens elektronisch door te geven. Pensioenfonds Taxi heeft daarna telefonisch medegedeeld dat alle cijfers binnen waren en waren verwerkt.       heeft verzocht hierover het SFT in te lichten waarna niets meer werd gehoord behalve een waanzinnig hoog bedrag aan kosten en een uitnodiging voor een rechtszaak.       is het niet eens met al deze kosten en verzoekt om kwijtschelding hiervan.

Nader standpunt van SET

1. 4.     SFT stelt bij repliek -kort weergegeven- dat het beroep op overmacht van         niet opgaat. SET heeft per e-mail een overzicht ontvangen van gegevens die            op 14 december 2010 heeft aangeleverd. Hieruit blijkt dat            oude gegevens heeft aangeleverd in plaats van de gecorrigeerde gegevens overeenkomstig het door SFT verstrekte overzicht. Hieruit blijkt voorts dat het beroep op overmacht niet opgaat omdat de pensioengegevens wel degelijk konden worden aangeleverd. Nu deze gegevens echter afwijken van het door SFT verstrekte overzicht blijft de vordering om de werknemers 2008 op een juiste wijze aan te melden openstaan en is  de forfaitaire boete verschuldigd vanaf 4 oktober 2010 (14 dagen na aanzegging).

Beoordeling

1. 5.     Aangezien , ondanks uitdrukkelijke opdracht daartoe bij voormeld tussenvonnis, geen machtiging van  heeft overgelegd, moet het ervoor worden

3                                                     CV 10-43291