SFT ↔ City Limo Service B.V.
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 2372433 CV EXPL 13-24026
kenmerk:
vonnis van: 15 oktober 2013
doc: Vvs02
vonnis van de kantonrechter
inzake
Stichting Sociaal Fonds Taxi
wonende te gevestigd te Culemborg
eiseres,
gemachtigde: mr. M.W.M. Heijlaerts
tegen
City Limo Service B.V.
wonende te gevestigd te
gedaagde niet verschenen.
Verloop van de procedure
Bij exploot van dagvaarding van 3 september 2013 heeft eisende partij gevorderd dat gedaagde partij zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 83.828,74 met nevenvorderingen), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
Gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
Tegen gedaagde is verstek verleend.
Gronden van de beslissing
De vordering komt niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze toewijsbaar is, met inachtneming van het hierna volgende.
De buitengerechtelijke kosten worden ten hoogste toegewezen conform de op
de onderhavige vordering toepasselijke maatstaven en het eventueel meer gevorderde wordt afgewezen.
Voor zover er een vergoeding voor bureaukosten, administratiekosten en in verband met buitengerechtelijke werkzaamheden gemaakte informatiekosten is gevorderd, dan wel een bedrag aan aanmaningskosten naast de buitengerechtelijke kosten is gevorderd, worden deze afgewezen nu deze geacht worden te zijn begrepen in het ter zake van buitengerechtelijke kosten toegewezen bedrag.
Voor zover rente is gevorderd over buitengerechtelijke incassokosten en/of over rente (al dan niet opgenomen in de opgegeven hoofdsom) wordt deze rente afgewezen nu ter zake onvoldoende is gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
I. veroordeelt de gedaagde partij tot naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO SFT en meer precies tot overlegging van de stukken zoals genoemd onder punt 9 van de dagvaarding en gespecificeerd in de brief van de SFT van 27 november 2012, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat gedaagde met enig onderdeel van het gevorderde in gebreke blijft, todat volledig aan de vordering is voldaan, met een maximum van € 150.000,00;
II. veroordeelt de gedaagde partij om aan eisende partij te voldoen een bedrag van € 81.900,00 als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
III. veroordeelt de gedaagde partij om aan eisende partij te voldoen een bedrag van € 1.928,74 inclusief BTW ter zake van buitengerechtelijke kosten;
IV. veroordeelt de gedaagde partij in de kosten van het geding aan de zijde van de eisende partij tot aan deze uitspraak begroot op: € 83,71 aan explootkosten, € 600,00 aan salaris gemachtigde en € 896,00 aan griffierecht, één en ander, voor zover van toepassing, inclusief BTW.
V. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
VI. wijst het meer of anders gevorderde af.
Aldus gewezen door mr. P. van der Kolk-Nunes, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 oktober 2013 in tegenwoordigheid van de griffier.