SFT ↔ M.D.K. TAX
Zaaknummer: 1253949/13-7398 Vonnis in de zaak van:
Stichting Sociaal Fonds Taxi eisende partij
tegen
- 1. vennootschap onder firma M.D.K. TAX
- 2.
- 3.
- 4.
gedaagde partij
Verloop van de procedure
Eisende partij heeft gevorderd zoals beschreven in de dagvaarding, waarvan een gewaarmerkt afschrift aan dit vonnis is gehecht en waarnaar wordt verwezen voor wat betreft de namen en woonplaatsen van partijen en de namen van gemachtigde(n). Gedaagde partij is daarop niet verschenen en heeft ook anderszins niet gereageerd. De voorgeschreven termijnen en formaliteiten zijn in acht genomen. Tegen gedaagde partij is daarom verstek verleend.
Beoordeling van het geschil
De vordering komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat deze bij verstek wordt toegewezen als hierna te vermelden.
Beslissing
De kantonrechter,
- 1. veroordeelt gedaagde partij, hoofdelijk, tot naleving van de Taxi CAO en meer precies tot overlegging van de stukken zoals genoemd in de dagvaarding onder punt 7 en gespecificeerd in de brief van SFT d.d. 6 april 2012 (productie 4);
- 2. veroordeelt gedaagde partij, hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd, om tegen bewijs van kwijting aan de eisende partij te betalen de som van € 26.442,67 vermeerderd met de wettelijke rente over € 26.442,67 vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der voldoening;
2 Zaaknummer: 1253949/13-7398
- 3. veroordeelt gedaagde partij in de kosten van het geding, tot hiertoe aan de zijde van de eisende partij vastgesteld op E 1.399,30, waaronder E 400,00 als vergoeding voor de gemachtigde van de eisende partij;
- 4. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. C.W.D. Bom en in het openbaar uitgesproken op 22 mei 2013 in bijzijn van de griffier.
de griffier, de kantonrechter,
|
||||
|
||||
|
Voor grosse
n ten verzoeke van
(sen) gerdaagele(n1
/.
echtbank Den Haag, n Den Haag
Ingekomen bij de griffie op:
2 6 MAART Z013 VERG
Rechtbank Den Haag Team Kanton Den Haag
Heden, de negentiende maart tweeduizenddertien, ten verzoeke van de stichting STICHTING SOCIAAL FONDS TAXI, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg, te dezer zake woonplaats kiezende te (1075 BL) Amsterdam aan de Sophialaan 331 ten kantore van de advocaat mr. M.W.M. Heijlaerts, die ten deze tot gemachtigde wordt gesteld en als zodanig zal optreden;
Watt« Freaterik Dirk van den Oever, garechtscleurwearclor te ‘s-Gravenhage kantoorhoudend* te ‘s-Gravanhage .skan de Bezuidenhoutseweg 115 ..– • len sinitsdien Ion dm» morapiebete tiebbengie
GEDAGVAARD:
- 1. De vennootschap onder firma M.D.K. TAX, gevestigd en kantoorhoudend te (2581 XC) ‘s-Gravenhage aan het adres Van Lumeystraat 36, aldaar mijn exploot doende en
voormeld “adres in geeioten enveloppe met daarop
afschrift dezes latende aan: de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven, 1
omdat ik aldaar niemand aantrof aan wie rechts- 1, geldio afeOrift ken ~en 0015111M
- 2. De heer , voormalig vennoot van gedaagde sub 1, woonachtig aan de Kapitein De Rijkstraat 38 te (2583 BK) ‘s-Grav9a-we aldaar mijn exploot
adres in geeloten enveloppe met daarop
doende en afschrift dezes latende aan: de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven, i
omdat ik aldaar niemand aantrof aan wie rechts-
Wig
atechritt ken weren
- 3. De heer , vennoot van gedaagde sub 1, woonachtig aan de , aldaar mijn exploot doende en afschrift dezes latende
Voormeld o’.’re‘–; in er7.1rittin enveloppe wel oad up
aan: de ve:1:
omdat ik n e. [21:d a.o,roi wn wie rnc174-c geldig afschrift kon ~den gelaten
- 4. De heer , vennoot van gedaagde sub 1, woonachtig aan de , aldaar mijn exploot doende en
Vocrmeld adres in gaeloten enveloppe met daar4 de vermeldingen als wettelijk voorgeschreven, ( omdat ik aldaar niemand aantrof aan wie rechtsgeldig afschrift kan warden gelaten:
OM:
op woensdag vierentwintig april tweeduizenddertien (2013), des voor middags te tien uur in persoon of vertegenwoordigd door een gemachtigde, te verschijnen ter terechtzitting van de Rechtbank Den Haag, kamer voor kantonzaken, locatie Den Haag, alsdan aldaar zitting houdend in het Kantongerechtsgebouw aan de Prins Clauslaan 60.
MET AANZEGGING:
dat gedaagden op die terechtzitting mondeling kunnen antwoorden op de eis ais hierna vermeld, dan wel uiterlijk op die terechtzitting of daarvoor ter griffie, een met redenen omkleed schriftelijk antwoord kan indienen;
indien gedaagden niet uiterlijk op de die zitting antwoorden of om uitstel om te antwoorden verzoekt de rechter tegen gedaagden verstek zal verlenen en het gevorderde zal toewijzen, tenzij hem dit onrechtmatig of ongegrond voorkomt of de voorgeschreven termijnen en formaliteiten niet in acht zijn genomen; met die verstande dat tussen de eisende partij en gedaagden één vonnis zou worden gewezen, dat als vonnis op tegenspraak zou worden beschouwd, indien ten minste één van de gedaagden in het geding verschijnt;
-2
TENEINDE:
te horen eisen en concluderen dat:
- 1. Sinds 1985 vindt er in de bedrijfstak taxivervoer controle plaats op de naleving van de CAO Taxivervoer. Deze controle wordt verricht door eiser, verder te noemen SET, een onafhankelijke, door de werkgevers -en werknemersorganisaties opgerichte stichting. SFT is in het leven geroepen om activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak. SFT heeft met name de taak toe te zien op de correcte naleving van de CAO waartoe controles worden verricht. Bedrijven die onder de werkingssfeer van de CAO warden door de SFT gecontroleerd.
- 2. De CAO Taxivervoer 2009 t/m 2013 is bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 april 2012 opnieuw algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2013. Het AW besluit van 19 april 2012 wordt als productie 1 overgelegd. Voor de eerdere versies van de algemeen verbindend verklaarde CAO’s Taxivervoer, wordt verwezen naar de website van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: www. cao.szw.nl, waar deze versies te downloaden zijn. De werkingssfeer van deze CAO wordt bepaald in artikel 1. Volgens de omschrijving in dit artikel valt het bedrijf van gedaagde onder de werkingssfeer van deze CAO.
- 3. Naast de CAO Taxivervoer bestaat er ook een CAO Sociaal Fonds Taxi (hierna: CAO SFT), die bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 april 2010 opnieuw algemeen verbindend is verklaard tot en met 31 december 2013, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 13 maart 2012. Het AVV besluit van 1 april 2010 wordt als productie 2 overgelegd. Deze CAO kent in artikel 1 een uitgebreide werkingssfeer en gezien het bedrijf van gedaagde valt zij ook onder de werking van deze CAO.
- 4. In artikel 3 van de statuten van de Stichting Sociaal Fonds Taxi, zoals die zijn weergegeven in de als productie 2 overgelegde CAO, staan de werkzaamheden met betrekking tot de CAO Taxivervoer vermeld in sub b. De werkzaamheden behelzen het houden van toezicht, het naleven van de kernbepalingen van de CAO alsmede het geven van voorlichting en het
VERG
c&J advocate
verzamelen van feitelijke gegevens over de lonen op bedrijfstakniveau, het geven van advies aan de Arbeidsinspectie, het doen van onderzoek en publicaties alsmede het optreden in en buiten rechte, zo nodig ter verkrijging van maatregelen tegen hen die de bepalingen der CAO Taxivervoer niet getrouwelijk naleven. Met betrekking tot de voorwaarden waaronder een werkwijze waarop de werkzaamheden van SFT dienen te worden uitgevoerd is een controlereglement opgesteld, welk reglement dezelfde CAO als overgelegd in productie 2 is opgenomen op pagina 13. In artikel 1 van bijlage 1 (reglement met betrekking tot de uitvoering van het bepaalde in artikel 3 lid 1 onder b van de statuten) staat vermeld dat SFT tot doel heeft het toezicht houden op zowel de naleving van de CAO Taxivervoer als de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds Taxi. In artikel 3 lid 2 CAO Taxivervoer Sociaal Fonds Taxi is bepaald dat werkgever verplicht is op de wijze, vermeldt in een nader daartoe door SFT op te stellen reglement, aan te tonen dat hij de bepalingen van de CAO Taxivervoer alsmede de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds getrouwelijk naleeft. In artikel 5 van het controlereglement is deze verplichting uitgewerkt waar wordt gesteld dat op de werkgever de bewijslast rust met betrekking tot het aantonen dat de CAO Taxivervoer en de CAO Sociaal Fonds Taxi wordt nageleefd. Dit moet blijken uit de door of namens de werkgever gevoerde inzichtelijke en deugdelijke administratie.
5. In artikel 9 van het controlereglement is een regeling opgenomen met betrekking tot de verschuldigdheid van een forfaitaire schadevergoeding. Gezien het belang van deze regeling in deze procedure worden de belangrijkste bepalingen van deze regeling in deze dagvaarding weergegeven. Artikel 9 leden 2 en 3 van het reglement luiden als volgt:
“2. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens SFT gedurende tenminste 14 dagen nalatig blijft de vanwege SFT verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan SFT een forfaitaire schadevergoeding te betalen. SFT kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
3. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens SFT gedurende tenminste 14 dagen volhardt bij het niet naleven van de CAO op de in de ingebrekestelling vermelde punten, is hij onverminderd het gestelde onder 2
verplicht aan SFT een door deze Stichting te bepalen schadevergoeding te betalen. Bij het bepalen van de schadevergoeding wordt in ieder geval rekening gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming van de betrokken werkgever. Daarnaast kan rekening gehouden warden met de mate waarin die werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan wel zekerheid stelt van een correcte naleving van de CAO.”
Art. 9B lid 1 van bijlage 1 vermeldt het volgende:
“1 De forfaitaire schadevergoeding (S) genoemd in artikel. 9, lid 2, wordt als volgt berekend:
S=Ax Wx€1 waarin
A = de laatste voor de betrokken werkgever vastgestelde jaarlijkse premieafdracht SFT (werkgevers en werknemersdeel), of bij gebreke daarvan 0,6% van de jaarlijkse loonsom in de onderneming, of bij gebreke daarvan een door het SFT forfaitair vast te stellen bedrag, gebaseerd op een schatting van de laatstelijk voor de betrokken werkgever veronderstelde premieafdracht SFT-fonds, met dien verstande dat A tenminste € 125 zal bedragen.
W = het aantal weken dat de werkgever in gebreke blijft.”
- 6. Gedaagde drijft een onderneming die tegen betaling personenvervoer verricht in de zin van de Wet Personenvervoer. Ter onderbouwing hiervan wordt een uittreksel uit het handelsregister als productie 3 overgelegd.
- 7. Op 8 maart 2012 heeft SFT ter plaatse een onderzoek uitgevoerd naar de naleving van de CAO’s bij gedaagde. Daarbij zijn diverse overtredingen geconstateerd ten aanzien van looninschaling, feestdagencompensatie, meeruren, arbeidstijdbepaling, verlof, pensioeninhouding en pensioenopgave. SFT heeft hierover gerapporteerd aan gedaagde per brief d.d. 6 april 2012 en verzocht om de overtredingen met terugwerkende kracht te corrigeren, ten bewijze waarvan stukken zijn opgevraagd. De brief van SFT d.d. 6 april 2012 wordt als productie 4 overgelegd.
- 8. SFT heeft geen reactie mogen ontvangen op de brief van 6 april 2012. Per brief d.d. 8 mei
2012, die als productie 5 wordt overgelegd, heeft SFT nogmaals om medewerking verzocht en werden gedaagden veertien dagen geboden om de verzochte stukken alsnog toe te zenden. Aangezien wederom een reactie uitbleef heeft SFT gedaagden per brief d.d. 6 juli 2012, die als productie 6 wordt overgelegd, nogmaals verzocht de gevraagde stukken binnen veertien dagen toe te zenden.
- 9. Gezien het feit dat SFT geen stukken heeft ontvangen heeft zij gedaagden per brief d.d. 13 augustus 2012 verzocht en zo nodig gesommeerd onder gelijktijdige ingebrekestelling om binnen veertien dagen de stukken toe te zenden. Dit op straffe van het verbeuren van een forfaitaire schadevergoeding in overeenstemming met artikel 9 Reglement SFT. De brief van SFT d.d. 13 augustus 2012 wordt als productie 7 overgelegd. Ook daarop werd door het SFT geen enkele reactie ontvangen.
- 10. Aangezien gedaagden nadien in gebreke zijn gebleven is er per 27 augustus 2012 een forfaitaire schadevergoeding gaan lopen overeenkomstig de berekeningswijze zoals vastgelegd in artikel 9 B reglement SFT. De forfaitaire schadevergoeding loopt nog steeds op zonder dat gedaagden zijn overgegaan tot het overleggen van de stukken.
- 11. Naar aanleiding van de brief van de advocaat van SFT d.d. 19 september 2012 heeft gedaagde sub 2 telefonisch contact opgenomen en aangegeven dat hij vanwege zijn slechte financiële situatie niet in staat is om de gevraagde nabetalingen uit te voeren. Daarbij is afgesproken dat gedaagde sub 2 eerst de berekeningen van de looncorrecties, zoals genoemd in de brief van SFT d.d. 6 april 2012, vóór 1 november 2012 zal overleggen aan de hand waarvan zal worden bepaald op welke termijn de looncorrecties dienen te worden uitbetaald. Ter onderbouwing hiervan wordt de emailcorrespondentie van 21 september 2012, als productie 8 overgelegd.
- 12. Vervolgens worden de correcties over 2011 toegestuurd en akkoord bevonden. Gedaagde vraagt vervolgens toestemming om de correctieperiode tot 2011 te beperken. Sper emailbericht van 6 december 2012 aan gedaagde wordt door de advocaat van SFT aangegeven dat ook de berekening van de looncorrecties over 2010 dienen te worden overgelegd. Als het bedrag van de looncorrectie is berekend kan een goede inschatting
6
worden gemaakt binnen welke termijn de nabetaling dient te worden uitgevoerd, rekening houdend met de slechte financiële situatie van gedaagde. Het emailbericht van de advocaat van SFT d.d. 6 december 2012 wordt als productie 9 overgelegd.
- 13. Op 18 december 2012 heeft gedaagde sub 2 wederom telefonisch contact gehad met de advocaat van SET, waarbij is aangegeven dat SFT alsnog akkoord gaat met het voorstel van gedaagde sub 2 om de berekende looncorrectie 2011 in twaalf maandelijkse termijnen aan de werknemers van gedaagde sub 1 te betalen. Dit in verband met de slechte financiële situatie. Hierbij zijn wel de volgende voorwaarden gesteld:
Over 2008, 2010, 2011 en 2012 dient alsnog sf-premie (0,9% van de loonsom) te worden afgedragen, ten behoeve waarvan de verzamelloonstaten van de betreffende jaren binnen tien dagen dienen te worden overgelegd;
Binnen tien dagen dient aan SFT een bedrag ad € 1.000,- te worden betaald in de vorm van een forfaitaire schadevergoeding.
Tevens is verzocht om, ten bewijze van de maandelijkse nabetaling aan de werknemers, de loonspecificaties van de berekende nabetalingen binnen tien dagen te overleggen. Bovenstaande afspraken zijn bevestigd in de email van de advocaat van SFT d.d. 18 december 2012, welke als productie 10 wordt overgelegd.
- 14. Nadien zijn geen stukken ontvangen van gedaagden en is de gematigde forfaitaire schadevergoeding ad € 1.000,- niet voldaan.
- 15. SFT heeft gedaagden sub 1 t/m 4 per brief d.d. 27 februari 2013 afzonderlijk gesommeerd onder gelijktijdige ingebrekestelling om de gevraagde stukken binnen 5 dagen aan te leveren met de aankondiging dat gedaagden anders in rechte zullen worden betrokken. De brieven van de advocaat van SFT d.d. 27 februari 2013 worden gezamenlijk als productie 11 overgelegd.
- 16. Het feit dat gedaagde sub 2. zich per 1 februari 2013 als vennoot heeft uitgeschreven uit het handelsregister ontslaat hem niet van zijn verplichting om uitvoering te geven aan de
7
gevraagde looncorrectie in een periode dat hij als vennoot actief was. Ter onderbouwing van de uitschrijving per 1 februari 2013 wordt een uittreksel van de handelsregisterhistorie als productie 12 overgelegd.
- 17. Gedaagden hebben nadien niet meer gereageerd reden waarom aangenomen moet warden dat gedaagden wensen te volharden in het niet overleggen van de gevraagde bescheiden en in het niet naleven van de CAO-bepalingen. Om die reden is het voorstel, genoemd in de email van de advocaat van SFT d.d. 18 december 2012, komen te vervallen en is een procedure onvermijdelijk geworden. Op grond van artikel 9 van het Reglement zijn gedaagden aan SFT een forfaitaire schadevergoeding verschuldigd vanaf 27 augustus 2012 (14 dagen na aanzegging), welke vergoeding tot het moment van deze dagvaarding (uitgaande van een dagvaarding op 13 maart 2013) een forfaitaire schadevergoeding van 28 weken maal E 900,- (SFT premieafdracht 2011) = € 25.200,-. SFT wijst erop dat deze schadevergoeding ook na datum dagvaarding doorloopt tot aan het moment waarop gedaagden voldoen aan de naleving van de Taxi CAO. In dit kader wordt reeds nu voor alsdan aangekondigd dat bij uitblijven van overlegging van de stukken lopende de procedure vanzelfsprekend een vermeerdering van eis zal worden ingediend.
Bewijsaanbod
- 18. Voorzover nodig biedt SFT nader bewijs aan van al haar stellingen door alle middelen rechtens.
Wettelijke rente
- 19. Vanaf de dag van deze dagvaarding wordt aanspraak gemaakt op de wettelijke rente over de verschuldigde schadevergoeding.
Buitengerechtelijke kosten
- 20. SFT maakt op grond van artikel 6:96 lid 2 BW aanspraak op buitengerechtelijke kosten. De SFT heeft herhaaldelijk gecorrespondeerd met gedaagden en herhaalde pogingen gedaan om haar vordering te incasseren. De buitengerechtelijke incassokosten worden op grond van de wettelijke normering begroot op € 1.242,67 inclusief BTW, conform de staffel kantonrechters. Daar SFT een stichting is kan zij deze BTW niet verrekenen en vormt deze
8
BTW een voor vergoeding in aanmerking te nemen schadepost. SFT heeft nota’s ter hoogte van dit bedrag ook reeds aan haar raadsman voldaan, zodat hiermee ook de wettelijke rente verschuldigd is.
MITSDIEN:
het de Kantonrechter te Den Haag behage bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
1. gedaagden hoofdelijk te veroordelen tot naleving van de Taxi CAO en meer precies tot overlegging van de stukken zoals genoemd in deze dagvaarding onder punt 7 en gespecificeerd in de brief van SFT d.d. 6 april 2012 (productie 4);
gedaagden hoofdelijk te veroordelen des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseres te voldoen de somma van € 25.200,- (zegge vijfentwintigduizend en tweehonderd euro), als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen niet de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
!II. gedaagden hoofdelijk te veroordelen des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van € 1.242,67 inclusief BTW, te vermeerderen niet de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de dag van deze dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. gedaagden hoofdelijk te v e één betalende de ander zal zijn bevrijd in de kosten van deze pro
De kosten dezes ijgvo
op&ag (b.t.w.
ag