SFT ↔ West Taxivervoer
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Apeldoorn
Zaakgegevens 513683 \ 13-715
uitspraak van 18 september 2013 vonnis
in de zaak van
de stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg,
eisende partij,
gemachtigde: mr. M.W.M. Heijlaerts, advocaat te Amsterdam,
tegen
1.
de vennootschap onder firma West Taxivervoer,
gevestigd en kantoorhoudende te Apeldoorn,
2.
,
vennoot van gedaagde sub 1, wonende te ,
3.
,
vennoot van gedaagde sub 1, wonende te,
gedaagde partijen,
schriftelijk procederend.
Partijen worden hierna de Stichting en West Taxivervoer c.s. genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
– de dagvaarding van 18 februari 2013 met producties
– de conclusie van antwoord
– de conclusie van repliek tevens houdende vermeerdering van eis
– de conclusie van dupliek.
De feiten
2.1 Sinds 1985 vindt er in de bedrijfstak taxivervoer controle plaats op de naleving van de CAO Taxivervoer. Deze controle wordt verricht door de Stichting.
2.2 De CAO Taxivervoer 2009 t/m 2013 is bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 april 2012 opnieuw algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2013. De werkingssfeer van deze CAO wordt bepaald in artikel 1. Volgens de omschrijving in dit artikel valt het bedrijf van West Taxivervoer onder de werkingssfeer van deze CAO.
2.3 Naast de CAO Taxivervoer bestaat er ook een CAO Sociaal Fonds Taxi, die bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 april 2010 opnieuw algemeen verbindend is verklaard tot en met 31 december 2013. Deze CAO kent in artikel 1 een uitgebreide werkingssfeer en het bedrijf van West Taxivervoer valt ook onder de werking van deze CAO.
2.4 De Stichting heeft bij brief van 30 november 2011 -voor zover hier van belang- het volgende aan West Taxivervoer c.s. geschreven:
“(…) In artikel 3 lid 2 van de CAO SET staat dat de werkgever dient aan te tonen dat de CAO Taxivervoer getrouwelijk wordt nageleefd. Conform de inhoud van dit artikel willen wij een onderzoek instellen binnen uw onderneming.
Op basis van artikel 8 van het reglement SFT voeren wij in eerste instantie een schriftelijk onderzoek uit over de voorgaande 12 maanden. In het onderstaande overzicht staat aangegeven welke gegevens wij, binnen 15 werkdagen na dagtekening van dit schrijven, willen ontvangen.
Een overzicht van alle personen die in de controleperiode werkzaam zijn geweest in het taxivervoer.(…)”
2.5 Bij aan West Taxivervoer c.s. gerichte brief van 2 januari 2012 heeft de Stichting -voor zover hier van belang- het volgende geschreven:
“(…) Hierbij verzoeken wij u nogmaals medewerking te verlenen aan ons onderzoek naar de naleving van de CAO Taxivervoer. Wij vragen u binnen 5 dagen gehoor te geven aan onze brief van 30 november 2011.(…)”
2.6 De Stichting heeft vervolgens bij brief van 12 januari 2012 West Taxivervoer c.s. onder gelijktijdige ingebrekestelling gesommeerd om medewerking te verlenen aan het onderzoek naar de naleving van de CAO Taxivervoer en binnen 3 dagen gehoor te geven aan haar brief van 2 januari 2012 overeenkomstig artikel 8 lid 3 reglement SFT.
2.7 Bij aan West Taxivervoer c.s. gerichte brief van 19 januari 2012 heeft de Stichting -voor zover hier van belang- het volgende geschreven:
“(…) In onze brief van 12 januari 2012 hebben wij gevraagd een aantal stukken toe te zenden. Deze hebben wij tot op heden niet ontvangen.
U wordt verzocht en zo nodig gesommeerd onder gelijktijdige ingebrekestelling om de gevraagde stukken binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief alsnog aan te leveren. Dit op straffe van het verbeuren van een forfaitaire schadevergoeding in overeenstemming met artikel 9 Reglement SFT De forfaitaire schadevergoeding wordt berekend aan de hand van de laatst vastgestelde jaarlijkse premieafdracht SFT (met een minimum van 6 125,-) x het aantal weken van verzuim. Als de premieafdracht niet is vastgesteld wordt door het Sociaal Fonds Taxi een forfaitair bedrag vastgesteld op basis van een schatting.(…)”
2.8 De Stichting heeft bij brief d.d. 18 mei 2012 -voor zover hier van belang- het volgende aan West Taxivervoer c.s. geschreven:
“(…) In onze brief van 19 januari 2012 hebben wij gevraagd een aantal stukken toe te zenden. Deze hebben wij tot op heden niet ontvangen.
Tot op heden is de forfaitaire schadevergoeding opgelopen tot een bedrag van € 125,- x 15 weken = € 1875,-.
Wanneer wij de gevraagde bewijsstukken niet binnen twee weken hebben ontvangen, dragen wij het dossier over aan ons advocatenkantoor.(…)”
2.9 De gemachtigde van de Stichting heeft vervolgens bij brief d.d. 7 augustus 2012 het volgende aan West Taxivervoer c.s. geschreven:
“(…) Op 30 november 2012 heeft SFT uw onderneming aangeschreven met het verzoek om diverse stukken toe te zenden in het kader van een schriftelijk onderzoek naar de naleving van de CAO’s. Het gaat hierbij om de volgende stukken (…)”
Op dit schrijven heeft u niet gereageerd, waarop SFT u bij brief van 2 januari 2012 en 12 januari 2012 heeft gesommeerd om de gevraagde stukken over te leggen. Hier is wederom niet op gereageerd. Per brief van SFT dd. 19 januari 2012 werd u gesommeerd onder gelijktijdige ingebrekestelling om de stukken binnen 14 dagen aan te leveren op straffe van het verbeuren van een forfaitaire schadevergoeding.
SFT heeft per brief. d.d. 8 mei 2012 de stand van de forfaitaire schadevergoeding gemeld en nogmaals verzocht om de ontbrekende stukken binnen 2 weken toe te zenden met de aankondiging dat het dossier anders zal worden overgedragen aan ondergetekende.
Tot op heden zijn er door SFT geen stukken ontvangen.
Aangezien u nadien in gebreke bent gebleven is er per 2 februari 2012 (14 dagen na aanzegging) een forfaitaire schadevergoeding verbeurd, die per 2 augustus opgelopen tot een bedrag ad 26 weken x € 125,-= € 3.250,- overeenkomstig de berekeningswijze zoals vastgelegd in artikel 9B reglement SFT.(…)”
2.10 Bij aan West Taxivervoer c.s. gerichte brief van 19 september 2012 heeft de Stichting -voor zover hier van belang- het volgende geschreven:
“(…) Hierbij bevestigen wij de ontvangst van de toegezonden stukken d. d. 24 augustus 2012 welke wij hebben ontvangen op 27 augustus 2012. In onze brief van 31 juli 2012 hebben wij u gevraagd een aantal stukken toe te zenden. De door u toegezonden stukken waren echter niet volledig of niet de gevraagde stukken.
Wij verzoeken u nogmaals de gevraagde bewijsstukken binnen twee weken na dagtekening van deze brief naar ons toe te sturen. (..) Het betreft de navolgende nog ontbrekende bescheiden.(..)”
2.11 De Stichting heeft bij aangetekende brief d.d. 8 november 2012 aan West Taxivervoer c.s. -voor zover belang- ten slotte het volgende geschreven:
“(…) In onze brief van 19 september 2012 hebben wij u gevraagd een aantal stukken toe te zenden. Deze hebben wij tot op heden niet ontvangen.
U wordt verzocht en zonodig gesommeerd onder gelijktijdige ingebrekestelling om de gevraagde stukken binnen 14 dagen na dagtekening van deze brief alsnog aan te leveren. Dit op straffe van het verbeuren van een forfaitaire schadevergoeding in overeenstemming met artikel 9 Reglement SFT De forfaitaire schadevergoeding wordt berekend aan de hand van de laatst vastgestelde jaarlijkse premieafdracht SFT (met een minimum van € 125,-) x het aantal weken van verzuim. Als de premieafdracht niet is vastgesteld wordt door het Sociaal Fonds Taxi een forfaitair bedrag vastgesteld op basis van een schatting, (..)”
3. De vordering, de grondslag en het verweer
3.1 De Stichting vordert -na vermeerdering van eis- dat de kantonrechter bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
I. West Taxivervoer c.s. hoofdelijk zal veroordelen tot naleving van de Taxi CAO en meer precies tot overlegging van de stukken zoals in de dagvaarding onder punt 11 en gespecificeerd in de brief van de Stichting d.d. 19 september 2012 die als productie 10 is overgelegd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat West Taxivervoer c.s. met enig onderdeel van het gevorderde in gebreke blijven, totdat volledig aan de vordering is voldaan;
II. West Taxivervoer c.s. hoofdelijk zal veroordelen des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen de somma van € 3.375,– als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
III. West Taxivervoer c.s. hoofdelijk zal veroordelen des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd in de buitengerechtelijke kosten ten bedrage van €249,56 inclusief BTW, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. West Taxivervoer c.s. hoofdelijk zal veroordelen des dat de een betalende de ander zal zijn bevrijd in de kosten van deze procedure.
3.2 Tegen de achtergrond van voormelde vaststaande feiten legt de Stichting aan haar vorderingen het volgende ten grondslag.
Ondanks diverse aanmaningen en ingebrekestellingen is West Taxivervoer c.s. niet overgegaan tot het aanleveren van de ontbrekende stukken op basis waarvan de naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO Sociaal Fonds Taxi kan worden gecontroleerd en op grond waarvan zij tot 26 juni 2013 een forfaitaire schadevergoeding van € 3.375,– verschuldigd is geworden.
De buitengerechtelijke incassokosten worden op grond van de wettelijke normering begroot op € 249,56 inclusief BTW, conform de staffel kantonrechters.
3.3 West Taxivervoer c.s. voert gemotiveerd verweer, dat hierna, voor zover van belang, zal worden besproken.
4. De beoordeling
4.1 Bij conclusie van antwoord stelt West Taxivervoer c.s. dat zij alle gegevens aan de Stichting heeft opgestuurd en dat zij nimmer een antwoord heeft ontvangen.
Ter ondersteuning van haar stelling heeft zij een aan de Stichting gerichte brief van 15 april 2010 overgelegd, waarin -voor zover hier van belang- het volgende wordt vermeld:
“(…) Overeenkomstig uw verzoek treft u ingelegd aan:
1. Week 5 2009/ de heer J Apeldoorn
2. Week 5 2009/ mevrouw N. Sinay
3. Week 5 2009/ de heer J Stam
4. Betaalbewijzen periode 5
5. Betaalbewijzen periode 6 (…)”
4.2 De Stichting stelt terecht dat voormelde brief van West Taxivervoer c.s. een brief betreft naar aanleiding van een eerder onderzoek van de Stichting van 17 maart 2010, welk onderzoek bij brief van 10 maart 2011 door de Stichting is afgesloten. In laatstvermelde brief wordt immers -voor zover hier van belang- het volgende vermeld:
“(…) Sociaal Fonds Taxi heeft een steekproefsgewijze controle naar de naleving van de CAO Taxivervoer binnen uw onderneming uitgevoerd. Het betrof hier de controle periode november 2008 tot en met oktober 2009.
Inmiddels is gebleken dat de CAO op kernbepalingen wordt nageleefd.
Omdat het onderzoek moeizaam is verlopen plannen bij het volgende onderzoek binnen een jaar in.
(…)”
4.3 Voor zover West Taxivervoer c.s. bij conclusie van dupliek stelt dat de Stichting de correspondentie welke namens haar is verzonden buiten de dagvaarding heeft gelaten en aldus niet aan haar substitutieplicht (bedoeld is waarschijnlijk substantiëringsplicht) heeft voldaan, wordt deze stelling als volstrekt onvoldoende gemotiveerd en onderbouwd gepasseerd. Vastgesteld moet dan ook worden dat West Taxivervoer c.s. de door de Stichting gevraagde gegevens niet heeft verstrekt.
4.4 De kantonrechter is, gelijk West Taxivervoer c.s., aanvoert, op zichzelf van oordeel dat de in dit geding door de Stichting gevorderde (forfaitaire) schadevergoeding mede het karakter van een boete heeft. Voor matiging, van deze boete ziet de kantonrechter gezien het vorenstaande geen aanleiding.
4.5 Op grond van het vorenstaande zullen de vorderingen worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal als na te noemen worden gemaximeerd.
De gevorderde rente wordt niet gemotiveerd betwist, zodat deze eveneens zal worden toegewezen. De tevens gevorderde buitengerechtelijke incassokosten zullen worden afgewezen, nu de Stichting niet onderbouwd heeft doen blijken dat er sprake is geweest van verrichtingen, anders dan die ter instructie van de zaak.
4.6 West Taxivervoer c.s. zal als de in het ongelijk gelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing
De kantonrechter:
– veroordeelt West Taxivervoer c.s. hoofdelijk tot naleving van de Taxi CAO en meer precies tot overlegging van de stukken zoals genoemd in de dagvaarding onder punt 11 en gespecificeerd in de brief van de Stichting d.d. 19 september 2012 die als productie 10 bij dagvaarding is overgelegd, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,- voor iedere dag dat West Taxivervoer c.s. met enig onderdeel van het gevorderde in gebreke blijft, totdat volledig aan de vordering is voldaan met een maximum van € 50.000,-;
– veroordeelt West Taxivervoer c.s. hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de Stichting te voldoen de somma van € 3.375,– als forfaitaire schadevergoeding, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 18 februari 2013 tot aan de dag der algehele voldoening;
– veroordeelt West Taxivervoer c.s. hoofdelijk des dat de één betalende de ander zal zijn bevrijd in de kosten van deze procedure tot op heden begroot op € 101,33 aan explootkosten, € 558,– aan griffierecht en € 300,– aan salaris gemachtigde;
– verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
– wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. C. Hoogland en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2013,