SFT ↔ xxx
vonnis
RECHTBANK ‘S-GRAVENHAGE Sector kanton
Locatie ‘s-Gravenhage
NAV
Rolnr.: 963708 RL EXPL 10-15429 14 oktober 2010
Vonnis in de zaak van:
de stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Culemborg, eisende partij,
gemachtigde: mr. drs. M.H.D. Vergouwen,
tegen
, wonende te ,+
gedaagde partij,
gemachtigde: mr. .
Procedure
De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:
de dagvaarding d.d. 21 mei 2010 met producties; de akte houdende vermeerdering van eis; de conclusie van antwoord met producties.
Op 21 september 2010 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt. Namens eisende partij was ter zitting aanwezig mr. M.W.M. Heijlaerts namens mr. drs. M.H.D. Vergouwen. Namens gedaagde partij was er zitting aanwezig de heer bijgestaan door zijn gemachtigde. Door de kantonrechter is vervolgens vonnis bepaald op heden.
Feiten
Als niet, althans onvoldoende weersproken staan de volgende feiten vast:
– Eisende partij is een onafhankelijke stichting die gericht is op het bevorderen van
goede arbeidsverhoudingen in de bedrijfstak taxivervoer en ziet toe op de correcte naleving van de CAO waartoe controles worden uitgevoerd.
– Gedaagde partij beeft in ieder geval tot 15 juni 2009 een onderneming gedreven die onder de werkingssfeer van de CAO Taxivervoer en de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds valt.
– Eisende partij heeft op 5 augustus 2008 bij gedaagde partij een onderzoek gedaan naar de naleving van de CAO Taxivervoer en de CAO Taxivervoer Sociaal Fonds alwaar is gebleken dat gedaagde partij de CAO’s op een aantal punten niet volledig en/of niet correct naleeft. Vervolgens heeft eisende partij gedaagde partij meerdere malen verzocht een aantal correcties door te voeren en stukken toe te zenden.
Rolnr.: 963708 RL EXPL 10-15429
Vordering
Eisende partij vordert na vermeerdering van eis bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, dat gedaagde partij wordt veroordeeld tot naleving van de Taxi CAO en meer precies tot het doorvoeren van een aantal correcties en het overleggen van de boekhouding, als nader omschreven in de dagvaarding onder punt 7, zulks op straffe van een verbeurte dwangsom van E 250,– voor iedere dag dat gedaagde partij in gebreke blijft zulks tot volledig aan de vordering is voldaan, alsmede dat gedaagde partij wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van e 535,– aan buitengerechtelijke kosten, vermeerderd met de wettelijke rente over E 535,– vanaf de dag der dagvaarding tot die der algehele voldoening en met de veroordeling van gedaagde partij in de kosten van de procedure.
Eisende partij heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat gedaagde partij op grond van de door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid algemeen verbindend verklaarde CAO’s verplicht is tot naleving van de CAO’s hetgeen door gedaagde partij is nagelaten.
Verweer
Gedaagde partij heeft ten verweer aangevoerd dat alle stukken in het bezit zijn van de boekhouder en dat deze alle benodigde stukken aan eisende partij heeft toegezonden. Voorts heeft gedaagde partij aangevoerd een aantal van de gevraagde stukken niet te kunnen overleggen omdat een aantal werknemers met de noorderzon is vertrokken. Er is overigens door gedaagde partij ter comparitie na antwoord erkend dat de verplichting tot het naleven van de CAO’s op hein rust.
Beoordeling
De kantonrechter is van oordeel dat de onder punt 7 van de dagvaarding opgesomde verplichtingen, waarvan in deze procedure naleving wordt gevorderd, voortvloeien uit de algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer en CAO Taxivervoer Sociaal Fonds.
Gedaagde partij heeft de vordering niet, althans onvoldoende gemotiveerd weergesproken. Zijn verweer, dat hij over bepaalde stukken niet beschikt, wordt gepasseerd, omdat dit zijn verplichting om voor die stukken te zorgen niet anders maakt. De vordering, die voor het overige onvoldoende weersproken is gebleven, zal dan ook warden toegewezen.
In de gevallen waarin betaling aan één of meerdere werknemers wordt gevorderd zal ingevolge art. 611a RV de veroordeling evenwel niet kunnen plaats vinden op straffe van een dwangsom. Voorts zal gedaagde partij een ruimere tijd worden gegund teneinde deze stukken over te leggen en zal de dwangsom worden gemaximeerd.
Als in het ongelijk gestelde partij dient gedaagde partij te worden veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van eisende partij.
Beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt gedaagde partij tot naleving van de Taxi CAO en tot het doorvoeren van de correcties en het overleggen van de boekhouding, zoals omschreven in de dagvaarding onder punt 7, zulks op straffe van een verbeurte dwangsom van C 250,– per week voor iedere week dat gedaagde partij niet mocht voldoen aan
Rolnr.: 963708 RL EXPL 10-15429
3
één der onderdelen, uitgezonderd die onderdelen waarop art. 61 la RV van toepassing is, zulks totdat volledig aan de vordering is voldaan en met bepaling dat maximaal e 25.000,– verbeurd zal kunnen warden;
veroordeelt gedaagde partij om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eisende partij te betalen een bedrag van E 535,–, te vermeerderen met de wettelijke rente over E 535,– vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt gedaagde partij in de kosten van het geding tot hiertoe aan zijde van eisende partij begroot op E 689,32, waarvan E 300,– als het aan de gemachtigde van eisende partij toekomende salaris;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; wijst af het meer of anders gevorderde.
is gewezen door kantonrechter mr. 0. van der Burg en uitgesproken ter openbare oktober 2010.