SFT ↔ XXX
Rechtbank Oost-Brabant
Zaaknummer : 2138271
Rolnummer : 13/8069
Uitspraak : 6 februari 2014
DE KANTONRECHTER IN EINDHOVEN
in de zaak van:
De stichting Stichting Sociaal Fonds Taxi,
gevestigd in Culemborg,
eiseres,
gemachtigde: mr M.W.M. Heijlaerts,
tegen:
XXX,
wonend in,
gedaagde,
procederend in persoon.
Procedure
Het verdere verloop van het geding blijkt uit de stukken die aan het dossier zijn toegevoegd, te weten een akte tot overlegging producties en wijziging van de eis
een akte van gedaagde
een akte van eiseres
een akte van gedaagde
De verdere beoordeling
- De kantonrechter verwijst naar zijn tussenvonnis van 17 oktober 2013 en blijft bij wat daarin is overwogen en beslist.
- Uit de inmiddels aan het dossier toegevoegde stukken blijkt, dat SFT in de persoon van mr Heijlaerts inmiddels een deel van de benodigde gegevens in overleg met XXX uit zijn administratie is komen halen.
3.1. Wat SFT nu nog aan inlichtingen verlangt is XXX intussen kennelijk duidelijk en daarom kan het eerste deel van de vordering (het gewijzigde dee1) toegewezen worden.
3.2. XXX moet tot het verschaffen van die gegevens in staat daarom kan de dwangsom toegewezen geacht worden en warden. Wel zal daaraan een maximum gesteld worden.
3.3. De vordering wordt overigens afgewezen voor zover zij te weinig gericht is.
3.4. In haar akte spreekt SFT over productie 14; zij zal 15 bedoelen.
4.1. De forfaitaire schadevergoeding zal gematigd worden. 4.2. De billijkheid vraagt daar klaarblijkelijk om. XXX heeft uiteengezet hoezeer hij er in inkomen uit het taxibedrijf op achteruitgegaan is. Voorts zal hij in de proceskosten veroordeeld worden; ook dat beïnvloedt zijn financiële positie.
5. Omdat niet aannemelijk is dat aan buitengerechtelijk incassowerk meer gedaan is dan wat nodig is om een dagvaarding voor te bereiden en waarvoor processalaris wordt toegekend, zal een afzonderlijke vergoeding daarvoor niet worden toegekend.
BESLISSING
De kantonrechter:
Veroordeelt XXX de stukken aa SFT over te leggen als genoemd in het e-mailbericht van Michel Heijlaerts van 14 oktober 2013 (stukken en betalingsbewijzen van de vakantiedagen) uiterlijk op 30 april 2014 op straffe van een dwangsom van € 250,= voor iedere dag na 30 april 2014 dat hij nalatig blijft die stukken over te leggen, met een maximum van € 1.500,-;
Veroordeelt XXX tot betaling aan SFT van de somma van € 500,= terzake schadevergoeding, vermeerder met de wettelijke rente daarover voor zover en voor zolang dit bedrag vanaf 17 juni 2013 onbetaald blijf;
Veroordeelt XXX in de proceskosten van SFT, in totaal begroot op € 1.047,82 waarvan € 99,82 wegens dagvaardingskosten, € 448,= wegens vastrecht en € 500,= wegens gemachtigdensalaris;
Verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad; Wijst af het meer of anders gevorderde.
Aldus gewezen door mr P.M. Knaapen kantonrechter,
uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 februari 2014, uitgesproken ter openbare terechtzitting van 6 februari 2014, in tegenwoordigheid van de griffier.